menu
Filter

De bodem van een groot deel van Nederland, waaronder de Randstad, bestaat voornamelijk uit slappe klei- en veenlagen. Door het gewicht van bebouwing op deze slappe bodems en als gevolg van veenoxidatie daalt die bodem voortdurend, op sommige plaatsen zelfs sneller dan de zeespiegel stijgt.  Bewoners en ondernemers hebben daardoor te maken met het verzakken van landbouwgronden (of percelen), woningen, bedrijfspanden, wegen, rioleringen en groenvoorzieningen. Dit heeft (economische, gewas- en gezondheids-) schade en hoge kosten voor beheer en onderhoud tot gevolg.

De continue bodemdaling leidt onder meer tot waterbeheerproblemen, funderingsschade en hogere lasten. De impact voor bewoners en ondernemers is groot. De schade aan funderingen en infrastructuur is hoog en loopt in de tientallen miljarden. Voor een toekomstbestendig Nederland waarin gewoond, gewerkt en voedsel geproduceerd kan worden moet bodemdaling daarom krachtig worden aangepakt.

Over Platform Slappe Bodem

Platform Slappe Bodem is een samenwerking voor en door lokale en regionale overheden. Gevoed door bestuurlijke en ambtelijke ervaring uit de praktijk en de expertise van kennisinstituten werkt het Platform Slappe Bodem aan bewustwording en agendering van bodemdaling binnen diverse nationale, lokale en regionale beleidsvelden en agenda’s. Doelstelling van het Platform Slappe Bodem is om bodemdaling in Nederland beheersbaar te krijgen door bewuste keuzes voor de (middel)lange termijn te maken.

Welkom gemeente Landsmeer

Het Platform Slappe Bodem is weer een deelnemer rijker; de gemeente Landsmeer heeft zich aangesloten. Landsmeer is een dorp en een gemeente in Noord-Holland, ten noorden van Amsterdam. De bodem bestaat grotendeels uit veen. Behalve Landsmeer horen ook de kernen Den Ilp en Purmerland bij de gemeente.

Bas ten Have is wethouder in de gemeente Landsmeer. Hij geeft aan dat hij de komende jaren vooral solidariteit wil uitstralen en de lobby voor de bodemdalingsproblematiek wil versterken. Landsmeer is lid geworden van ons platform nadat een raadslid had geconstateerd dat de omliggende gemeenten Oostzaan, Wormerland en Waterland al lid waren. Als kleine gemeente van 11.500 inwoners, met beperkte ambtelijke capaciteit, werkt de gemeente zo veel mogelijk samen in hun regio, zolang er nog geen besluit is genomen over de bestuurlijke toekomst. Dat geldt dus ook in breder verband in het Platform Slappe Bodem.

De persoonlijke ervaring van wethouder ten Have met bodemdaling is herkenbaar; “Ik weet wat het is om de tuin regelmatig te moeten ophogen!”

We heten gemeente Landsmeer van harte welkom in ons netwerk!

Onze uitgangspunten over Water en Bodem Sturend

In de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is bepaald dat ‘Water en bodem sturend’ een belangrijk uitgangspunt wordt in de ruimtelijke ordening van Nederland. 'Water en bodem sturend' houdt in dat het bodem-watersysteem een doorslaggevende rol speelt bij de inrichting van Nederland. Bodemdaling is een belangrijk thema, dat zowel het water- als het bodemsysteem raakt. Het Platform Slappe Bodem wil een constructieve inbreng leveren, geredeneerd vanuit de samenwerkende gemeenten, waterschappen en provincies die het beleid zullen moeten uitvoeren. Hiertoe hebben we een uitgangspuntennotitie geschreven. De keuzes die hierbij gemaakt worden zijn vanzelfsprekend altijd gebiedsspecifiek.

Met de Kamerbrief Water en Bodem Sturend die op 25 november 2022 is verschenen, heeft het kabinet nadere invulling aan gegeven aan het regeerakkoord en de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Sinds het verschijnen van de Kamerbrief wordt gewerkt aan de concrete invulling via drie sporen:

Bekijk onze uitgangspunten bij deze drie sporen in de PDF onderaan dit bericht.   

Platform is blij met advies Rli voor nationale aanpak funderingsschade, wel zorgen over uitvoering

Op 29 februari presenteerde de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur haar met spanning verwachte advies over de nationale aanpak van funderingsproblematiek. Het rapport werd in ontvangst genomen door demissionair ministers Hugo de Jonge van BZK en Mark Harbers van IenW. De Raad heeft een advies opgeleverd waarin zowel de technische als de sociale kant van de problematiek belicht worden. Het Platform Slappe Bodem (PSB) heeft aan het advies bijgedragen en herkent veel van de inbreng in het rapport. Het Platform is dan ook blij met het resultaat. Wel zijn er enkele kanttekeningen te plaatsen bij de uitvoerbaarheid, de hoge verwachtingen van preventieve maatregelen en de beperkte rol die de Raad heeft benoemd voor de financiële sector en funderingsherstelsector.

Nationale coördinatie

Het advies voorziet in een ambitieuze aanpak, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor het Rijk met een coördinerend bewindspersoon en nationale coördinator en financiering. Dat is een belangrijke stap om dit omvangrijke dossier met voldoende kracht en aandacht aan te pakken, zeker met de voorziene kosten. Daarbij tekent het Platform aan dat dat de coördinerende bewindspersoon en nationale coördinator ook oog moeten hebben voor de openbare ruimte en publieke voorzieningen rondom huizen met funderingsproblemen. De uitdagingen die hier spelen kunnen niet los gezien worden van de funderingsproblematiek bij huizen. En ook Rijksinfrastructuur is onderhevig aan funderingsproblemen, zoals minister Harbers bij de presentatie van het rapport noemde.

Financiële tegemoetkoming

Er is ook goed gekeken naar ervaringen uit de praktijk, zoals de aanpak van een funderingsscan, zoals die in Zaanstad en Dordrecht al in praktijk gebracht wordt. Het subsidievoorstel voor huiseigenaren is goed: 90% subsidie voor funderingsonderzoek, 70% subsidie voor het opstellen van een herstelplan en 30% voor het uitvoeren van het herstel. Dat helpt huiseigenaren over een drempel heen om tot onderzoek en uitvoer van herstel te komen. 

Een logisch moment om onderzoek te doen en zo nodig herstel uit te voeren is bij een transactie van een woning. Dat zou wettelijk geregeld kunnen worden om kopers te beschermen, zoals de Rli stelt. Het Platform waardeert het dat alle opties door de Rli worden beschouwd, ook het uiterste middel sloop-nieuwbouw.

Het Fonds Duurzaam Funderingsherstel zal met een nationale werking eigenaren kunnen ondersteunen die de financiering niet zelf rond kunnen krijgen. Het Platform is blij met dit voorstel omdat eigenaren hiermee onafhankelijk van de gemeente waarin ze wonen aanspraak kunnen maken op het fonds. Ook zet het de gemeentelijke begrotingen minder onder druk. Wel mist het Platform een duidelijke rol van de financiële sector: die heeft immers ook belang bij goed en tijdig herstel en kan een bijdrage leveren, met name de hypotheekverstrekkers. Met voldoende financiële middelen kunnen we veel funderingsproblemen aanpakken of voorkomen. Ook minister De Jonge ziet een rol voor de banken, zo liet hij bij de presentatie weten. Tegelijkertijd kan de aanpak van de problematiek geen verder uitstel gebruiken en is het zaak zo snel mogelijk aan de slag te gaan. 

Preventie

Met preventieve maatregelen zou een deel van de verwachte funderingsschade kunnen worden voorkomen. De deelnemers van het Platform zien dit ook en zetten zich hiervoor al in. De Raad adviseert Gemeenten om samen met de waterschappen preventieplannen op te stellen. De middelen zijn echter beperkt, en de mogelijkheden om grondwater te sturen in bebouwde gebieden en hiervoor voldoende water aan te voeren in droge tijden moeten niet worden overschat. Gemeenten en waterschappen kunnen hierbij niet volledige verantwoordelijkheid dragen: dat is technisch niet haalbaar en bovendien zeer kostbaar, waarbij de kosten bij de gemeenten en waterschappen liggen en de baten bij particuliere eigenaren. De opgave in de openbare ruimte staat daarbij niet op zichzelf maar moet worden gekoppeld aan de energietransitie en klimaatadaptatie (het Deltaprogramma ruimtelijke adaptatie). Het Platform begrijpt de oproep, maar wil ervoor waken om te grote verwachtingen bij huiseigenaren te scheppen en ziet obstakels in de uitvoerbaarheid.

Ontwikkeling en beschikbaarheid van kennis

Kennisontwikkeling en -beschikbaarheid blijft belangrijk om zicht te krijgen op de daadwerkelijke omvang van het probleem en om effectieve en betaalbare manieren te vinden voor funderingsherstel en preventie. Het Platform juicht de bundeling van de krachten van het Kenniscentrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF) en het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen (KBF) toe. Ook de certificering van advies- en funderingsherstelbedrijven is een goede stap, evenals het maken van afspraken om funderingsherstel betaalbaar te maken. Het Platform dringt erop aan om financiering van kennisontwikkeling en -ontsluiting dan ook langjarig en voldoende te faciliteren.

De beschikbaarheid van informatie voor eigenaren via een loket is van het grootste belang. Nationale organisatie daarvan is goed, aangezien de meeste mensen bij de gemeente zullen aankloppen voor hulp, is er extra capaciteit en kennis nodig om inwoners te helpen. Het Platform denkt vanuit de eigen expertise van onze leden graag mee om dit op een goede manier in te richten.

Conclusie

Concluderend is het Platform tevreden met het advies, met enkele kanttekeningen. Het is nu aan de ministeries van BZK en I&W om – zoals de Rli terecht adviseert - de handschoen snel op te pakken, de eerste stap te zetten en een krachtige aanpak samen met decentrale overheden, financiële sector, herstelsector, kennisinstellingen en belangenvertegenwoordigers uit te werken. Voor huiseigenaren met funderingsproblemen kan een stevige nationale aanpak niet langer wachten.

Ontwikkeling nieuwe strategische agenda 2025-2029

Het Platform Slappe Bodem werkt aan de hand van een meerjarenprogramma met begroting; de strategische agenda. De huidige agenda is opgesteld voor de periode 2020-2024. Daarom stellen we in 2024 een nieuwe strategische agenda op voor de periode 2025-2029. In de strategische agenda worden de doelstellingen en activiteiten (op hoofdlijnen) van het platform in de komende vijf jaar omschreven. Hieraan worden vervolgens de financiële middelen gekoppeld.

De nieuwe agenda bevat de wensen, verwachtingen en ambities van alle aangesloten organisaties voor de nieuwe periode en wordt dan ook in samenwerking opgesteld. 

De uitwerking van de nieuwe strategische agenda is in handen van de bestuurlijke kerngroep, de ambtelijke kerngroep en de secretaris. Alle deelnemende organisaties zullen in de gelegenheid gesteld worden om ambtelijk en bestuurlijk hun wensen en verwachtingen voor de nieuwe periode in te brengen. Daarvoor worden ambtelijke en bestuurlijke sessies ingepland (fysiek en online). Het is de bedoeling dat het Bestuurlijk Overleg waarin alle deelnemers vertegenwoordigd zijn de nieuwe strategische agenda vaststellen in oktober-november. De agenda zal dan in de aanloop naar het Nationaal Congres Bodemdaling op 21 november gereed zijn.

Jaarverslag 2023 en activiteitenplan 2024 uitgebracht

Het Platform Slappe Bodem heeft een actief jaar achter de rug, met verschillende campagnes, bijeenkomsten en natuurlijk het nationaal congres bodemdaling. 

Het thema bodemdaling blijkt vrijwel overal in de coalitieakkoorden van de provincie- en waterschapsbesturen op erkenning en aandacht te kunnen rekenen, blijkt uit onze analyse. Daar kunnen we op verder bouwen. Opvallend was ook de energie die op het dossier funderingsproblematiek werd gezet in 2023 in de landelijke politiek. Iets om in 2024 te blijven volgen en op in te spelen. Met een nieuwe Tweede Kamer en hopelijk ook snel een nieuw kabinet zijn er in 2024 weer nieuwe kansen om de doelen van het Platform Slappe Bodem dichterbij te brengen. Waar we onze energie in gaan steken leest u in het Activiteitenplan 2024.

 Het Jaarverslag en Activiteitenplan is hieronder te downloaden.

Interview met Jan Vente, gemeente Lopik

Terug van even weggeweest is Jan Vente. Hij is al vele jaren betrokken bij het Platform, onder meer als voorzitter. De gemeente Lopik heeft zich eind 2023 aangesloten bij het Platform. Als wethouder van Lopik is hij tevens de trekker van het VNG-netwerk van veenweidegemeenten. Vanwege deze ervaring en om de lijnen tussen het Platform en de VNG rondom dit thema kort te houden neemt Jan deel aan de bestuurlijke kerngroep.

We vroegen Jan Vente waarom de gemeente Lopik deelnemer is geworden aan het Platform. “Ook Lopik is een gemeente met een bodem van veen (westen ven de gemeente) en klei op veen. We hebben dus te maken met bodemdaling. Zowel de aanpak van bodemdaling voor het klimaatakkoord (rond Polsbroek) als het tegengaan van zettingen in de kernen is voor ons belangrijk. We willen graag dat de bijdragen van het rijk voor de aanpak van bodemdaling via het gemeentefonds behouden blijven. Die zijn ook voor onze gemeente nodig. Dan moeten we de lobby hiervoor ook steunen. Naast de lobby voor blijvende financiële middelen voor de aanpak bodemdaling is voor ons ook kennisdeling heel belangrijk.”

“Ik ben vanuit mijn vorige gemeente al sinds 2006 betrokken bij het Platform en daarnaast zit ik namens de VNG in de Nationale Regiegroep Veenweiden. Ik breng dus een heel netwerk en veel bestuurlijke ervaring op dit terrein met me mee. Daarnaast ben ik jarenlang verantwoordelijk geweest voor een groot project voor de aanleg van natte natuur waarbij tegengaan bodemdaling ook een belangrijk onderdeel was. Tevens heb ik veel ervaring met een programma van en voor boeren in het veenweidegebied om tot aangepaste en nieuwe verdienmodellen te komen. Daarbij speelde de veenbodem ook een belangrijke rol.”

Op de vraag over zijn persoonlijke ervaring met bodemdaling antwoordt Vente: “Ik woon nu nog in Berkenwoude. Dit gebied heeft een van de dikste veenpakketten van Nederland. Je kunt het zien zakken. Onder mijn voortuin (liggend op een gedempte sloot) ligt een dik pakket EPS en Bims om te voorkomen dat het binnen een paar jaar slechts een gapend gat is. Als ik in het weekend een rondje rond het dorp wandel loop ik door prachtig veenweidegebied waar melkveehouders vaak ware kunstenaars zijn in het werken onder natte omstandigheden. Daarnaast kom ik dan door een natuurgebied met veenweidenatuur. Ik moet wel blind zijn om de schoonheid en de uitdaging van het leven op veen niet te zien.”

Resultaten Regio Deal bodemdaling Groene Hart opgeleverd en overgedragen aan het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen (KBF)

Op 5 februari 2024 overhandigde Michel Klijmij-van der Laan als bestuurlijk trekker de resultaten van de Regio Deal bodemdaling Groene Hart aan demissionair minister Adema van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Dit gebeurde tijdens het slotevenement van de Regio Deal bodemdaling Groene Hart, in de vorm van een magazine waarin de resultaten en handelingsperspectieven die de 27 Regio Deal-projecten hebben opgeleverd zijn beschreven. Demissionair Minister Adema van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit nam het magazine met veel interesse in ontvangst. 

De Regio Deal bodemdaling Groene Hart ontstond in 2018 uit een gezamenlijke aanvraag bij het Rijk van acht regionale overheden, kennisinstellingen, de agrarische sector, bewoners en het bedrijfsleven. In de periode 2019 tot en met 2023 werden 27 innovatieve ideeën en experimenten ontwikkeld verdeeld over de thema's stad, land en kennis. Het Platform Slappe Bodem heeft met name in de startfase en bij de oprichting van het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen (KBF) bijgedragen aan de Regio Deal en is blij met de resultaten. Nu de Regio Deal is afgerond neemt het KBF het stokje over. Het KBF zal de bestaande kennis verder verdiepen en ervoor zorgen dat de kennis en handelingsperspectieven gemakkelijk toegankelijk zijn via de website: www.kbf.nl. Met de opgeleverde kennis en handelingsperspectieven vanuit de Regio Deal is het omvangrijke probleem van bodemdaling nog niet opgelost. Kennisontwikkeling en kennisdeling blijft noodzakelijk. Het Platform Slappe Bodem rekent daarbij op het KBF en de blijvende betrokkenheid van de partijen van de Regio Deal bodemdaling Groene Hart. 

Op de website van de Regio Deal bodemdaling Groene Hart staan zowel het magazine als een filmpje over de resultaten.

Nationaal Congres Bodemdaling 2024

Datum:
donderdag 21 november 2024
Tijd:
10:00 - 17:00

Het Nationaal Congres Bodemdaling zal dit jaar plaatsvinden op 21 november. Meer informatie over de locatie en het programma wordt in de loop van het jaar bekend gemaakt. 

Benieuwd naar het congres van afgelopen jaar? Bekijk hier de terugblik

Interview met Jesse Luijendijk

Jesse Luijendijk, wethouder van Almere, is sinds de collegevorming na de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 lid van de bestuurlijke kerngroep van het Platform Slappe Bodem. Almere neemt al geruime tijd deel aan het platform. Bijzonderheid is dat Almere in een nieuwe polder ligt, hoofdzakelijk op klei en niet op veen zoals de meeste deelnemers van het Platform Slappe Bodem. De problemen met bodemdaling en zettingen zijn er niet minder om.

Waarom is gemeente Almere deelnemer van het Platform Slappe Bodem?

Eén van de belangrijkste uitgangspunten om bodemdaling en verzakking in Almere zo goed mogelijk tegen te gaan, is het uitwisselen van kennis en ervaring met andere gemeenten en overheden. Het Platform Slappe Bodem geeft Almere de mogelijkheid om samen tot een effectieve aanpak te komen om zo bodemdaling beheersbaar te krijgen en bewuste keuzes te maken voor de langere termijn.

Wat brengt gemeente Almere mee voor het platform?

“Almere is een ruim opgezette, groeiende stad met veel groen en water en dat unieke kenmerk willen we actief in stand houden, zowel voor de bestaande stad als voor de uitbreidingsgebieden. In onze woonvisie hebben we afgesproken dat we tot 2030 24.500 nieuwe woningen gaan bouwen. In het nadenken over de invulling van deze uitbreidingsgebieden, zijn de bodemgesteldheid en water belangrijke factoren. Het helpt dan echt wanneer je goed weet hoe de bodem waarop je wilt ontwikkelen eruit ziet en hoe je verzakkingen kunt voorkomen. Dus hoe meer informatie en data je hierover kunt vergaren, hoe beter. Dankzij goede samenwerkingen kun je hierin belangrijke stappen zetten die van grotere betekenis zijn dan voor Almere alleen. Dit kan ook andere gemeenten en overheden nieuwe inzichten bieden.”

Wat verwacht je de komende jaren van deze deelname?

Ik verwacht dat we de aankomende jaren samen met de leden van het Platform Slappe Bodem nog meer werk maken van bewustwording en agendering van bodemdaling binnen verschillende nationale/lokale/regionale agenda’s en beleidsterreinen. De extra kosten voor het onderhoud door verzakkingen zijn zorgwekkend. Gemeenten lossen dat nu vaak op door de kwaliteitseisen voor het onderhoud van de openbare ruimte bij te stellen, om zo de kosten beheersbaar te houden. Maar dat betekent dus ook een lagere kwaliteit van de openbare ruimte en de leefomgeving van inwoners. Hier is naar mijn mening nu nog onvoldoende aandacht voor. Daarom zou het geweldig zijn als gemeenten door het rijk gecompenseerd gaan worden met een extra uitkering uit het gemeentefonds.

Wat is je persoonlijke ervaring met bodemdaling?

“Ik ben zelf woonachtig in Almere Buiten. In dit stadsdeel heeft voornamelijk de Regenboogbuurt last van forse bodemdaling en verzakkingen. Dwars door Almere Buiten loopt nog de oude bedding van de Eem. De Regenboogbuurt, gebouwd in de jaren negentig, ligt precies in die oude rivierbedding. Daar zakt de grond nog harder en ongelijkmatiger. Zo hard, dat de gemeente de openbare ruimte van de Regenboogbuurt al versneld moest ophogen en herstraten. Er vindt een pilot plaats waarbij ophogen met zand wordt vergeleken met ophogen met veel lichtere materialen. Maar het groot onderhoud van de Regenboogbuurt is meer dan alleen onderhoud. Zo hebben we extra ambities op het gebied van duurzaamheid. Het realiseren van een circulaire economie, het voorkomen van hittestress en wateroverlast en het beperken van de toekomstige bodemdaling: dat is waar we samen met inwoners aan werken.”

 

Debatavond Unie van Waterschappen over Verzakkingen en Natte voeten

Op maandag 19 februari organiseerde de Unie van Waterschappen de Steenwegsessie Verzakkingen en Natte voeten. Funderingsproblematiek treft potentieel 1 miljoen huishoudens. Hoe gaan we daar als overheden mee om? Welke rol past het waterschap? En hoe beperken we de schade door lage grondwaterstanden en juist van wateroverlast richting de toekomst? Over die problematiek ging de Unie van Waterschappen graag het gesprek aan met waterschapsbestuurders.

Kijk hier voor meer informatie

Cursus Omgaan met bodemdaling en zettingsarm bouwen

Datum:
dinsdag 16 april 2024
Locatie:
Delft

PAO organiseert een 2-daagse cursus op 16 en 17 april 2024 voor onder andere medewerkers van gemeenten, waterschappen, provincies en ministeries die verantwoordelijk zijn voor het (beoordelen van) ontwerpen en beheerplannen van gebiedsstrategieën en infrastructuur op slappe bodem.

Leer om een weloverwogen keuze te maken tussen traditioneel ophogen met zand of een, vaak duurdere en gevoeligere, zettingsarme of geheel zettingsvrije oplossing. 

Na het volgen van de cursus:

  • weet je welke thema’s van belang zijn voor een integrale gebiedsstrategie
  • welke ophoogtechnieken, wanneer kansrijk zijn en welke risico’s hieraan kleven;
  • weet je wat de eigenschappen van verschillende funderings- en ophoogmaterialen zijn;
  • kun je inschatten hoe uitgebreid grondonderzoek en zettingsprognoses dienen te zijn;
  • heb je meer inzicht in te stellen (zettings)eisen en het borgen van deze eisen middels monitoring;
  • heb je meer inzicht in de raakvlakken met grondwaterbeheer, in zowel droge als natte perioden;
  • tot slot leer je hoe je de samenwerking (en daarmee samenhangend contractvormen) en risicomanagement vorm kunt geven voor projecten op een slappe ondergrond.

Meer informatie en inschrijven via de PAO website.

KCAF Congres 2024

Datum:
donderdag 18 april 2024
Locatie:
Infracampus Harderwijk
Tijd:
09:00 - 17:00

Op 18 april 2024 vindt het KCAF Congres plaats op de Infracampus in Harderwijk. Dit evenement belooft, net als de voorgaande edities, een inspirerende bijeenkomst te worden met actuele thema's zoals preventie, innovaties en techniek. 

De combinatie van plenaire sessies en interactieve workshops biedt een perfecte gelegenheid voor kennisdeling en netwerken met collega's uit de branche. 

Meer informatie over het programma staat op de website van KCAF

Direct aanmelden voor het congres kan via deze link

Volgende pagina »