Investeren in een stevige toekomst
Bodemdaling is een sluipend proces en zo’n 9 miljoen Nederlanders in West-, Oost- en Noord-Nederland hebben met de gevolgen te maken. Dit komt door slappe veen- en kleibodems die dalen door belasting en ontwatering. Het speelt zowel in landelijke veen- en kleigebieden als in bebouwde gebieden. De gevolgen van bodemdaling zijn groot voor landbouw, natuur, gebouwen, woningen, wegen, rioleringen en groenvoorzieningen. De schade varieert van verzakkingen van wegen en woningen tot verlies van landbouwgronden. Bovendien daalt de bodem op veel plaatsen sneller dan de zeespiegel stijgt. Dit maakt samen werken aan oplossingen des te urgenter in onze al laaggelegen rivierdelta. Het is zaak om bodemdaling te beperken en daarmee ook de gevolgen voor bewoners en ondernemers.
Het PBL heeft berekend dat deze kosten kunnen oplopen tot ca 22 miljard euro tot 2050 (‘Dalende bodems, stijgende kosten’, 2016). Recent onderzoek laat daarnaast zien de kosten voor beheer en onderhoud waar gemeenten mee te maken krijgen als gevolg van bodemdaling nog hoger zijn dan tot nu toe werd aangenomen. Bovendien is de compensatie van gemeenten uit het Gemeentefonds fors onder de maat om deze kosten op te vangen. Aan funderingsherstel zijn eigenaren van gebouwen 16 miljard euro kwijt volgens het PBL (2016) en het KCAF sprak in 2020 al van potentieel 80 miljard euro schade. Het Rijk werkt samen met de VNG aan de Nationale Aanpak Funderingsproblematiek en aan verbetering van het reeds bestaande Fonds Duurzaam Funderingsherstel. Daarbij is het belangrijk om niet alleen de uitvoerbaarheid, financiering en de samenhang met andere thema’s in het oog te houden, maar ook de mensen die te maken krijgen met funderingsproblematiek.
In Nederlandse veenweidegebieden hangt bodemdaling samen met een hoge uitstoot van broeikasgassen en draagt daarmee bij aan de klimaatproblematiek. Tegelijkertijd maakt het veranderende klimaat de opgave om bodemdaling aan te pakken vergroot en urgenter. In gebiedsprocessen wordt aan bewoners, gebruikers en beheerders van de veenweidegebieden gevraagd om maatregelen te nemen om bodemdaling terug te dringen. Tijd, geld en kennis zijn onontbeerlijk om aan de grote opgave te kunnen voldoen. Het is aan het Rijk om hiervoor de langetermijndoelen te benoemen en daaraan de nodige middelen te koppelen.
Veiligheid en omgevingskwaliteit zijn tot slot belangrijk voor het behouden en aantrekken van investeringen en werkgelegenheid. Daarom is het noodzakelijk om bodemdaling onder controle te krijgen.
Meer middelen én een lange adem zijn noodzakelijk
Gemeenten, provincies, waterschappen en kennisinstituten werken samen om bodemdaling en de schade daarvan te beperken en de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren. Voor een succesvolle aanpak zijn meer middelen - regelgeving, kennis en geld - én een lange adem nodig. Alleen zo kan de economie in gebieden met bodemdaling verder groeien en kan de kwaliteit van de openbare ruimte in steden en dorpen op niveau worden gebracht. Het is belangrijk dat het Rijk op nationaal niveau hiervoor beleid ontwikkelt dat op regionaal niveau kan worden uitgevoerd. Samen kunnen we de bodemdaling remmen en de gevolgen terugbrengen tot een beheersbare omvang.
Dit moet er gebeuren
Concreet betekent dit dat het volgende geregeld moet worden:
- Nationale regie voor de regionale aanpak: een aanspreekbare, coördinerend bewindspersoon met voldoende middelen om samen met provincies, gemeenten en waterschappen te werken en het remmen van bodemdaling en aanpak van de gevolgen van het bodemdaling. De op 26 oktober aangenomen motie die hiertoe oproept moet worden uitgevoerd.
- Verdere invulling en uitvoering van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Om te komen tot klimaat- bestendig landgebruik en tegelijk de vitaliteit van de veenweidegebieden te behouden moet een nieuwe balans tussen grondgebruik en het water- en bodemsysteem worden bereikt. De mogelijkheden daarvoor verschillen per gebied. Gebiedsprocessen met betrokkenheid van alle partijen zijn daarom noodzakelijk, maar kosten ook tijd en geld. Langjarig investeren hierin is noodzakelijk.
- Funderingsproblematiek en beheer en onderhoud van de openbare ruimte moeten in samenhang worden aangepakt.
- Vorm geven aan de uitvoering van de Nationale Aanpak Funderingsproblematiek (NAF) en verbetering van het Fonds Duurzaam Funderingsherstel (FDF) op basis van het advies aan de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rli) over het toekomstig beleid voor de aanpak van funderingsproblematiek en bodemdaling. Dit advies zal in februari/maart 2024 verschijnen.
- Opzetten en in stand houden van een nationaal wetenschappelijk meetprogramma bodemdaling voor bebouwde gebieden en het uitbreiden en in stand houden van het meetprogramma voor het landelijk gebied. Dit moet leiden tot een nationale databank voor bodem en ondergrond. Deze data moet nationaal beschikbaar gesteld worden voor overheden, inwoners, bedrijven, wetenschappers en ondernemers.
- Er moet verbeterde regelgeving op nationaal niveau komen om (klimaat)adaptieve ontwikkeling van bestaand en nieuw bebouwd gebied te vergemakkelijken, zoals in het bouwbesluit, bodemwetgeving en RO-wetgeving. Hierbij moet de uitvoering in regio’s, steden en dorpen leidend zijn.
- Verbetering van het gemeentefonds voor beheer en onderhoud van infrastructuur en openbare ruimte op alle slappe veen- en kleibodems. Zelfs met toepassing van levensduurverlengende technieken en de levenscycluskostenbenadering is de dekking uit het gemeentefonds van de meerkosten ten gevolge van bodemdaling te laag en de financiering van bodemdalingsbestendige nieuwbouw ontoereikend.
- Gericht beleid voor oude wijken waar de stapeling van opgaven van bodemdaling, funderingsproblematiek, energietransitie en klimaatadaptatie tot problemen leidt.
- Middelen om de kwaliteit van openbare ruimte inclusief infrastructuur op bodemdalingsgevoelige gebieden op niveau te brengen (achterstanden inlopen).
- Middelen (geld, kennis en regelgeving) om waar mogelijk effectief waterbeheersmaatregelen te nemen tegen droogte en (versnelde) bodemdaling in bebouwd gebied (Drainage Infiltratie Transport -riolering, actief grondwaterpeilbeheer). Tegelijk moet het beleid van nieuwe bebouwde gebieden gericht zijn op het zo min mogelijk afhankelijk worden van technische maatregelen om het water- en bodemsysteem aan te passen.
Samenwerking
Het Platform Slappe Bodem is een netwerksamenwerking van 35 gemeenten, 7 waterschappen en 2 provincies. Het doel van deze samenwerking is om bodemdaling in bebouwde en landelijke gebieden toekomstbestendig en betaalbaar onder controle te krijgen en waar mogelijk te stoppen. Om schade te voorkomen, is een integrale, nationale aanpak nodig waarin alle overheidslagen, maar ook inwoners en bedrijven, een rol hebben. Bodemdaling is een nationale problematiek, die nationaal aangepakt moet worden. Geen enkele overheidslaag heeft de sleutel tot de oplossing. Het vergt samenwerking om bodemdaling onder controle te krijgen. Een regionale aanpak met nationale regie is noodzakelijk.
Meer hierover is te zien in de infographic Bodemdaling remmen we samen (pdf). Voor meer informatie over onderhoud van wegen downloadt u de illustratie Wegen op slappe bodem (pdf).