Terugblik Nationaal Congres Bodemdaling 2024 Investeren in een stevige toekomst
De negende editie van het Nationaal Congres Bodemdaling vond dit jaar plaats in Zwolle. Tijdens de plenaire bijeenkomst presenteerde kersverse voorzitter Jesse Luijendijk de strategische agenda 2025-2029 met betrokken portefeuillehouders van het Platform Slappe Bodem. Ook het jaarlijkse bodemdalingsjournaal stond weer op het programma en Josse de Voogd plaatste in zijn keynote enkele rake observaties over sociaal-maatschappelijke en economische ontwikkelingen, stemgedrag en de relatie met bodemdaling en funderingsproblematiek.
De ontwikkelingen en uitdagingen in Zwolle en Noordwest Overijssel werden door bestuurders van de gemeente en provincie toegelicht. De landelijke opgaven rondom water- en bodem sturend en het funderingsdossier werden door betrokken ambtenaren nader toegelicht.
Aan het eind van het ochtendprogramma riep voorzitter Jesse Luijendijk op: ”Alle bestuurders, alle overheidslagen moeten de juiste keuzes durven maken om bodemdaling en schade in de toekomst te voorkomen en nu al te investeren in een stevige toekomst.”
Met 12 inspirerende bijdragen in de middag geprogrammeerd met inbreng van het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen langs de 4 thema’s van de strategische agenda; 14 standhouders bij de kennismarkt en 300 deelnemers aan het congres was het weer een energieke bijeenkomst!
Iedereen bedankt voor de actieve deelname en graag zien we jullie volgend jaar op 20 november weer terug op onze lustrum editie: het 10e Nationaal Congres Bodemdaling!
De presentatie van het plenaire deel, de flyer met het complete programma en foto's van het congres zijn hieronder te vinden. Ook de presentaties van ronde 1 van de middagsessies zijn hieronder te downloaden. De presentaties van ronde 2 en 3 van de middagsessies vindt u hier.
Presentaties nationaal congres bodemdaling 2024
De negende editie van het Nationaal Congres Bodemdaling vond dit jaar plaats in Zwolle.
De presentatie van het plenaire deel, de flyer met het complete programma en foto's van het congres zijn te vinden op onze congrespagina. Ook de presentaties van ronde 1 van de middagsessies daar te downloaden.
De presentaties van ronde 2 en 3 van de middagsessies vindt u hieronder.
Investeren in een stevige toekomst
Op 21 november is de nieuwe koers voor het Platform Slappe Bodem gepresenteerd. Dit gebeurde tijdens het 9e nationale congres bodemdaling in Zwolle. Het hele netwerk en veel deskundigen buiten het Platform Slappe Bodem hebben vanaf begin dit jaar meegewerkt aan de nieuwe strategische agenda die loopt van 2025 tot 2029: Investeren in een stevige toekomst.
Bodemdaling is een sluipend proces en zo’n 9 miljoen Nederlanders in West-, Oost- en Noord-Nederland hebben met de gevolgen te maken. Dit komt door slappe veen- en kleibodems die dalen door belasting en ontwatering. Het speelt zowel in landelijke veen- en kleigebieden als in bebouwde gebieden. De gevolgen van bodemdaling zijn groot voor landbouw, natuur, gebouwen, woningen, wegen, rioleringen en groenvoorzieningen. De schade varieert van verzakkingen van wegen en woningen tot verlies van landbouwgronden. Bovendien daalt de bodem op veel plaatsen sneller dan de zeespiegel stijgt. Dit maakt samen werken aan oplossingen des te urgenter in onze al laaggelegen rivierdelta. Het is zaak om bodemdaling te beperken en daarmee ook de gevolgen voor bewoners en ondernemers.
De continue bodemdaling leidt onder meer tot waterbeheerproblemen, funderingsschade en hogere lasten. De impact voor bewoners en ondernemers is groot. De schade aan funderingen en infrastructuur is hoog en loopt in de tientallen miljarden. Voor een toekomstbestendig Nederland waarin gewoond, gewerkt en voedsel geproduceerd kan worden moet bodemdaling daarom krachtig worden aangepakt.
Kersverse voorzitter van Platform Slappe Bodem Jesse Luijendijk deed tijdens het congres een oproep: ”Alle bestuurders, alle overheidslagen moeten de juiste keuzes durven maken om bodemdaling en schade in de toekomst te voorkomen en nu al te investeren in een stevige toekomst.”
Aanpak van bodemdaling
Nieuw is de aanpak volgens vier thema’s en het verdiepen van het eigenaarschap bij de deelnemers van het Platform Slappe Bodem. Voor alle thema’s zijn bestuurlijke teams vanuit gemeenten, waterschappen en provincie aangesteld. Daarmee kan het Platform meer kracht ontwikkelen om de al ingezette lobby en activiteiten voort te zetten. De vier thema’s zijn:
- Landelijk gebied: het werken aan een nieuwe toekomst voor (het benutten van) het landelijk gebied bij het voorkomen en tegengaan van de gevolgen van bodemdaling
- Openbare ruimte en infrastructuur: het betaalbaar houden van de kwaliteit van de openbare ruimte en de infrastructuur en verbeteren van de kwaliteit
- Funderingen en historische gebouwen: een integrale aanpak bij funderingsherstel van woningen en historische gebouwen
- Nieuwbouw: het ontwikkelen van bodemdalingsbestendige nieuwbouw in bestaande stedelijke gebieden en gebieden die bedoeld zijn voor toekomstige woningbouw of bedrijven
Samenbindende factor zijn de voorzitter en de vicevoorzitter, die zaken die de vier thema’s overstijgen behartigen.
Om de kennis over bodemdaling in de vier thema’s verder uit te breiden en te verspreiden werken we samen met het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen. Hiervoor is ook een bestuurder verantwoordelijk.
Hieronder kunt u de strategische agenda en het overzicht van de thema's met bijbehorende bestuurlijk verantwoordelijke downloaden.
Aanpak droogteproblematiek in stedelijke gebieden in ontwikkeling
De klimaatverandering zorgt voor een toenemende droogte met grote uiteenlopende, schadelijke gevolgen in de gebouwde omgeving. Om de droogteproblematiek aan te pakken financiert de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) een project dat zich richt op het ontwikkelen van kennis en handelingsperspectieven om stedelijke gebieden weerbaar te maken tegen droogte. Een samenwerkingsgroep van verschillende partijen (consortium) ontvangt in totaal 3,3 miljoen euro vanuit het programma ‘Droogte in de Bebouwde Omgeving’ van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA).
Het project ‘Dorstige Steden’ (‘Thirsty cities’) is opgezet om kennis uit verschillende vakgebieden en sectoren te bundelen. Het project onderzoekt hoe droogte de Nederlandse stedelijke gebieden raakt en hoe hiermee omgegaan kan worden. Het doel van dit project is om op basis van deze inzichten handelingsperspectieven te ontwikkelen voor overheden, bedrijven en burgers. Het faciliteert de samenwerking tussen fundamenteel, toegepast en praktijkgericht onderzoek. Drie deelgroepen, die eerder geselecteerd werden, werkten samen in een unieke, interdisciplinaire samenwerking om één geïntegreerd onderzoeksvoorstel te schrijven. Dit heeft geleid tot de vorming van het nieuwe consortium achter ‘Dorstige Steden’, dat bijdraagt aan een toekomstbestendige aanpak van droogte in stedelijke gebieden.
Oorsprong van het project
Het project ‘Dorstige Steden’ werd ontwikkeld in opdracht van de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (nu Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur), samen met Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer, RIONED, Platform Slappe Bodem, Waternet, Provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam.
Jesse Luijendijk nieuwe voorzitter Platform Slappe Bodem
Jesse Luijendijk is de nieuwe voorzitter van het Platform Slappe Bodem. De bestuurlijke kerngroep van het Platform heeft op 2 oktober daartoe besloten.
Jesse Luijendijk, wethouder van Almere, is sinds de collegevorming na de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 lid van de bestuurlijke kerngroep van het Platform Slappe Bodem. Almere neemt al geruime tijd deel aan het platform. Eerder al publiceerden we een interview met hem. Over zijn nieuwe rol als voorzitter zegt hij: "Bodemdaling is een belangrijk onderwerp, in Almere en in Nederland. Ik ben blij en vereerd dat ik in deze nieuwe functie een bijdrage kan leveren aan bewustwording en agendering op dit gebied."
Op 21 augustus 2024 heeft Michel Klijmij-van der Laan zijn ontslagbrief ingediend als wethouder van Gouda. Daarmee nam hij ook afscheid van het Platform.
Klazien Hartog (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, vicevoorzitter) heeft de afgelopen periode de voorzittersrol met veel waardering waargenomen. Het platform bedankt haar voor haar inzet in deze periode. Klazien Hartog blijft vicevoorzitter en penningmeester van het Platform Slappe Bodem.
Tijdens het Nationaal Congres Bodemdaling op 21 november is er gelegenheid om nader kennis te maken met Jesse Luijendijk.
Start onderzoeksproject kosten bodemdaling voor waterschappen en provincies
Hoe groot is het probleem van bodemdaling voor de infrastructuur voor provincies en waterschappen? Deze maand is Sweco in opdracht van het Platform Slappe Bodem gestart om antwoord te krijgen op deze vraag.
Voor gemeenten heeft het Platform Slappe Bodem inzichtelijk gemaakt wat de totale kosten zijn in de studie “Analyse Slappe Bodem Factor” van Sweco. Hieruit blijkt dat de jaarlijkse beheerkosten voor gemeenten met infrastructuur op slappe bodem kunnen oplopen tot 1,7 miljard euro. Hoewel gemeenten met slappe bodem een aanvullende uitkering uit het gemeentefonds ontvangen om deze extra kosten te dekken, is deze dekking bij lange na niet voldoende.
Maar hoe hoog zijn de kosten voor provincies en waterschappen? Ook zij beheren infrastructuur op slappe bodem. Met behulp van casestudies van zowel provincies als waterschappen brengt Sweco de meerkosten in kaart. Neem contact op met Arend van Woerden als je interesse hebt om deel te nemen aan dit onderzoek (bijvoorbeeld door data aan te leveren) of als je geïnteresseerd bent in de onderzoeksresultaten. De verwachting is dat de resultaten begin 2025 beschikbaar zijn.
Vervolgstap in gebruik van schuimglas
De internetconsultatie voor de wijziging normstelling zwelklei en schuimglas (Wijziging Regeling bodemkwaliteit 2022) is van start gegaan. De wijziging heeft tot doel het toepassen van zwelklei en schuimglas op of in de bodem eenvoudiger te maken, zonder dat er risico’s ontstaan voor de bodem. De internetconsultatie brengt het daadwerkelijk kunnen toepassen van schuimglas weer een stap dichterbij, mede dankzij de inspanningen van het Platform Slappe Bodem.
In de zoektocht naar materialen die kunnen helpen om zettingen (verzakkingen) in de openbare ruimte te verminderen, kosten te besparen en onze dorpen en steden klimaatbestendig te maken wordt schuimglas als een veelbelovend ophoog- / funderingsmateriaal gezien. In het buitenland wordt dit circulaire materiaal – geproduceerd uit gerecycled glas - al decennialang ingezet, maar in Nederland is dat nog niet mogelijk vanwege andere milieuwetgeving. De fabrikanten en leveranciers hebben zich ingespannen om het product te verbeteren.
Het Platform Slappe Bodem heeft de problematiek herhaaldelijk aangekaart bij leden van Tweede en Eerste Kamer en zich ervoor ingespannen dat deze wijziging er komt, zodat we schuimglas breed kunnen gaan gebruiken.
Afhankelijk van de snelheid in het vervolgproces, zou de wijziging van de regeling per 1 januari 2025 van kracht kunnen zijn.
Dit is de link naar de internetconsultatie.
Handboek en factsheet bodemdaling en kabels en leidingen gepubliceerd
Het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen (KBF) en het Centrum ondergronds bouwen (COB) hebben het ‘Handboek reconstructies bodemdaling en kabels en leidingen’ gepubliceerd. De publicatie biedt tips en tricks om bij reconstructies vanwege bodemdaling (nog) beter rekening te houden met kabels en leidingen.
Bodemdaling veroorzaakt verzakte wegen en paden, beschadigde gebouwen en een verstoorde waterafvoer. De beheerkosten zijn voor gemeenten op slappe bodem tweemaal zo hoog vergeleken met gemeenten met een stevige ondergrond. Door zakking van de bodem ontstaan ook vaak schades aan en/of functieverstoringen van ondergrondse infrastructuur, zoals riolering, drinkwater- en gasleidingen en telecom- en elektriciteitskabels.
Reconstructie- en ophoogprojecten hebben vaak een behoorlijke impact op kabel- en leidingnetten. Er is een grote behoefte aan het uitwisselen van kennis en ervaring, zodat betrokkenen van elkaar kunnen leren. Met dit doel hebben het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen (KBF) en het Centrum ondergronds bouwen (COB) een handboek en een factsheet opgesteld.
Vertrek Michel Klijmij-van der Laan
Op 21 augustus 2024 heeft onze voorzitter Michel Klijmij-van der Laan zijn ontslagbrief ingediend als wethouder van Gouda. Daarmee verliest het Platform Slappe Bodem een actieve en gedreven voorzitter en boegbeeld waarmee het altijd prettig samenwerken was.
In de bijna twee jaar dat Michel voorzitter van het Platform was heeft hij met enorm enthousiasme en de nodige humor veel werk verzet en was hij onvermoeibaar bezig met het agenderen van bodemdaling en funderingsproblematiek op alle bestuurlijke niveaus. Het Platform heeft een mede hierdoor een flinke groei doorgemaakt en de samenwerking in het netwerk is versterkt. Het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen is door Michel in Gouda geopend in 2023, waarmee een grote wens van het Platform in vervulling ging. Voor de deelnemers van het Platform heeft hij zich ingezet om aandacht, handelingsperspectief en kennis over bodemdaling en funderingsproblematiek beschikbaar te maken en te verspreiden. Het Platform is Michel zeer dankbaar voor zijn tomeloze inzet en enthousiasme.
De vicevoorzitter, Klazien Hartog (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier), neemt de taken van de voorzitter voorlopig waar. In de komende maanden zal een nieuwe voorzitter gekozen worden.
Themasessie ‘kosten bodemdaling en LCC’ biedt inzicht en perspectief
Het Platform is gestart met een nieuwe serie bijeenkomsten exclusief voor deelnemers aan het Platform Slappe Bodem: de themasessies. De eerste themasessie met als thema ‘kosten bodemdaling en LCC’ heeft met ongeveer 15 deelnemers plaatsgevonden op 21 mei bij het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen (KBF) in Gouda. Doel van de themabijeenkomsten is om voor de deelnemers van het Platform extra inzichten, kennis en concreet handelingsperspectief te bieden over een aantal bodemdalingsgerelateerde thema’s. De insteek is primair bestuurlijk, maar ook ambtenaren zijn bij de sessies van harte welkom.
De sessie van 21 mei werd verzorgd door Sweco. De dag begon met een toelichting op en een gesprek over het vorig jaar door Sweco in opdracht van het Platform uitgevoerde onderzoek naar de kosten van bodemdaling voor beheer en onderhoud van infrastructuur door gemeenten en de dekking van deze kosten in het gemeentefonds. Vervolgens is ingegaan op een methode om de kosten van beheer en onderhoud op langere termijn in de hand te houden en de kwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren bij aanleg en reconstructie: life cycle costing (LCC) oftewel de levenscycluskostenmethode. Hierbij zijn concrete handvatten aangereikt om hiermee aan de slag te gaan, met bijzondere aandacht voor de vakmensen en -afdelingen die hierbij betrokken moeten worden. Deze methode is niet alleen voor gemeenten nuttig, maar ook voor provincies en waterschappen. Dit jaar zal Sweco ook voor waterschappen en provincies berekenen met welke kosten zij geconfronteerd worden ten gevolge van bodemdaling. De resultaten worden naar verwachting in november rond het Nationaal Congres Bodemdaling gepubliceerd.
De komende periode worden meerdere themasessies georganiseerd speciaal voor deelnemers van Platform Slappe Bodem.
Bodemdaling en funderingen beter belegd bij VNG
Het jaarlijkse VNG-congres was dit jaar door de gemeenten Woerden, Gouda en Alphen aan den Rijn georganiseerd op diverse locaties in het Groene Hart. Bodemdaling was vanzelfsprekend een van de thema’s waarover de gemeentebestuurders zich konden laten informeren. Het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen (KBF) heeft bestuurders op bezoek gehad voor een voorlichting over de gevolgen van bodemdaling in bebouwd en landelijk gebied en de aanpak en risico’s van de funderingsproblematiek.
Tijdens de algemene ledenvergadering is gestemd over de door de gemeente Gouda ingediende motie ‘Slappe bodem, sterke samenwerking’. In de motie wordt de VNG opgeroepen om de thema’s bodemdaling en funderingsproblematiek sterker te agenderen en het Platform Slappe Bodem en het KBF in te schakelen voor de nodige kennis en informatie. Deze motie is aangenomen, waarmee de nauwe samenwerking tussen VNG en het Platform extra is bevestigd. Weer een mooie impuls voor de gezamenlijke lobby voor de krachtige aanpak van bodemdaling en funderingsproblematiek..
Welkom gemeente Dordrecht
Gemeente Dordrecht is een van de nieuwe deelnemers van het Platform Slappe Bodem. We interviewen wethouder Rik van der Linden.
Waarom is gemeente Dordrecht deelnemer geworden van het Platform Slappe Bodem?
Na de aanpak van de houten funderingspalen problematiek in Dordrecht, in de eerste jaren van deze eeuw, zijn wij ervan overtuigd dat Dordrecht ook problemen heeft met gebouwen en woningen met ondiepe fundering. Een behoorlijk deel van deze woningen zijn in particulier bezit. Ook de combinatie van de wijken met veel woningen met ondiepe funderingen en de daling van de openbare ruimte, met onderliggende kabels en leidingen, geeft problemen met wateroverlast, huisaansluitingen en onderhoudswerkzaamheden. Platform Slappe Bodem is een platform dat veel kennis en ervaring biedt, onderzoek doet en ook een belangrijke rol heeft in het agenderen van de problematiek bij het Rijk.
Wat verwacht je de komende jaren van deze deelname?
De rol die het Platform Slappe Bodem nu vervult moet doorgezet worden: agenderen, kennis en ervaringen delen. Er is nog veel kennis te ontwikkelen en er zijn veel woningen met een funderingsprobleem die aangepakt moeten worden. We verwachten dat we samen met Platform Slappe Bodem en de andere aangesloten gemeenten en waterschappen veel kennis kunnen ontwikkelen en met elkaar kunnen delen. Daarmee kunnen we de problematiek van Dordrecht effectiever aanpakken.
Wat is je persoonlijke ervaring met bodemdaling?
Dordrecht heeft ervaring vanwege de problematiek met houten palen en de samenhang met het grondwater in stedelijk gebied. Dordrecht zakt minder dan het veenweidegebied in het Groene Hart, maar Dordrecht kent ook een behoorlijke bodemdaling die tot problemen leidt in de openbare ruimte, met ondergrondse leidingen en huisaansluitingen. Zo ontstaan er steeds grotere hoogteverschillen in de openbare ruimte en op de scheiding met privaat gebied. Rioolvervanging en andere werkzaamheden in de openbare ruimte worden extra complex en geven risico op schade aan gebouwen vanwege de beperkte drooglegging. De gevolgen van bodemdaling geeft veel extra onderhoud, extra kosten en uiteindelijk ook een rommelig beeld.
Wat brengt gemeente Dordrecht mee voor het platform?
De gemeente Dordrecht heeft op het gebied van aanpak van houten paalfunderingen de nodige ervaring opgedaan. Kennis en ervaring die we kunnen inzetten en kunnen delen met anderen. Ook op het gebied van grondwaterbeheer is er de nodige kennis en ervaring bij de gemeente Dordrecht aanwezig. Als wethouder zorg ik ervoor dat de bodemdaling geagendeerd wordt en blijft bij verschillende beleidsterreinen in de gemeente Dordrecht.
We heten gemeente Dordrecht van harte welkom in ons netwerk!
Reactie op hoofdlijnenakkoord
Ook de nieuwe coalitie ziet in het akkoord op hoofdlijnen dat ons water- en bodemsysteem en de funderingsproblematiek in het licht van de klimaatverandering dringend aandacht behoeven op nationaal niveau. Funderingen van gebouwen en infrastructuur worden concreet genoemd, maar het woord bodemdaling niet. Voor de aanpak van bodemdaling en uitstoot van broeikasgassen in het landelijk gebied zijn de aangrijpingspunten echter mager. Het Platform Slappe ziet de verwachte inspanningen van de coalitie op basis van de geformuleerde ambities dan ook met gemengde gevoelens tegemoet en pleit voor meer urgentie.
Daarom heeft het Platform een position paper naar de formerende partijen gestuurd waarin zij onder andere pleit voor:
- Verantwoordelijk bewindspersoon en nationaal coördinator bodemdaling en funderingen
- Investeringen in onderzoek, innovatie en kennisdeling
- Financiering van decentrale overheden om gevolgen bodemdaling aan te pakken en nieuwe problematiek te voorkomen.
Het position paper is hieronder te downloaden.
Kaartmateriaal van Deltares
Voorkom een funderingscrisis; belangrijk debat in de Tweede Kamer
Op 11 juni vindt in de Tweede Kamer een plenair debat plaats over funderingsschade aan woningen. Het Platform Slappe Bodem vindt het belangrijk dat het Rijk regie neemt over dit thema. De aanpak van de problematiek moet snel ter hand worden genomen om te voorkomen dat deze ontaardt in een crisis van grote omvang.
Het Platform Slappe Bodem roept de Tweede Kamer op om het advies van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rli), 'Goed gefundeerd', over te nemen, in te zetten op een aanpak voor de lange termijn met een verantwoordelijk bewindspersoon en nationaal coördinator en die te voorzien van voldoende middelen. Lees ons pleidooi hierover: Platform is blij met advies Rli voor nationale aanpak funderingsschade, wel zorgen over uitvoering.
De funderingsproblematiek heeft naast financiële ook forse emotionele en maatschappelijke gevolgen. Het hebben van een veilig en betaalbaar thuis is een van de belangrijkste basisbehoeften van mensen. Door slechte funderingen en verzakkingsschade komt deze basisbehoefte in het gedrang en staat het leven opeens zowel letterlijk als figuurlijk op losse schroeven.
Wat moet er gebeuren?
Het gesprek over de woningcrisis richt zich vaak op nieuwbouw. Dat is begrijpelijk, maar de bestaande woningvoorraad verdient tegelijkertijd ook aandacht om te voorkomen dat we hier kwaliteit en capaciteit verliezen. In sommige gemeenten wordt 5 tot 15% van het woningbestand potentieel bedreigd door funderingsproblemen. Hoewel het onderhoud en de staat van een woning de verantwoordelijkheid is van de eigenaar, zien wij dat optreden van de overheid nodig is vanwege de relatie met de openbare ruimte en vanwege het voorkomen van sociaal-maatschappelijke problemen. Tot nu toe gebeurde dat op beperkte schaal door een aantal gemeenten (onder meer Schiedam, Rotterdam, Haarlem, Zaanstad en Gouda) maar de problematiek breidt zich uit over het land en wordt daarmee te groot voor gemeenten om aan te pakken. Vorig jaar hebben wij daarom een standpuntennotitie ontwikkeld.
Wat zou moeten gebeuren:
- Opzetten van een nationaal programma met een opdracht en financiering voor lange termijn, aanstellen van een nationaal coördinator en verantwoordelijk bewindspersoon;
- Opzetten van een nationale kennisinfrastructuur die lokaal te benaderen is;
- Financiering van 'niet-kunners' verbeteren door verbetering van het Fonds Duurzaam Funderingsherstel;
- Nader onderzoek naar de omvang en urgentie, zodat keuzes in de tijd kunnen worden gemaakt;
- Informatie over de staat van de fundering verplicht stellen bij transactie van een pand;
- Ontwikkeling van de innovatieve aanpak van funderingsherstel om de snelheid en capaciteit te vergroten;
- Gemeenten (en afhankelijk van de situatie waterschappen en provincies) in staat stellen inwoners te ondersteunen met kennis, capaciteit en geld;
- Bij de nationale aanpak de mogelijkheid van herontwikkeling niet uitsluiten en hiervoor instrumentarium ontwikkelen.
Reactie op advies Rli
De Rli heeft in februari een advies uitgebracht, 'Goed gefundeerd'. Het Platform Slappe Bodem heeft aan het advies bijgedragen en heeft hierop gereageerd. Het Platform is blij met het advies waarin veel van bovenstaande punten zijn verwerkt, maar plaatst enkele kanttekeningen:
- Er wordt veel waarde gehecht aan preventieve maatregelen door gemeenten en waterschappen. Het Platform waarschuwt dat de mogelijkheden voor de sturing van grondwater beperkt zijn en vaak slechts voor uitstel kunnen zorgen tegen relatief hoge (publieke) kosten. Hiervoor kan in sommige gevallen gekozen worden om tijd te winnen, maar het biedt geen uiteindelijke oplossing;
- De financiële sector draagt verantwoordelijkheid en heeft groot belang maar wordt nauwelijks aangesproken;
- Er is veel aandacht voor de kosten voor pandeigenaren maar weinig voor de kosten die gemeenten maken om de openbare ruimte aan te passen aan de verschillende typen funderingen en de staat daarvan. Deze kosten moeten uiteindelijk door alle inwoners worden opgebracht. Funderingen en de inrichting van de openbare ruimte en infrastructuur zijn met elkaar verbonden.
Uitwerking van hoofdlijnenakkoord
Funderingen van gebouwen en infrastructuur worden concreet genoemd in het hoofdlijnenakkoord van de nieuwe coalitie. Dat biedt positieve aangrijpingspunten om tot een krachtige nationale aanpak te komen. In financiële zin ontbreken deze aangrijpingspunten helaas. De uitwerking van het hoofdlijnenakkoord zou zich volgens het Platform moeten richten op:
- Investeringen in een kennisinfrastructuur met loketfunctie op lokaal niveau;
- Financiering van gemeenten voor de aanpak van funderingsproblematiek en bodemdaling (openbare ruimte);
- Subsidies voor funderingsonderzoek en -herstel.
Meer informatie: Kijk hier het webinar over bodemdaling en funderingen terug dat we eerder dit jaar voor Kamerleden organiseerden.
Welkom gemeente Zwijndrecht
Het Platform Slappe Bodem is weer een deelnemer rijker; de gemeente Zwijndrecht heeft zich aangesloten. We interviewen wethouder Van Dongen van Zwijndrecht.
Waarom is gemeente Zwijndrecht deelnemer van het Platform Slappe Bodem geworden?
"Bodemdaling is een belangrijk en actueel thema voor de gemeente Zwijndrecht. Als gemeente zijn wij deelnemer geworden om vier redenen:
- Krachtenbundeling vanuit de deelnemende gemeenten.
- Kennisdeling en samenwerking, zodat niet iedere gemeente afzonderlijk het spreekwoordelijke "wiel moet uitvinden".
- Gemeente Zwijndrecht kan veel kennis bijdragen op dit vlak vanuit praktijkervaringen. Het zou daarom onlogisch zijn als we niet deelnemen aan het platform.
- Het thema bodemdaling gezamenlijk naar de Rijkstafels brengen. Een evenredige financiële lans breken om bodemdaling meerjarig het hoofd te kunnen bieden."
Wat brengt gemeente Zwijndrecht mee voor het platform?
"Een zeer gedreven wethouder die zich actief inzet voor het thema bodemdaling. Binnen Zwijndrecht draag ik er zorg voor dat bodemdaling binnen diverse beleidsvelden wordt geagendeerd.
Als gemeente hebben wij inmiddels veel kennis op gedaan over hoe wij onze inwoners betrekken bij dit onderwerp. Daarnaast hebben wij in de praktijk de afgelopen jaren al de consequenties gezien van de bodemdaling, zoals breuken in persleidingen en scheuren in vrijvervalriolering bij een aantal gemalen. Deze kennis wil ik graag delen met de collega-gemeenten."
Wat verwacht je de komende jaren van deze deelname?
"Dat we als gemeente veel kennis opbouwen over het thema bodemdaling. Met deze kennis zijn wij in staat om samen met de deelnemenede gemeenten complexe vraagstukken op te pakken en hier een actieve bijdrage aan te leveren. Met het platform kunnen wij vragen delen en deze uitdiepen met elkaar om zo te komen tot concrete plannen en maatregelen. Dit biedt kansen om de financiële impact beter op de agenda te krijgen van de Rijkstafels en daarmee urgentie te creëren. Het is immers problematiek van nationale omvang."
Wat is je persoonlijke ervaring met bodemdaling?
"De bodemopbouw in de gemeente Zwijndrecht wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een pakket veen- en kleilagen in de ondiepe ondergrond. Als gevolg van wisselende grondwaterstanden en inklinking van deze veengronden is bodemdaling een actueel thema. In de gemeente zijn de gevolgen van bodemdaling goed zichtbaar.
Door de bodemdaling moet er veel worden gedaan in het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. In de bodem zit namelijk veel ondergrondse infra zoals een warmtenet, rioleringen en kabels en leidingen.
Veel woningen in Zwijndrecht zijn niet onderheid en zakken als gevolg van de bodemdaling. Dit is het "thuis" van onze inwoners en de hypotheken lopen door. De woningen worden minder waard en onverkoopbaar door de bodemdaling met alle gevolgen van dien voor onze inwoners. Als gemeente kunnen wij zonder een krachtenbundeling en een evenredige financiële verdeling van de benodigde investeringen de rol van beheerder van de openbare ruimte niet lang volhouden."
We heten gemeente Zwijndrecht van harte welkom in ons netwerk!
Ruimtelijk afwegingskader klimaatadaptieve gebouwde omgeving
Op 9 april presenteerde het ministerie van I&W het ‘Ruimtelijk afwegingskader klimaatadaptieve gebouwde omgeving’. Het Platform Slappe Bodem (PSB) is blij dat het afwegingskader er ligt. Het geeft duidelijkheid aan alle betrokken partijen. Het Platform ziet bevestiging van wat het de afgelopen jaren uitdraagt en wat in de Uitgangspuntennotitie Water en Bodem Sturend is verwoord: bouwen op slappe bodem is mogelijk, mits de juiste maatregelen worden genomen en bodemdalingsbeperkende (innovatieve) technieken worden toegepast. Zo kunnen problemen in de toekomst in openbare ruimte, infrastructuur en waterveiligheid voorkomen worden en veel kosten vermeden. Het bieden van betaalbare woningen op slappe bodem nu en over langere termijn is in een groot deel van Nederland een uitdaging voor zowel gemeenten als ontwikkelaars. Daarvoor is innovatie, lef en ook geld nodig. Het Platform zet zich ervoor in om dit te bereiken, maar verwacht ook van het Rijk een belangrijke bijdrage.
Het afwegingskader geeft hiervoor handvatten bij de locatiekeuze voor de ontwikkeling van woonwijken en bedrijventerreinen. Het is een steun in de rug voor innovatieve ontwikkeling van nieuwbouwlocaties, en tegelijkertijd een uitdaging voor de ontwikkelaars. Ruimte voor maatwerk blijft daarbij belangrijk: niet alle (gebieds)kennis over het bodem- en watersysteem is in het afwegingskader verwerkt of al beschikbaar, dus voor een goede afweging moet altijd ter plaatse nader onderzoek gedaan worden. Aandacht hiervoor is nodig bij de aangekondigde verwerking in wet- en regelgeving. Daarnaast moet het financieel instrumentarium nog geregeld worden (de grondexploitatie ofwel GREX) en is het belangrijk dat bij de keuze voor de inrichting (aanlegmethode) de gehele levenscyclus wordt beschouwd. Dit betekent dat een levenscyclusanalyse wordt uitgevoerd waarbij rekening wordt gehouden met aanleg, beheer en vervanging, zodat de kosten niet afgewenteld worden op bewoners en beheerders in de toekomst.
Het Platform pleit ervoor dat het Rijk met het afwegingskader de verantwoordelijkheid voelt en neemt om de kennisinfrastructuur en kennisontwikkeling ter ondersteuning van beleid en maatregelen langjarig te organiseren en te financieren en moedigt alle betrokken partijen aan om gebruik te maken van bestaande kennis bij het PSB en bij het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen (KBF).
Het ruimtelijk afwegingskader vloeit voort uit de keuzes die gemaakt zijn in de Kamerbrief Water en Bodem Sturend van november 2022 en is een eerste landelijke uitwerking van het principe dat water en bodem sturend moeten zijn bij nieuwe ontwikkelingen. Het bestaat uit nieuw kaartmateriaal waarmee overheden de risico’s van elk gebied in Nederland makkelijker kunnen zien. Door per locatie de risico’s te tonen op het vlak van waterveiligheid, wateroverlast, bodemdaling en drinkwater geeft het afwegingskader meer duidelijkheid over waar er gebouwd kan worden.
Welkom gemeente Landsmeer
Het Platform Slappe Bodem is weer een deelnemer rijker; de gemeente Landsmeer heeft zich aangesloten. Landsmeer is een dorp en een gemeente in Noord-Holland, ten noorden van Amsterdam. De bodem bestaat grotendeels uit veen. Behalve Landsmeer horen ook de kernen Den Ilp en Purmerland bij de gemeente.
Bas ten Have is wethouder in de gemeente Landsmeer. Hij geeft aan dat hij de komende jaren vooral solidariteit wil uitstralen en de lobby voor de bodemdalingsproblematiek wil versterken. Landsmeer is lid geworden van ons platform nadat een raadslid had geconstateerd dat de omliggende gemeenten Oostzaan, Wormerland en Waterland al lid waren. Als kleine gemeente van 11.500 inwoners, met beperkte ambtelijke capaciteit, werkt de gemeente zo veel mogelijk samen in hun regio, zolang er nog geen besluit is genomen over de bestuurlijke toekomst. Dat geldt dus ook in breder verband in het Platform Slappe Bodem.
De persoonlijke ervaring van wethouder ten Have met bodemdaling is herkenbaar; “Ik weet wat het is om de tuin regelmatig te moeten ophogen!”
We heten gemeente Landsmeer van harte welkom in ons netwerk!
Onze uitgangspunten over Water en Bodem Sturend
In de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is bepaald dat ‘Water en bodem sturend’ een belangrijk uitgangspunt wordt in de ruimtelijke ordening van Nederland. 'Water en bodem sturend' houdt in dat het bodem-watersysteem een doorslaggevende rol speelt bij de inrichting van Nederland. Bodemdaling is een belangrijk thema, dat zowel het water- als het bodemsysteem raakt. Het Platform Slappe Bodem wil een constructieve inbreng leveren, geredeneerd vanuit de samenwerkende gemeenten, waterschappen en provincies die het beleid zullen moeten uitvoeren. Hiertoe hebben we een uitgangspuntennotitie geschreven. De keuzes die hierbij gemaakt worden zijn vanzelfsprekend altijd gebiedsspecifiek.
Met de Kamerbrief ‘Water en Bodem Sturend’ die op 25 november 2022 is verschenen, heeft het kabinet nadere invulling aan gegeven aan het regeerakkoord en de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Sinds het verschijnen van de Kamerbrief wordt gewerkt aan de concrete invulling via drie sporen:
- Landelijke ‘Maatlat voor een Groene Klimaatadaptieve Gebouwde Omgeving’
- Ruimtelijk Afwegingskader Locatiekeuze (in ontwikkeling)
- Nationaal Programma Bodem Ondergrond en Grondwater (in ontwikkeling)
Bekijk onze uitgangspunten bij deze drie sporen in de PDF onderaan dit bericht.
Platform is blij met advies Rli voor nationale aanpak funderingsschade, wel zorgen over uitvoering
Op 29 februari presenteerde de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur haar met spanning verwachte advies over de nationale aanpak van funderingsproblematiek. Het rapport werd in ontvangst genomen door demissionair ministers Hugo de Jonge van BZK en Mark Harbers van IenW. De Raad heeft een advies opgeleverd waarin zowel de technische als de sociale kant van de problematiek belicht worden. Het Platform Slappe Bodem (PSB) heeft aan het advies bijgedragen en herkent veel van de inbreng in het rapport. Het Platform is dan ook blij met het resultaat. Wel zijn er enkele kanttekeningen te plaatsen bij de uitvoerbaarheid, de hoge verwachtingen van preventieve maatregelen en de beperkte rol die de Raad heeft benoemd voor de financiële sector en funderingsherstelsector.
Nationale coördinatie
Het advies voorziet in een ambitieuze aanpak, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor het Rijk met een coördinerend bewindspersoon en nationale coördinator en financiering. Dat is een belangrijke stap om dit omvangrijke dossier met voldoende kracht en aandacht aan te pakken, zeker met de voorziene kosten. Daarbij tekent het Platform aan dat dat de coördinerende bewindspersoon en nationale coördinator ook oog moeten hebben voor de openbare ruimte en publieke voorzieningen rondom huizen met funderingsproblemen. De uitdagingen die hier spelen kunnen niet los gezien worden van de funderingsproblematiek bij huizen. En ook Rijksinfrastructuur is onderhevig aan funderingsproblemen, zoals minister Harbers bij de presentatie van het rapport noemde.
Financiële tegemoetkoming
Er is ook goed gekeken naar ervaringen uit de praktijk, zoals de aanpak van een funderingsscan, zoals die in Zaanstad en Dordrecht al in praktijk gebracht wordt. Het subsidievoorstel voor huiseigenaren is goed: 90% subsidie voor funderingsonderzoek, 70% subsidie voor het opstellen van een herstelplan en 30% voor het uitvoeren van het herstel. Dat helpt huiseigenaren over een drempel heen om tot onderzoek en uitvoer van herstel te komen.
Een logisch moment om onderzoek te doen en zo nodig herstel uit te voeren is bij een transactie van een woning. Dat zou wettelijk geregeld kunnen worden om kopers te beschermen, zoals de Rli stelt. Het Platform waardeert het dat alle opties door de Rli worden beschouwd, ook het uiterste middel sloop-nieuwbouw.
Het Fonds Duurzaam Funderingsherstel zal met een nationale werking eigenaren kunnen ondersteunen die de financiering niet zelf rond kunnen krijgen. Het Platform is blij met dit voorstel omdat eigenaren hiermee onafhankelijk van de gemeente waarin ze wonen aanspraak kunnen maken op het fonds. Ook zet het de gemeentelijke begrotingen minder onder druk. Wel mist het Platform een duidelijke rol van de financiële sector: die heeft immers ook belang bij goed en tijdig herstel en kan een bijdrage leveren, met name de hypotheekverstrekkers. Met voldoende financiële middelen kunnen we veel funderingsproblemen aanpakken of voorkomen. Ook minister De Jonge ziet een rol voor de banken, zo liet hij bij de presentatie weten. Tegelijkertijd kan de aanpak van de problematiek geen verder uitstel gebruiken en is het zaak zo snel mogelijk aan de slag te gaan.
Preventie
Met preventieve maatregelen zou een deel van de verwachte funderingsschade kunnen worden voorkomen. De deelnemers van het Platform zien dit ook en zetten zich hiervoor al in. De Raad adviseert Gemeenten om samen met de waterschappen preventieplannen op te stellen. De middelen zijn echter beperkt, en de mogelijkheden om grondwater te sturen in bebouwde gebieden en hiervoor voldoende water aan te voeren in droge tijden moeten niet worden overschat. Gemeenten en waterschappen kunnen hierbij niet volledige verantwoordelijkheid dragen: dat is technisch niet haalbaar en bovendien zeer kostbaar, waarbij de kosten bij de gemeenten en waterschappen liggen en de baten bij particuliere eigenaren. De opgave in de openbare ruimte staat daarbij niet op zichzelf maar moet worden gekoppeld aan de energietransitie en klimaatadaptatie (het Deltaprogramma ruimtelijke adaptatie). Het Platform begrijpt de oproep, maar wil ervoor waken om te grote verwachtingen bij huiseigenaren te scheppen en ziet obstakels in de uitvoerbaarheid.
Ontwikkeling en beschikbaarheid van kennis
Kennisontwikkeling en -beschikbaarheid blijft belangrijk om zicht te krijgen op de daadwerkelijke omvang van het probleem en om effectieve en betaalbare manieren te vinden voor funderingsherstel en preventie. Het Platform juicht de bundeling van de krachten van het Kenniscentrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF) en het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen (KBF) toe. Ook de certificering van advies- en funderingsherstelbedrijven is een goede stap, evenals het maken van afspraken om funderingsherstel betaalbaar te maken. Het Platform dringt erop aan om financiering van kennisontwikkeling en -ontsluiting dan ook langjarig en voldoende te faciliteren.
De beschikbaarheid van informatie voor eigenaren via een loket is van het grootste belang. Nationale organisatie daarvan is goed, aangezien de meeste mensen bij de gemeente zullen aankloppen voor hulp, is er extra capaciteit en kennis nodig om inwoners te helpen. Het Platform denkt vanuit de eigen expertise van onze leden graag mee om dit op een goede manier in te richten.
Conclusie
Concluderend is het Platform tevreden met het advies, met enkele kanttekeningen. Het is nu aan de ministeries van BZK en I&W om – zoals de Rli terecht adviseert - de handschoen snel op te pakken, de eerste stap te zetten en een krachtige aanpak samen met decentrale overheden, financiële sector, herstelsector, kennisinstellingen en belangenvertegenwoordigers uit te werken. Voor huiseigenaren met funderingsproblemen kan een stevige nationale aanpak niet langer wachten.
Ontwikkeling nieuwe strategische agenda 2025-2029
Het Platform Slappe Bodem werkt aan de hand van een meerjarenprogramma met begroting; de strategische agenda. De huidige agenda is opgesteld voor de periode 2020-2024. Daarom stellen we in 2024 een nieuwe strategische agenda op voor de periode 2025-2029. In de strategische agenda worden de doelstellingen en activiteiten (op hoofdlijnen) van het platform in de komende vijf jaar omschreven. Hieraan worden vervolgens de financiële middelen gekoppeld.
De nieuwe agenda bevat de wensen, verwachtingen en ambities van alle aangesloten organisaties voor de nieuwe periode en wordt dan ook in samenwerking opgesteld.
De uitwerking van de nieuwe strategische agenda is in handen van de bestuurlijke kerngroep, de ambtelijke kerngroep en de secretaris. Alle deelnemende organisaties zullen in de gelegenheid gesteld worden om ambtelijk en bestuurlijk hun wensen en verwachtingen voor de nieuwe periode in te brengen. Daarvoor worden ambtelijke en bestuurlijke sessies ingepland (fysiek en online). Het is de bedoeling dat het Bestuurlijk Overleg waarin alle deelnemers vertegenwoordigd zijn de nieuwe strategische agenda vaststellen in oktober-november. De agenda zal dan in de aanloop naar het Nationaal Congres Bodemdaling op 21 november gereed zijn.
Jaarverslag 2023 en activiteitenplan 2024 uitgebracht
Het Platform Slappe Bodem heeft een actief jaar achter de rug, met verschillende campagnes, bijeenkomsten en natuurlijk het nationaal congres bodemdaling.
Het thema bodemdaling blijkt vrijwel overal in de coalitieakkoorden van de provincie- en waterschapsbesturen op erkenning en aandacht te kunnen rekenen, blijkt uit onze analyse. Daar kunnen we op verder bouwen. Opvallend was ook de energie die op het dossier funderingsproblematiek werd gezet in 2023 in de landelijke politiek. Iets om in 2024 te blijven volgen en op in te spelen. Met een nieuwe Tweede Kamer en hopelijk ook snel een nieuw kabinet zijn er in 2024 weer nieuwe kansen om de doelen van het Platform Slappe Bodem dichterbij te brengen. Waar we onze energie in gaan steken leest u in het Activiteitenplan 2024.
Het Jaarverslag en Activiteitenplan is hieronder te downloaden.
Interview met Jan Vente, gemeente Lopik
Terug van even weggeweest is Jan Vente. Hij is al vele jaren betrokken bij het Platform, onder meer als voorzitter. De gemeente Lopik heeft zich eind 2023 aangesloten bij het Platform. Als wethouder van Lopik is hij tevens de trekker van het VNG-netwerk van veenweidegemeenten. Vanwege deze ervaring en om de lijnen tussen het Platform en de VNG rondom dit thema kort te houden neemt Jan deel aan de bestuurlijke kerngroep.
We vroegen Jan Vente waarom de gemeente Lopik deelnemer is geworden aan het Platform. “Ook Lopik is een gemeente met een bodem van veen (westen ven de gemeente) en klei op veen. We hebben dus te maken met bodemdaling. Zowel de aanpak van bodemdaling voor het klimaatakkoord (rond Polsbroek) als het tegengaan van zettingen in de kernen is voor ons belangrijk. We willen graag dat de bijdragen van het rijk voor de aanpak van bodemdaling via het gemeentefonds behouden blijven. Die zijn ook voor onze gemeente nodig. Dan moeten we de lobby hiervoor ook steunen. Naast de lobby voor blijvende financiële middelen voor de aanpak bodemdaling is voor ons ook kennisdeling heel belangrijk.”
“Ik ben vanuit mijn vorige gemeente al sinds 2006 betrokken bij het Platform en daarnaast zit ik namens de VNG in de Nationale Regiegroep Veenweiden. Ik breng dus een heel netwerk en veel bestuurlijke ervaring op dit terrein met me mee. Daarnaast ben ik jarenlang verantwoordelijk geweest voor een groot project voor de aanleg van natte natuur waarbij tegengaan bodemdaling ook een belangrijk onderdeel was. Tevens heb ik veel ervaring met een programma van en voor boeren in het veenweidegebied om tot aangepaste en nieuwe verdienmodellen te komen. Daarbij speelde de veenbodem ook een belangrijke rol.”
Op de vraag over zijn persoonlijke ervaring met bodemdaling antwoordt Vente: “Ik woon nu nog in Berkenwoude. Dit gebied heeft een van de dikste veenpakketten van Nederland. Je kunt het zien zakken. Onder mijn voortuin (liggend op een gedempte sloot) ligt een dik pakket EPS en Bims om te voorkomen dat het binnen een paar jaar slechts een gapend gat is. Als ik in het weekend een rondje rond het dorp wandel loop ik door prachtig veenweidegebied waar melkveehouders vaak ware kunstenaars zijn in het werken onder natte omstandigheden. Daarnaast kom ik dan door een natuurgebied met veenweidenatuur. Ik moet wel blind zijn om de schoonheid en de uitdaging van het leven op veen niet te zien.”
Resultaten Regio Deal bodemdaling Groene Hart opgeleverd en overgedragen aan het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen (KBF)
Op 5 februari 2024 overhandigde Michel Klijmij-van der Laan als bestuurlijk trekker de resultaten van de Regio Deal bodemdaling Groene Hart aan demissionair minister Adema van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Dit gebeurde tijdens het slotevenement van de Regio Deal bodemdaling Groene Hart, in de vorm van een magazine waarin de resultaten en handelingsperspectieven die de 27 Regio Deal-projecten hebben opgeleverd zijn beschreven. Demissionair Minister Adema van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit nam het magazine met veel interesse in ontvangst.
De Regio Deal bodemdaling Groene Hart ontstond in 2018 uit een gezamenlijke aanvraag bij het Rijk van acht regionale overheden, kennisinstellingen, de agrarische sector, bewoners en het bedrijfsleven. In de periode 2019 tot en met 2023 werden 27 innovatieve ideeën en experimenten ontwikkeld verdeeld over de thema's stad, land en kennis. Het Platform Slappe Bodem heeft met name in de startfase en bij de oprichting van het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen (KBF) bijgedragen aan de Regio Deal en is blij met de resultaten. Nu de Regio Deal is afgerond neemt het KBF het stokje over. Het KBF zal de bestaande kennis verder verdiepen en ervoor zorgen dat de kennis en handelingsperspectieven gemakkelijk toegankelijk zijn via de website: www.kbf.nl. Met de opgeleverde kennis en handelingsperspectieven vanuit de Regio Deal is het omvangrijke probleem van bodemdaling nog niet opgelost. Kennisontwikkeling en kennisdeling blijft noodzakelijk. Het Platform Slappe Bodem rekent daarbij op het KBF en de blijvende betrokkenheid van de partijen van de Regio Deal bodemdaling Groene Hart.
Op de website van de Regio Deal bodemdaling Groene Hart staan zowel het magazine als een filmpje over de resultaten.
Interview met Jesse Luijendijk
Jesse Luijendijk, wethouder van Almere, is sinds de collegevorming na de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 lid van de bestuurlijke kerngroep van het Platform Slappe Bodem. Almere neemt al geruime tijd deel aan het platform. Bijzonderheid is dat Almere in een nieuwe polder ligt, hoofdzakelijk op klei en niet op veen zoals de meeste deelnemers van het Platform Slappe Bodem. De problemen met bodemdaling en zettingen zijn er niet minder om.
Waarom is gemeente Almere deelnemer van het Platform Slappe Bodem?
“Eén van de belangrijkste uitgangspunten om bodemdaling en verzakking in Almere zo goed mogelijk tegen te gaan, is het uitwisselen van kennis en ervaring met andere gemeenten en overheden. Het Platform Slappe Bodem geeft Almere de mogelijkheid om samen tot een effectieve aanpak te komen om zo bodemdaling beheersbaar te krijgen en bewuste keuzes te maken voor de langere termijn.”
Wat brengt gemeente Almere mee voor het platform?
“Almere is een ruim opgezette, groeiende stad met veel groen en water en dat unieke kenmerk willen we actief in stand houden, zowel voor de bestaande stad als voor de uitbreidingsgebieden. In onze woonvisie hebben we afgesproken dat we tot 2030 24.500 nieuwe woningen gaan bouwen. In het nadenken over de invulling van deze uitbreidingsgebieden, zijn de bodemgesteldheid en water belangrijke factoren. Het helpt dan echt wanneer je goed weet hoe de bodem waarop je wilt ontwikkelen eruit ziet en hoe je verzakkingen kunt voorkomen. Dus hoe meer informatie en data je hierover kunt vergaren, hoe beter. Dankzij goede samenwerkingen kun je hierin belangrijke stappen zetten die van grotere betekenis zijn dan voor Almere alleen. Dit kan ook andere gemeenten en overheden nieuwe inzichten bieden.”
Wat verwacht je de komende jaren van deze deelname?
“Ik verwacht dat we de aankomende jaren samen met de leden van het Platform Slappe Bodem nog meer werk maken van bewustwording en agendering van bodemdaling binnen verschillende nationale/lokale/regionale agenda’s en beleidsterreinen. De extra kosten voor het onderhoud door verzakkingen zijn zorgwekkend. Gemeenten lossen dat nu vaak op door de kwaliteitseisen voor het onderhoud van de openbare ruimte bij te stellen, om zo de kosten beheersbaar te houden. Maar dat betekent dus ook een lagere kwaliteit van de openbare ruimte en de leefomgeving van inwoners. Hier is naar mijn mening nu nog onvoldoende aandacht voor. Daarom zou het geweldig zijn als gemeenten door het rijk gecompenseerd gaan worden met een extra uitkering uit het gemeentefonds.”
Wat is je persoonlijke ervaring met bodemdaling?
“Ik ben zelf woonachtig in Almere Buiten. In dit stadsdeel heeft voornamelijk de Regenboogbuurt last van forse bodemdaling en verzakkingen. Dwars door Almere Buiten loopt nog de oude bedding van de Eem. De Regenboogbuurt, gebouwd in de jaren negentig, ligt precies in die oude rivierbedding. Daar zakt de grond nog harder en ongelijkmatiger. Zo hard, dat de gemeente de openbare ruimte van de Regenboogbuurt al versneld moest ophogen en herstraten. Er vindt een pilot plaats waarbij ophogen met zand wordt vergeleken met ophogen met veel lichtere materialen. Maar het groot onderhoud van de Regenboogbuurt is meer dan alleen onderhoud. Zo hebben we extra ambities op het gebied van duurzaamheid. Het realiseren van een circulaire economie, het voorkomen van hittestress en wateroverlast en het beperken van de toekomstige bodemdaling: dat is waar we samen met inwoners aan werken.”
Debatavond Unie van Waterschappen over Verzakkingen en Natte voeten
Op maandag 19 februari organiseerde de Unie van Waterschappen de Steenwegsessie Verzakkingen en Natte voeten. Funderingsproblematiek treft potentieel 1 miljoen huishoudens. Hoe gaan we daar als overheden mee om? Welke rol past het waterschap? En hoe beperken we de schade door lage grondwaterstanden en juist van wateroverlast richting de toekomst? Over die problematiek ging de Unie van Waterschappen graag het gesprek aan met waterschapsbestuurders.
Webinar SOMERS 2.0, rekenregels en dashboard
Op 29 januari organiseerde het NOBV een webinar over SOMERS 2.0, de rekenregels en het dashboard. In het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV) is het registratiesysteem SOMERS (Soil Organic Matter Emission Registration System) ontwikkeld. Het registratiesysteem wordt gebruikt om de ontwikkeling van de broeikasuitstoot in het verleden te bepalen ten behoeve van monitoring, om de huidige uitstoot van Nederland te bepalen, en om de toekomstige uitstoot te bepalen onder gestandaardiseerde omstandigheden. Deze laatste toepassing zijn de rekenregels. De rekenregels op basis van SOMERS 2.0 zijn in december 2023 gepubliceerd en deze vervangen de rekenregels die zijn gemaakt met SOMERS 1.0.
Op basis van de rekenregels heeft het ministerie van LNV door Royal HaskoningDHV, in nauwe afstemming met het NOBV, het ‘Dashboard SOMERS 2.0 Rekenregels’ laten ontwikkelen. In dit dashboard zijn de rekenregels SOMERS 2.0 verwerkt. Het dashboard is bedoeld voor grondeigenaren en -gebruikers om op een eenvoudige manier (door middel van het aanklikken van percelen) inzicht te krijgen in de met de rekenregels berekende CO2-emissie van mogelijke maatregelen. De rekenregels en het dashboard zijn gepubliceerd op de NOBV-website.
Webinar Landbouwtransitie in het groene hart
De transitie van de landbouw in het Groene Hart en specifiek op het gebied van de veenweideproblematiek heeft een prominente rol in de ontwikkeling naar een duurzaam en toekomstbestendig Groene Hart. In het Groene Hart is een groep koplopers bezig met in polderprocessen het treffen van maatregelen om bodemdaling te remmen, in te zetten voor natuur en weidevogels, stikstof etc. Tijdens de zesde en tevens laatste Webinar uit de reeks 'NOVEX Groene Hart in ontwikkeling' kwamen enkele voorbeelden van ondernemende veehouderijen aan bod. Enerzijds om de boeren en ondernemers die willen starten te inspireren en anderzijds om de verschillende overheden te informeren over wat er al gebeurt aan innovatie, wat er wel en niet nodig is om een gezond en (economisch) vitaal bedrijf te houden en in welke context de landbouwtransitie een kans van slagen heeft.
>> Kijk hier het webinar terug.
Voor wie?
De webinarreeks "NOVEX Groene Hart in ontwikkeling" is interessant voor bestuurders, raads- en statenleden, algemeen besturen, ambtenaren en overige betrokkenen bij de fysieke leefomgeving van het Groene Hart.
Kijk voor meer informatie over de reeks NOVEX Groene Hart in ontwikkeling op: www.bestuurlijkplatformgroenehart.nl
Even voorstellen: Wessel Breunesse
De gemeente Zaanstad neemt al langer deel aan het Platform. Wessel Breunesse, wethouder van Zaanstad, is sinds 2022 lid van de bestuurlijke kerngroep. We vroegen hem waarom de gemeente Zaanstad deelnemer is van het Platform, wat hij verwacht van de deelname en wat hij meebrengt.
“Als je oude schilderijen van Zaanstad bekijkt, dan zie je dat Zaanstad vroeger 5 meter hoger lag dan nu. Dit is een proces van eeuwen, waarin de veengrond steeds verder inklinkt door onder meer het afsteken van turf in het verleden, het oxideren van veen door land- en akkerbouw in de buitengebieden, maar ook door de verdichting van onze stad en de daarbij behorende infrastructuur, industrie en woningbouw. Die slappe bodem is een probleem voor de Zaankanters, onze inwoners, maar ook voor onze bedrijven, woningcorporaties en de gemeente zelf natuurlijk. Het stelt ons als gemeente voor een ingewikkelde puzzel om de openbare ruimte op orde te houden en de leefomgeving voor de Zaankanters prettig en leefbaar te houden. Tegelijkertijd zorgt de bodemdaling ook dat huizen en tuinen verzakken. En de schade die dat oplevert, kost de huizenbezitters in onze gemeente veel geld. Omdat ook andere gemeenten in Nederland hiermee worstelen hebben we de krachten gebundeld in het specialistisch netwerk van het Platform Slappe Bodem (PSB). Daarin delen we kennis en best practices en laten we samen onderzoek doen. “
“Samen optrekken levert alle partijen veel voordelen. Zaanstad komt enerzijds kennis halen en anderzijds hebben we ook een aantal best practices in te brengen, zoals het Zaanse Funderingsloket en de funderingskaart van gemeente Zaanstad.
Van deelname aan het Platform Slappe Bodem verwachten we de komende jaren onder meer dat we samen concrete producten kunnen ontwikkelen, waar zowel beleidsadviseurs als inwoners, woningcorporaties en projectontwikkelaars hun voordeel mee kunnen doen. Bijvoorbeeld het in kaart brengen van de bodemdaling in alle deelnemende gemeenten, zodat we die gezamenlijk kunnen monitoren. Verder hopen we samen met de andere deelnemers concrete handelingsperspectieven te ontwikkelen om bij nieuwbouw slimme keuzes te maken. Tot slot zou het bovendien mooi zijn als we als deelnemende gemeenten de problematiek rond dalende bodems meer en beter onder de aandacht kunnen brengen van de politiek en bestuurders in provincies en Den Haag.”
“We delen graag de ervaring met andere deelnemers die we op hebben gebouwd met het Funderingsloket Zaanstad voor huiseigenaren en woningcorporaties. Onderdeel van ons Funderingsloket zijn de leningen onder gunstige voorwaarden die we in Zaanstad verstrekken aan huiseigenaren die hun funderingen willen herstellen. In Zaanstad kiezen we er bewust voor om niet het grondwatersysteem aan te passen, maar om eigenaren van kwetsbare woningen te ondersteunen bij het toekomstbestendig maken van hun huizen. Verder organiseren we deelexpedities voor leden van het platform naar de ontwikkeling van Hofwijk Noord, waar we aan de slag zijn met bodembestendige nieuwbouw. We zien dat het uitwisselen van kennis, dilemma’s en aanpak alle deelnemers bruikbare handvatten oplevert.”
Op de vraag of hij persoonlijk ervaring heeft met bodemdaling antwoordt Breunesse: “Net als elke inwoner van Zaanstad, struikel ik helaas regelmatig over verzakkende stoeptegels. Maar pittiger was de tijd dat wij met ons gezin in de woonkamer moesten kamperen toen we de fundering van onze aanbouw moesten herstellen. Een aantal jaar geleden hebben mijn vrouw en ik namelijk een huis gekocht in de voor de Zaanstreek typische houtbouw. Bij de bouwinspectie bleek de fundering onder het woongedeelte al wel hersteld te zijn, maar die onder onze keuken in de aanbouw nog niet. We hebben destijds een lange tijd op 2 gasplaatjes moeten koken. En verder zie ik dat we de tuin met enige regelmaat moeten ophogen, omdat hier natuurlijk geen fundering onder ligt.
Onderhoud door bodemdaling kost meer dan 1,7 miljard euro per jaar; extra investeringen nodig voor nieuwbouw tot €47.500 per woning
In steden en dorpen in West- en Noord-Nederland veroorzaakt bodemdaling onder andere verzakkende wegen, rioleringen, gebouwen en groenvoorzieningen. De kosten hiervoor moeten voor een deel betaald worden door Nederlandse gemeenten. Uit nieuw onderzoek van architecten- en ingenieursadviesbureau Sweco in opdracht van Platform Slappe Bodem blijkt dat de jaarlijkse onderhoudskosten voor gemeenten voor beheer en onderhoud van wegen en rioleringen door bodemdaling oplopen tot meer dan 1,7 miljard euro per jaar extra.
De gemiddelde schade is €100,= per inwoner, maar dat verschilt per gemeente en loopt op tot €400,= per inwoner. Om de extra kosten als gevolg van slappe bodems te dekken krijgen gemeentes geld van het Rijk uit het gemeentefonds. Deze dekking is echter ontoereikend. Gemeenten draaien daardoor zelf op voor een aanzienlijk deel van de extra beheerkosten. Dit heeft gevolgen voor de kwaliteit van de openbare ruimte en voor de lokale belastingen. Bovendien is de verdeling vanuit het gemeentefonds tussen gemeentes met slappe bodems onevenwichtig. Daardoor krijgt de ene gemeente verhoudingsgewijs minder dan de ander, voor dezelfde schade.
In Nederland is gebrek aan woonruimte. Daarom worden nieuwe woonwijken aangelegd, ook op slappe bodem. Voor de bodemdalingsbestendige aanleg van nieuwe woonwijken zijn extra investeringen nodig. Dat kost nu geld, tot € 47.500 per woning. Op lange termijn wordt dat terugverdiend door lagere beheerskosten.
Aanvulling van het gemeentefonds en herziening van de financieringswijze is daarom nodig is om de werkelijke kosten en lasten als gevolg van bodemdaling te dekken. Hiermee kan het gemeentefonds functioneren zoals het is bedoeld: een gelijke basis bieden voor de uitvoering van gemeentelijke taken. Gemeenten hebben op hun beurt de opgave om te streven naar een bodemdalingsbestendige openbare ruimte met zo laag mogelijke beheer- en onderhoudskosten.
Digitaal werkbezoek voor Kamerleden
Op 29 januari 2024 organiseerde het Platform Slappe Bodem een digitaal werkbezoek voor Kamerleden. In deze online bijeenkomst konden Kamerleden kennis nemen van de aanleiding, impact en effecten van bodemdaling. Kijk hier het webinar terug.
Terugblik Nationaal Congres Bodemdaling: jaarlijkse schade infrastructuur 1,7 mrd, nationale erkenning en veel kennis en innovatie
Op 16 november jl. vond ons jaarlijkse Nationaal Congres Bodemdaling plaats in het Amsterdamse Pakhuis de Zwijger. Aan de vooravond van nieuwe landelijke verkiezingen was het een uitgelezen moment om samen met de deelnemers een boodschap aan de landelijke politiek af te geven over de gezamenlijke aanpak van bodemdaling. De urgentie van de aanpak van bodemdaling werd door alle sprekers en aanwezigen gevoeld. De opgave is een nationaal probleem met impact op zowel steden en dorpen als het landelijke gebied. Ook werd het belang van kennisontwikkeling en kennisdeling weer eens onderstreept. Voorzitter van het Platform Slappe Bodem Michel Klijmij-van der Laan trapte de dag af met een pleidooi voor aanvulling en herziening van het gemeentefonds.
Nieuw onderzoek in opdracht van het Platform Slappe Bodem laat namelijk zien dat de jaarlijkse onderhoudskosten voor beheer en onderhoud van wegen en rioleringen waar gemeenten mee geconfronteerd worden als gevolg van bodemdaling, oplopen tot meer dan 1,7 miljard euro extra per jaar. Naast aanpassing van het gemeentefonds is het ook van groot belang om oog te houden voor de mensen die de gevolgen van schade ondervinden. Bekijk ook onze infographic over dit onderzoek.
Aansluitend sprak dagvoorzitter Thomas van Zijl met verschillende sprekers over de nieuwbouwopgave van het kabinet, de opgaven rondom bestaande woningvoorraad, de aanpak van bodemdaling in landelijke gebieden, de ambitie om bodem en water als sturend principe te gebruiken en de vraagstukken rondom klimaatadaptatie en -mitigatie. Ferdi Licher (directeur Bouwen en Energie, ministerie van BZK) ging in op de uitwerking van de NAF, het Fonds Duurzaam herstel Funderingsproblematiek (FDF) en de samenhang met andere thema's. Jaap Slootmaker (Directeur Generaal, ministerie van I&W) sprak over de lange termijn van werken met het natuurlijke water- en bodemsysteem en coördinatie van de verschillende thema's die samenhangen. Dat Amsterdam-Noord te kampen heeft met de gevolgen van bodemdaling en hoe daarmee omgegaan wordt, werd belicht door Yassmine el Ksaihi (DB-lid Stadsdeel Noord, Gemeente Amsterdam). Arjan van Rijn (DB-lid Waterschap Amstel, Gooi en Vecht) deed een oproep om gebruik te maken van de kennis in de gebieden en de complexiteit van het watersysteem. Gedeputeerde Rosan Kocken (Provincie Noord-Holland) ging in op de stapeling van opgaven in gebiedsprocessen, de tijdsdruk en het gebrek aan voldoende geld om de transitie van het landelijk gebied te financieren. Gilles Erkens (Deltares en Universiteit Utrecht) presenteerde het Nationaal Bodemdalingsjournaal. Het ochtendprogramma werd afgesloten met een debat tussen kandidaat-Kamerleden Laura Bromet (GL-PvdA), Tjeerd de Groot (D66), Pien Meppelink (CDA) en Jan Swaag (BBB). Zij waren het erover eens dat meer urgentie en coördinatie in de aanpak van bodemdaling noodzakelijk is, maar over de uitwerking en het tempo van de aanpak denken de kandidaat-Kamerleden verschillend.
In het middagprogramma werden in subsessies verschillende onderwerpen onder de loep genomen rondom de thema’s Landelijk gebied, Openbare ruimte & infrastructuur, Samenwerken & nieuwbouw en Wonen & funderingen. Zo waren er sessies over de watervraag en over waterkwaliteit in landelijk gebied, over lichte ophoogmaterialen, over uitdaging voor kabel- en leidingbeheerders en over grondwaterkansen voor gemeenten.
Met dank aan alle aanwezigen kijken we terug op een geslaagde dag met bijna 300 deelnemers, 15 inhoudelijke subsessies, een goed bezochte kennismarkt en vele ontmoetingen en waardevolle gesprekken. We kijken nu al uit naar het volgende congres op 21 november 2024.
De presentatie van het plenaire deel, de flyer met het complete programma en foto's van het congres zijn hieronder te vinden.
Interview met Aad Straathof
Sinds dit voorjaar is Aad Straathof hoogheemraad bij het Hoogheemraadschap van Rijnland (HHR). Vanuit die rol is hij ook toegetreden tot de kerngroep van het Platform Slappe Bodem. We spraken hem over wat HHR meebrengt voor het PSB, zijn verwachtingen van de deelname en zijn persoonlijke ervaringen met bodemdaling.
“Het Hoogheemraadschap van Rijnland is deelnemer aan PSB vanuit haar rol als waterbeheerder. Waterbeheer is complex en dat geldt zeker in gebieden met een slappe bodem. In die gebieden is samenwerken met alle relevante disciplines noodzakelijk.”
"Bij Rijnland werken gepassioneerde en op hun taak toegeruste medewerkers. Die verbind ik ook aan het PSB. Ik breng kennis van zaken en invloed via een breed netwerk mee en waar dit past ook financiële middelen. Ik verwacht snel ingevoerd te zijn in het gezelschap en adequaat te reageren op bestaande situaties maar ook te anticiperen op komende ontwikkelingen met de Kamerbrief ‘Water en bodem sturend’ van demissionair minister Harbers onder het kussen.”
“Ik woon in Kaag en Braassem. Daar steunen de treinrails op piepschuim en het dorp is omgeven door veenweiden. Ik zie de schoonheid maar ook de zorgen en daar wil ik graag aan werken. Hiervoor ben ik bij LTO vijf jaar het thematische oliemannetje geweest op het thema veenweiden in relatie tot klimaatakkoord.”
Het PSB is blij het Hoogheemraadschap van Rijnland aan boord te hebben en heet Aad Straathof van harte welkom in de kerngroep!
VIPNL/NOBV-webinar Natte teelten
Natte teelten kunnen als potentiële maatregel worden ingezet tegen bodemdaling en broeikasgasemissies in het veenweidegebied. Voor verschillende gewassen wordt binnen het Veenweiden Innovatie Programma Nederland (VIPNL) gekeken naar teelbaarheid en opschalingsaspecten, effecten op water- en bodemkwaliteit, biodiversiteit, toepassing en markt van geoogste biomassa, bedrijfseconomische en maatschappelijke kosten en baten (ecosysteemdiensten) en in samenwerking met het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV) naar de klimaatbijdrage van natte gewassen. Doel is om het land productief te benutten, waarbij bodemdaling en broeikasgasemissies worden tegengegaan en wordt gewerkt aan water- en biodiversiteitsopgaven.
De ontwikkeling van natte teelten is volop gaande. Er zijn nog veel vragen over teelt, spreiding en opschaling en over markt en verdienmodellen. Deze en andere onderwerpen kwamen aan bod in het webinar ‘Natte teelten’ op 4 december 2023 georganiseerd door het Veenweiden Innovatieprogramma Nederland (VIPNL) en het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV).
>> Kijk hier het webinar terug.
Dit webinar werd georganiseerd door het Veenweiden Innovatie Programma Nederland (VIPNL) in samenwerking met het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV). Kijk voor meer informatie op www.vip-nl.nl en www.nobveenweiden.nl.
Campagne Tweede Kamerverkiezingen
Voor de tweede keer dit jaar voert het Platform Slappe Bodem campagne rondom de verkiezingen. Met de campagnetitel ‘Slappe bodems vragen om sterke maatregelen’ vragen we aandacht voor het opnemen van bodemdaling in de verkiezingsprogramma’s voor de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november. Want bodemdaling vraagt om regionale aanpak met nationale regie. De eerste stap in de campagne was het informeren van politieke partijen over bodemdalingsproblematiek en de noodzaak om bodemdaling aan te pakken. Daarvoor hebben we de folder ‘Bodemdaling in verkiezingsprogramma’s’ ontwikkeld, die met alle partijen is gedeeld. Aansluitend is begin november de online campagne gestart.
Kijk hier voor meer informatie over onze verkiezingscampagne.
Funderingsaanpak naar een volgende fase
In de Kamerbrief ‘Voortgang aanpak funderingsproblematiek’ die op 9 oktober is verschenen presenteert het demissionaire kabinet het rapport Nationale Aanpak Funderingsproblematiek (NAF). Doel van de NAF is om in 10 jaar de funderingsproblematiek in samenwerking met lokale overheden inzichtelijk en beheersbaar te maken. De uitvoering ligt bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De ministeries van BZK, IenW en LNV en de VNG trekken samen op als opdrachtgevers, terwijl ook een rol is weggelegd voor het Platform Slappe Bodem en de Coalitie Stevige Steden als klankbord. Het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen (KBF) wordt ingeschakeld voor centrale kennisontsluiting en loket voor kennisvragen.
Het rapport toont inzicht in de problematiek en oog voor de maatschappelijke kanten van funderingsproblematiek. Het Fonds Duurzaam Funderingsherstel (FDF) zal verbeterd worden en een landelijke werking krijgen. Daarmee wordt het fonds beter toegankelijk voor huiseigenaren die financiële ondersteuning voor funderingsherstel nodig hebben, omdat de inzet van het fonds onafhankelijk wordt van deelname van de gemeente. Daarnaast vraagt het kabinet op korte termijn advies aan de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rli) over het toekomstig beleid voor de aanpak van funderingsproblematiek. Dat advies zal de nodige inhoud bieden bij de vorming van een nieuw regeerakkoord na de verkiezingen van 22 november.
Het Platform ziet veel van zijn inbreng uit de in mei gepresenteerde Standpuntennotie Funderingsproblematiek terug in de Kamerbrief en werkt en denkt graag verder mee aan de uitvoering van de NAF, het Fonds Duurzaam Funderingsherstel en het advies van de Rli. Ook juicht het Platform de betrokkenheid van het KBF en het KCAF van harte toe. Het Platform zal vooral aandacht hebben voor de uitvoerbaarheid op lokaal niveau en de samenhang met andere beleidsterreinen, zoals de openbare ruimte, de energietransitie en ‘water en bodem sturend’. Daarnaast vindt het Platform het belangrijk om de maatschappelijke en persoonlijke gevolgen van de funderingsproblematiek te benoemen. Met goede afstemming tussen beleidsterreinen, ondersteuning met middelen, instrumenten, kennis en capaciteit bij gemeenten worden de doelen voor de aanpak van funderingsproblematiek en herstel van funderingsschade haalbaar.
Experience Bodemdaling officieel geopend op 27 oktober
Michel Klijmij-van der Laan, voorzitter Regio Deal bodemdaling Groene Hart en Rene Vrugt, directeur Bodem, Ruimte en Klimaatadaptatie ministerie Infrastructuur en Waterstaat, hebben vandaag bij het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen in Gouda de Experience Bodemdaling geopend in aanwezigheid van diverse professionals en betrokkenen. De Experience bestaat uit een megascherm waarop twaalf interviews met particulieren en professionals worden vertoond, daarnaast is er een grote ronde tafel waarop naar keuze kaarten geprojecteerd worden. De Experience heeft tot doel inzicht te geven in de bodemdalingsproblematiek en is een uitstekende manier om een specifiek gesprek op gang te brengen.
Aan tafel!
Via de filmpjes op het grote scherm wordt er een beeld gegeven van wat er speelt in Nederland op het gebied van Bodemdaling en Funderingsproblemen. Doel hiervan is om de aanwezigen te prikkelen. De moderator kan de interviews kiezen die aansluiten bij het inhoudelijk doel van de bijeenkomst. De kaarten die op de tafel geprojecteerd worden, geven inzicht in de bodemproblematiek in een geselecteerd gebied, plaats of straat.
“De Experience is een prachtige manier voor mensen die betrokken zijn bij bodemdaling, om kennis te vergaren. Deze Experience helpt iedereen om beter met de gevolgen van bodemdaling om te gaan”, aldus wethouder Michel Klijmij-van der Laan.
Online en reizende Experience
Naast de vaste Experience bij het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen is er ook een online en een reizende Experience beschikbaar. De online variant biedt dezelfde inhoud die ook in Gouda beschikbaar is en heeft hetzelfde doel: gesprekken op gang brengen en ondersteunen. De toegang tot de online Experience wordt verleend via een inlogcode. De reizende variant bestaat uit mooie aan elkaar geschakelde panelen met een TV scherm waarop de filmpjes vertoond worden en is uitermate geschikt om tijdelijk te plaatsen op congressen en bijeenkomsten, bij overheidsinstanties of bedrijven werkzaam in de sector.
De Experience ruimte in Arti Legi is te reserveren voor een bijeenkomst met bodemdalings- en/of funderingsprofessionals. Ook de online en de reizende Experience zijn te boeken. De Experience Bodemdaling is mede mogelijk gemaakt door de Regio Deal bodemdaling Groene Hart, Gemeente Gouda, Platform Slappe Bodem, Aveco de Bondt, Sensar, Deltares en het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen. De Experience is ontwikkeld door Kummer & Herrman.
Kennis over bodemdaling en fundering komt samen in Arti Legi gebouw
De gevolgen van bodemdaling en funderingsproblemen voor de samenleving nemen steeds verder toe. Een miljoen woningeigenaren kan te maken krijgen met funderingsproblemen, overheden krijgen te maken met stijgende kosten voor onderhoud aan de infrastructuur en bodemdaling in de veenweidegebieden zorgt voor een flinke bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen. Er wordt al hard gewerkt aan oplossingen voor deze problemen, maar deze kennis bereikt nog onvoldoende mensen. Daarom is het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen opgericht. De thema’s van het Kenniscentrum zijn onmisbaar en ondersteunend voor de realisatie en versnelling van diverse Rijksprogramma’s zoals de opgaven rondom woningbouw, klimaatverandering en energietransitie.
Alle mensen en organisaties in Nederland die te maken hebben met - aan slappe bodem gerelateerde bodemdaling en - broeikasgasemissies en/of met funderingsproblemen -, moeten op een makkelijke manier kunnen beschikken over de beste kennis en de juiste contacten, dat is de missie van het Kenniscentrum. Dit is concreet gemaakt met een toegankelijke website, de vestiging in Gouda en de nieuwe Experience Bodemdaling.
Werksessie Water Bodem Sturend voor thema (autonome) Bodemdaling
Wordt er in de ruimtelijke planvorming rekening gehouden met ‘(autonome) bodemdaling’ en in welke fase? Is het huidige gemeentelijke beleid t.a.v. ‘(autonome) bodemdaling’ toereikend?
Over deze vragen organiseerden Fugro en het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen (KBF) op 10 oktober een werksessie om kennis en ervaring te delen.
Module Duurzaam Bodem Management
Bent u op zoek naar direct toepasbare kennis over het vakgebied bodem, water of funderingen? Neem dan deel aan de Module Duurzaam Bodem Management, georganiseerd door de Campus Gouda!
In deze introducerende module maakt u op een actieve manier kennis met het thema bodem en ondergrond en de impact van klimaatverandering op de bodem en ondergrond. Bestaande kennis en ervaring van regionale experts, waaronder het Kenniscentrum voor Bodemdaling en Funderingen (KBF) en de Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) en van de deelnemers worden samengebracht met de theoretische verdieping van hogeschool Saxion. De bodemvraagstukken van de verschillende deelnemers en betrokken organisaties zijn leidend. In deze module wordt daar nader onderzoek naar gedaan.
Meer informatie over de Module is te vinden op de website van Campus Gouda.
Informatie-/netwerkbijeenkomst ‘Droogtebestendigheid in de Bebouwde Omgeving’
Op 12 september 2023 organiseerde NWO een informatie- en netwerkbijeenkomst voor de NWA-call ‘Droogte in de bebouwde omgeving’ (DroBE). NWO nodigde onderzoekers (alfa, bèta en gamma), maatschappelijke en commerciële partners uit om deze bij te wonen. Het doel van de bijeenkomst was onder andere om uitleg te geven over de procedure en om te netwerken. Het Platform Slappe Bodem draagt bij aan DroBE.
Online introductie bodemdaling
Op 19 juni en 3 juli organiseerde het Platform Slappe Bodem in samenwerking met Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen een online bijeenkomst voor nieuwe Statenleden en AB-leden van waterschappen en geïnteresseerden die te maken hebben met bodemdaling. Daarin boden we een introductie bodemdaling en funderingsopgave met daarbij concrete handelingsperspectieven en aandachtspunten voor provincies en waterschappen.
> Kijk hier de bijeenkomst terug.
Programma:
- Welkom door Michel Klijmij - van der Laan (voorzitter Platform Slappe Bodem)
- Introductie veenbodemdaling en klimaatverandering: ontstaan en de impact daarvan door Gilles Erkens (Deltares | Universiteit van Utrecht)
- Toelichting activiteiten en handelingsperspectieven landelijk veenweiden Rienk Schaafsma en opgave nieuwbouw en bestaand bebouwd gebied Robert van Cleef (Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen)
- Gelegenheid tot vragen
Nieuwe Staten- en AB-leden aan de slag met bodemdaling
De verkiezingen voor de Provinciale Staten en de waterschappen in maart van dit jaar en de vorming van nieuwe coalities boden een uitgelezen kans om bodemdaling steviger neer te zetten in regionaal beleid en uitvoering. Het Platform Slappe Bodem voerde daarom campagne rondom de verkiezingen en bood handvatten voor toekomstig regionaal beleid.
Provincies en waterschappen ondervinden zelf de financiële en maatschappelijke gevolgen van bodemdaling, maar hebben ook een deel van de oplossing in huis. Het Platform Slappe Bodem reikte daarom enkele suggesties aan om bodemdaling in de verkiezings- en coalitieprogramma’s van provincies en waterschappen op te nemen.
Voor de verkiezing richtte het Platform Slappe Bodem een verkiezingspagina in waarop onder meer te lezen hoe bodemdaling direct samenhangt met het nieuwe rijksprincipe 'Bodem en water sturend' waar provincies en waterschappen mee te maken krijgen. Voor nieuwbouw hebben deze overheden een rol in het aanwijzen van de plekken waar het water- en bodemsysteem geschikt zijn voor bebouwing. In bestaand bebouwd gebied speelt bodemdaling een andere rol dan bij nieuwbouw en moet de koppeling gezocht worden met de energietransitie en klimaatadaptatie, waarbij provincies en waterschappen met gemeenten optrekken. Speciale aandacht is nodig voor verdroging (grondwater) en de gevolgen voor funderingen van oudere gebouwen, ook in de bebouwingslinten in het landelijk gebied.
Op 19 juni en 3 juli organiseerde het Platform Slappe Bodem in samenwerking met Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen (KBF) een tweetal online bijeenkomsten voor nieuwe Statenleden en AB-leden van waterschappen en geïnteresseerden die te maken hebben met bodemdaling. Daarin boden we een introductie bodemdaling- en funderingsopgave met daarbij concrete handelingsperspectieven en aandachtspunten voor provincies en waterschappen. > Kijk hier de bijeenkomst terug.
Na de vorming van de coalitie- en bestuursakkoorden liet het Platform een analyse uitvoeren waaruit blijkt dat aanpak van bodemdaling is opgenomen in de coalitieakkoorden van Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht, Friesland, Flevoland en Overijssel en in dertien van de 21 bestuursakkoorden van de waterschappen. De analyses zijn hieronder in te zien.
Rondetafelgesprek funderingsproblematiek
Op 25 mei 2023 hield de vaste commissie van de Tweede Kamer een Rondetafelgesprek over funderingsproblematiek. Namens het Platform Slappe Bodem nam voorzitter Michel Klijmijn-van der Laan deel aan deze tafel.
Van potentieel ongeveer 1 miljoen oudere gebouwen in de woningvoorraad gebouwd tot circa 1970 verliezen funderingen hun draagkracht. Het gaat om houten paalfunderingen en niet onderheide panden. De schade aan de funderingen wordt veroorzaakt door verschillende factoren, zoals bodemdaling, veroudering en te lage grondwaterstanden. Dat leidt tot problemen voor eigenaren, maar ook voor gemeenten, provincies en waterschappen en vraagt om een gezamenlijke aanpak. Bekijk onze standpunten in de PDF onderaan dit bericht.
Eerste bevindingen NOBV
De eerste drie meetjaren van het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV) zijn afgerond en in juni zijn de bevindingen gepresenteerd aan de Regieroep Veenweide. Over de bevindingen organiseerde het NOBV op maandag 3 juli het webinar: Drie jaar NOBV: waar staan we?
Interview met wethouder Relus Breeuwsma
Wethouder Relus Breeuwsma is lid van de Bestuurlijke kerngroep van het Platform slappe Bodem namens de gemeente Alphen aan den Rijn.
Wat is je persoonlijke ervaring met bodemdaling?
Ons nieuwe terras is zo’n negen maanden geleden strak aangelegd maar wijkt nu al meerdere centimeters. Het zakt hier als een malle. Ik woon inmiddels vijf jaar in het Groene Hart en word niet alleen als wethouder maar ook thuis keihard met de neus op de feiten gedrukt!
Waarom is gemeente Alphen aan den Rijn deelnemer van het PSB?
De gemeente Alphen aan den Rijn is één van de eerste deelnemers aan het PSB. We zijn een ambitieuze gemeente maar zien ook elke dag de uitdagingen die ontstaan door slappe grond en bodemdaling. Dit gegeven en de discussie over zeespiegelrijzing en de tastbare effecten van bodemdaling heeft gemaakt dat Alphen zich al snel voor dit PSB heeft aangemeld, de gemeente zit immers midden in een zettingsgevoelig gebied.
Dat dit een goede keuze is gebleken, wellicht een vooruitziende blik, werd bevestigd na de gemeentelijke fusie van 2014. Sinds deze fusie is 80% van de gemeente ‘buitengebied’. We zijn een grote speler in het Groene Hart en bodemdaling en slappe grond behoren direct tot onze gemeentelijke verantwoording. Je kúnt niet zeggen “wij doen er niet aan”.
Wat verwacht je de komende jaren van deze deelname?
De verwachting is dat het PSB door de toenemende problematiek zal groeien qua deelnemers en dat er hierdoor van nog meer kanten input en bijdrages komen die de reeds aanwezige kennis kunnen vergroten en verbeteren. Denk aan voortschrijdend inzicht, betere rekenmethodes, nieuwe materialen en meer besef bij inwoners, andere – en hoger overheden. De problematiek speelt landelijk en de inzet op de onderwerpen is talrijk. De kunst is wel dat alle initiatieven die nu lopen in Nederland nog beter aan elkaar gelinkt gaan worden. Een recent rapport van de WUR roept op tot meer samenwerking zoals bijvoorbeeld in het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV), dat steun ik zeer.
Wat brengt de gemeente Alphen aan den Rijn mee voor het PSB?
Alphen heeft zich in 2014-2018 door middel van het pilotproject reconstructie Montfoortlaan in Hazerswoude-Dorp nadrukkelijk op de kaart gezet als innovatieve gemeente op het gebied van bodemdaling. Een gemeente die zijn nek durft uit te steken als het gaat om toepassen van nieuwe lichte ophoogmaterialen zoals schuimglas.
Samen met de markt doorbreken we vastgelopen procedures en laten we mensen anders denken en stimuleren we hen om risico’s te durven nemen.
Van dit geslaagde project is niet alleen veel geleerd maar het heeft ook andere instanties, bedrijven en overheden over de streep getrokken om te starten met innoveren en uitproberen.
Het resultaat hiervan is dat recentelijk, eind januari 2023, is besloten dat het destijds onbekende en niet geaccepteerde schuimglas als bouwmateriaal nu door de landelijke overheid, RIVM goedgekeurd gaat worden als bouw-/ophoogmateriaal.
Tenth International Symposium on Land Subsidence (TISOLS) en opening Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen (KBF)
Op 21 april jl. is het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen officieel geopend tijdens het Tenth International Symposium on Land Subsidence (TISOLS). TISOLS is een internationaal wetenschappelijk congres over bodemdaling. Nederland was na bijna 30 jaar weer gastland voor dit congres. Bodemdalingsexperts van over de hele wereld kwamen een week lang bij elkaar om te praten over de laatste inzichten en methodes op het gebied van bodemdaling. De laatste dag vond plaats in Gouda en stond in het teken van wetenschap en beleid bij elkaar brengen. De internationale top en bestuurders wisselden praktijkervaringen uit en gingen met elkaar in gesprek over de uitdagingen en mogelijke oplossingen voor landelijk en stedelijk gebied. Kennis over bodemdaling en fundering komt samen in het Kenniscentrum Bodemdalingen en Funderingen, sinds eind vorig jaar gevestigd in het Arti Legi-gebouw aan de Markt in Gouda.
Het Platform Slappe Bodem is nauw betrokken als partner bij het kenniscentrum en heeft tevens bijgedragen aan de organisatie van TISOLS2023. Michel Klijmij – van der Laan, voorzitter Platform Slappe Bodem en René Vrugt, directeur Bodem, Ruimte en Klimaatadaptatie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat openden met een ‘druk op de knop’ officieel het Kenniscentrum tijdens TISOLS in de Sint-Janskerk. “Bodemdaling raakt miljoenen mensen alleen al in Nederland. Het is ontzettend belangrijk voor de toekomst dat we de kennis hierover bij elkaar brengen en toegankelijk maken. Alleen dan kunnen we op een goede manier leren omgaan met de gevolgen van bodemdaling”, aldus Michel Klijmij – van der Laan.
Opening expositie Sinking Cities Gouda
Donderdag 9 maart 2023 opende Michel Klijmij-van der Laan, wethouder gemeente Gouda en voorzitter Platform Slappe Bodem, officieel de expositie Sinking Cities Gouda in het Watersnoodmuseum. De expositie van fotograaf Cynthia Boll en journalist Stephanie Bakker vertelt het verhaal over die andere strijd tegen het water, want terwijl de zeegspiegel stijgt, daalt de bodem.
De expositie is een verhaal over innovatie en adaptatie, over problemen en oplossingen. Een trilogie die begint in de binnenstad van Gouda en eindigt in de diepste polders van het land, de bakermat van de Goudse kaas. Wat betekent het om te wonen op een plek die onder je voeten wegzakt? En de expositie gaat verder. Wat is bodemdaling nu precies, hoe staat het met bodemdaling in Nederland en wereldwijd.
Voorafgaand aan de officiële opening vond er een inhoudelijke bijeenkomst plaats met een welkom door Siemco Louwerse, directeur van het Watersnoodmuseum: "Binnen het geheel van verhalen over de Watersnoodramp 1953, klimaatverandering, water en zeespiegelstijging mag het onderwerp bodemdaling niet ontbreken. Wij hopen met de expositie het verhaal over bodemdaling laagdrempelig over te brengen op de bezoeker en bewustzijn te creëren."
In een vraaggesprek onder leiding van Stephanie Bakker met wethouder Michel Klijmij-van der Laan, voorzitter van het Platform Slappe Bodem en wethouder van de gemeente Gouda, en Gilles Erkens van Deltares, kwam naar voren hoe belangrijk het is dat we aandacht besteden aan het onderwerp bodemdaling. Michel Klijmij-van der Laan: "Bodemdaling is een sluipmoordenaar. De vraag is hoe we ermee gaan leven in plaats van ertegen te strijden." Gilles Erkens: "Afgelopen duizend jaar zijn we twee meter gezakt in het veengebied. Door bodemdaling verliezen we onze uitgangspositie om om te gaan met de zeespiegelstijging in de toekomst."
De expositie Sinking Cities Gouda is tot 15 mei 2023 te bezoeken in het Watersnoodmuseum. Ga voor meer informatie naar de website van het museum.
Jaarverslag 2022 en activiteitenplan 2023 uitgebracht
"Er is in 2022 weer flink gebouwd aan een stevige basis", aldus voorzitter Michel Klijmij-van der Laan in het voorwoord van het jaarverslag 2022. Met dit jaarverslag en het activiteitenplan voor het komende jaar, presenteert het Platform Slappe Bodem een zeer actief netwerk dat al flink op dreef is met een grondige en praktijkgerichte aanpak van bodemdaling.
Bodemdaling in verkiezings- en coalitieprogramma’s
De Provinciale Staten- en waterschapsverkiezingen van 15 maart 2023 en de vorming van nieuwe coalities vormen een uitgelezen kans om bodemdaling steviger aan te pakken in uitvoering en beleid. Met een speciale verkiezingspagina biedt het Platform Slappe Bodem hier handvatten voor.
Provincies en waterschappen ondervinden zelf de financiële en maatschappelijke gevolgen van bodemdaling, maar hebben ook een deel van de oplossing in huis. Met het oog op de Provinciale Staten- en waterschapsverkiezingen van 15 maart 2023 reikt het Platform Slappe Bodem daarom graag enkele suggesties aan om bodemdaling in de verkiezings- en coalitieprogramma’s van provincies en waterschappen op te nemen.
Op de verkiezingspagina is onder meer te lezen hoe bodemdaling direct samenhangt met het nieuwe rijksprincipe 'Bodem en water sturend' waar provincies en waterschappen mee te maken krijgen. Voor nieuwbouw hebben deze overheden een rol in het aanwijzen van de plekken waar het water- en bodemsysteem geschikt zijn voor bebouwing. In bestaand bebouwd gebied speelt bodemdaling een andere rol dan bij nieuwbouw en moet de koppeling gezocht worden met de energietransitie en klimaatadaptatie, waarbij provincies en waterschappen met gemeenten optrekken. Speciale aandacht is nodig voor verdroging (grondwater) en de gevolgen voor funderingen van oudere gebouwen, ook in de bebouwingslinten in het landelijk gebied.
Welkom gemeente De Ronde Venen!
Het Platform Slappe Bodem is weer een deelnemer rijker. In januari 2023 heeft de gemeente De Ronde Venen zich aangesloten. Met Mijdrecht als hoofdplaats ligt de gemeente te midden van rivieren; het gebied is ontstaan door turfwinning en inpoldering. Bodemdaling is dan ook een belangrijk thema in De Ronde Venen.
Wethouder Anja Vijselaar (financiën, economie en mobiliteit): “Als gemeente met een slappe bodem horen we in dit netwerk thuis. We willen graag samenwerken op dit thema en van elkaar leren. We verwachten veel inspiratie op te doen, kennis te delen met andere deelnemers en vraagstukken in te brengen die we met elkaar kunnen oplossen.”
“Bij ons ambtelijk apparaat zit bovendien veel kennis over bodemdaling die we willen inbrengen”, vervolgt Vijselaar. “Bijvoorbeeld over de manier waarop je bepaalde problematieken kunt oplossen. Die kennis willen we graag delen met de andere deelnemers.”
Op de vraag over haar persoonlijke ervaring met bodemdaling noemt Vijselaar onder meer haar studie civiele techniek: “Ik heb daar ervaring en kennis over en met bodemgesteldheid opgedaan, en vind het een fascinerend onderdeel van onze omgeving en ons land.” Daarnaast heeft ze als inwoner van het gebied dagelijks te maken met ‘bodemdalingperikelen’.
Het PSB is blij De Ronde Venen aan boord te hebben en kijkt uit naar een vruchtbare samenwerking!
Staatssecretaris IenW maakt toepassing schuimglas mogelijk
In de Verzamelbrief bodem en ondergrond die op 19 januari 2023 naar de Tweede Kamer is verstuurd, maakt de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat bekend dat de Regeling bodemkwaliteit (Rbk) zal worden aangepast om de toepassing van schuimglas in Nederland mogelijk te maken. Daarmee geeft zij gehoor aan een oproep die het Platform Slappe Bodem in 2020 heeft gedaan. Gemeenten, waterschappen en provincies krijgen hiermee beschikking over een materiaal dat helpt in de strijd tegen bodemdaling en zettingen van infrastructuur.
Schuimglas is een zeer licht, innovatief en circulair ophoogmateriaal. Het wordt gemaakt uit ingezameld glas. Tot nu toe is slechts één type schuimglas gecertificeerd en dus toegestaan in Nederland: alleen wanneer transparant glas wordt gebruikt bij de productie, mag het product worden toegepast. Wanneer ook gekleurd glas wordt gebruikt, zou er volgens de huidige wetgeving te veel kans zijn op uitspoeling van zware metalen. Uit pilots (proefopstellingen in de praktijk, zoals in Hazerswoude-Dorp, gemeente Alphen aan den Rijn) blijkt echter dat van uitspoeling nauwelijks sprake is. Het Platform Slappe Bodem heeft er daarom voor gepleit om de wetgeving op een logische en verantwoorde manier aan te passen, zodat het product breder kan worden toegepast en meer producenten en leveranciers op de markt het product kunnen aanbieden. Het RIVM heeft nu ook geconstateerd dat dit verantwoord kan.
Voor het ophogen van infrastructuur worden nu vaak zogenaamde BIM’s gebruikt, lavagesteente dat wordt aangevoerd uit Griekenland, of EPS, een aardolieproduct. Ingezameld glas is dichter bij huis ruim voor handen en is daarom ook vanuit oogpunt van duurzaamheid interessant.
Het Platform is blij met de stap van de staatssecretaris en werkt samen met het Kenniscentrum bodemdaling en funderingen graag mee aan de wijziging van de Rbk en de implementatie.
(Beeld: reportage Studio Alphen over de proef in Hazerswoude-Dorp)
In memoriam Sjaak Langeslag
Vorige week ontvingen wij het verdrietige bericht dat Sjaak Langeslag, hoogheemraad van het Hoogheemraadschap van Rijnland, is overleden.
Sjaak was sinds 2015 betrokken bij de bestuurlijke kerngroep van het Platform Slappe Bodem. Hij heeft veel betekend voor het Platform en hij heeft een grote bijdrage gehad in de samenwerking tussen waterschappen, gemeenten en provincies. Het thema bodemdaling is mede dankzij de inzet van Sjaak op de politieke agenda gekomen. Met zijn energie en inzet was hij ook een van de drijvende krachten achter de totstandkoming van het Kenniscentrum bodemdaling en funderingen. Van maart tot oktober van 2022 was Sjaak de interimvoorzitter van het Platform.
We herinneren ons Sjaak als een kundige bestuurder die zijn nek durfde uit te steken. Meer dan dat zullen we Sjaak enorm missen om zijn vriendelijke persoonlijkheid, gedrevenheid en kennis. Sjaak was een hele prettige en altijd opgewekte samenwerkingspartner. Het Platform Slappe Bodem wenst de familie Langeslag veel sterkte toe met het verwerken van dit grote verlies
'Water en bodem sturend' stevige stap voor aanpak bodemdaling
Met de Kamerbrief Water en bodem sturend die op 25 november 2022 is verschenen, heeft het kabinet nadere invulling gegeven aan het regeerakkoord en de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). ‘Water en bodem sturend’ (WBS) wordt een belangrijk uitgangspunt in de ruimtelijke ordening van Nederland. Het Platform Slappe Bodem vindt dat met de brief een goede stap wordt gezet om bodemdaling hoger op de agenda te zetten en er concrete nationale doelen aan te verbinden. Die stap is van cruciaal belang: voor de woningbouwplannen die vooral in de laag gelegen delen van Nederland moeten worden gerealiseerd, het behoud van de bestaande woonomgeving en het realiseren van de kwaliteits- en klimaatdoelen.
Niet afwentelen
Het Platform juicht toe dat de bepleite levenscycluskostenbenadering als instrument ingezet wordt om duurzame keuzes te maken in bebouwde gebieden en om kosten (o.a. voor bodemdaling) niet af te wentelen op de toekomst. Verbetering en het meer dwingend maken van de watertoets kan leiden tot duurzamere keuzes. Dit moet in nauwe samenwerking met en tussen gemeenten en waterschappen worden vormgegeven. Met het Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie hebben gemeenten, waterschappen en provincies al afgesproken ernaar te streven om in 2050 klimaatadaptief te zijn. Bodemdaling maakt onderdeel uit van deze afspraak. Met de Kamerbrief wordt dit nog eens aangescherpt.
Uitvoerbaarheid
Het Platform kan zich erin vinden dat er op slappe bodems onder voorwaarden gebouwd kan worden. Er zijn voorbeelden waar dit principe al is toegepast, zoals in de Zuidplaspolder bij Gouda (Westergouwe). Het is cruciaal dat de verschillende overheden hierin samenwerken. In de komende jaren zullen er nog veel huizen bijgebouwd moeten worden, waarbij de inrichting van deze nieuwe woonwijken bodemdalingsbestendig moet zijn. Daarvoor is kennis nodig, evenals regels en geld. De uitvoerbaarheid is dan ook een zorgpunt voor het Platform: bodemdalingsbestendige, klimaatadaptieve maatregelen leveren op termijn minder schade op, maar kosten nu geld en vragen expertise en omgevingsinformatie. Die factoren zijn niet overal aanwezig. Het gemeentefonds zou bijvoorbeeld beter moeten aansluiten op dit gat.
Bestaande woningvoorraad
Er zal ook een flinke inspanning geleverd moeten worden om de bestaande woonomgeving en openbare ruimte klimaatadaptief en bodemdalingsbestendig te maken. Dit is van groot belang om de huidige woningvoorraad kwantitatief en kwalitatief op peil te houden. In bebouwde gebieden is deze aanpak nog complexer dan bij nieuwbouw. Het verhogen van het grondwaterpeil alleen is in bebouwde gebieden niet voldoende, er moet innovatief en lichtgewicht worden opgehoogd en gereconstrueerd. Een bodemdalingsbestendige openbare ruimte is bovendien een voor iedereen toegankelijke openbare ruimte.
Gebiedsprocessen
De landelijke gebieden hebben met het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en het sturend maken van water en bodem flinke opgaven te verwerken. De samenhang van opgaven biedt kansen voor een geharmoniseerde aanpak, maar de complexiteit brengt ook het risico met zich mee dat gebiedsprocessen vertragen. Om de verschillende doelen te dienen en processen niet te vertragen, is het nodig om de onderlinge afhankelijkheden tussen de veenoxidatie, stikstof en waterkwaliteit goed in beeld te brengen. Daarbij is het van belang de gebiedskenmerken – water, bodem en landschap, maar ook sociaaleconomische en sociaalmaatschappelijke thema’s – bij de te maken keuzes te betrekken. Dat kan alleen op gebiedsniveau en met voldoende middelen en kennis.
De keuze om grondwaterstanden structureel te verhogen, ondersteunt het Platform: niet alleen om de bodemdaling te stoppen, maar ook om schade aan bestaande gebouwen en infrastructuur in landelijke gebieden zoveel mogelijk te voorkomen. Hoe dat kan worden bereikt, kan het beste – met de nodige ondersteuning – in gebieden worden vormgegeven. In die gebieden moet er met elkaar worden onderzocht of en hoe aan een toenemende watervraag voldaan kan worden. Samenwerking tussen overheden – gemeenten, waterschappen, provincies en rijk – is daarom cruciaal om de bewoners en gebruikers van de gronden duidelijkheid en toekomstperspectief te bieden.
Faciliteren uitvoering
Het Platform Slappe Bodem dringt erop aan de uitvoerbaarheid verder te ondersteunen. Niet alleen met een richtinggevend kader, maar ook met kennis, data, ruimte voor innovatie en experiment en voldoende middelen. Het Platform staat klaar om bodemdalingsbestendigheid in bebouwde en landelijke gebieden verder handen en voeten te geven met ondersteuning van het Kenniscentrum bodemdaling en funderingen.
Terugblik congres: de 'bonte bodem' bovenaan
De Floriade was het passende decor voor het zevende Nationaal congres bodemdaling op 6 oktober 2022. Het thema ‘Bouw beter met bodemdaling’ kwam in diverse vormen terug in de gesprekken die op het podium en tijdens de vele inhoudelijke sessies gevoerd werden.
“We kunnen en moeten in Nederland beter met bodemdaling omgaan dan we voorheen gedaan hebben, om de gevolgen ervan niet langer af te wentelen op toekomstige generaties”, luidde het overal. De mogelijkheden en grenzen van het water- en bodemsysteem moeten daarom vooraan staan. Gelukkig wordt de handschoen al opgepakt, bijvoorbeeld door het beter organiseren van kennisdoorwerking via het Kenniscentrum bodemdaling en funderingen en in de gebiedsprocessen in de veenweiden. Door heldere doelen op nationaal niveau te stellen en bijbehorende middelen te organiseren, kan en moet de aanpak verder versterkt worden. De verwachtingen voor de aangekondigde Kamerbrieven over het sturend maken van water en bodem en het Nationaal programma voor landelijk gebied zijn dan ook hooggespannen.
Uit het gesprek tussen de Flevolandse bestuurders werd duidelijk dat de aanpak van bodemdaling zich niet moet beperken tot de veengebieden. Ook de kleigebieden in Flevoland en de Noordoostpolder geven de nodige hoofdbrekens voor bebouwing en infrastructuur, maar ook voor de landbouw. Waterschap, provincie en gemeente Almere zijn zich hiervan terdege bewust en zoeken gebiedsgericht de passende oplossingen. Piet Boer van waterschap Zuiderzeeland introduceerde de term ‘bonte bodem’ en die kwam geregeld terug tijdens de rest van de dag.
Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving Jannemarie de Jonge vroeg om reacties op de visievorming voor de toekomstige ontwikkeling van het landgebruik in Nederland op basis van het natuurlijke water- bodemsysteem. Wat hebben decentrale overheden en gebiedspartijen nodig om hieraan invulling te geven? De grote cultuuromslag zal veel tijd vragen. Nationale doelen en perspectieven helpen om de neuzen dezelfde kant op te krijgen.
Presentaties subsessies ronde 1 Nationaal congres bodemdaling 2022
Heeft u tijdens het Nationaal congres bodemdaling op 6 oktober 2022 iets interessants gehoord in een subsessie? Of wilt u zien wat u gemist heeft? De presentaties zijn nu te downloaden.
De presentaties van ronde 1 vindt u hieronder. Die van ronde 2 staan bij een ander bericht.
Presentaties subsessies ronde 2 Nationaal congres bodemdaling 2022
Heeft u tijdens het Nationaal congres bodemdaling op 6 oktober 2022 iets interessants gehoord in een subsessie? Of wilt u zien wat u gemist heeft? De presentaties zijn nu te downloaden.
De presentaties van ronde 2 vindt u hieronder. Die van ronde 1 staan in bij een ander bericht.
Michel Klijmij-van der Laan en Klazien Hartog aan het roer van het PSB
Op 5 oktober 2022 heeft de bestuurlijke kerngroep van het Platform Slappe Bodem in nieuwe samenstelling een nieuwe voorzitter en vicevoorzitter gekozen. Na de gemeenteraadsverkiezingen waren deze plekken vacant. De nieuwe voorzitter is Michel Klijmij-van der Laan, wethouder van Gouda. Klazien Hartog, hoogheemraad van Hollands Noorderkwartier, is vicevoorzitter geworden.
Michel Klijmij-van der Laan vindt het een ‘eer en genoegen’ om voorzitter te zijn: “Als opvolger van Hilde Niezen en daarmee trekker van de Regiodeal Bodemdaling ben ik vanaf het begin van mijn wethouderschap in december 2021 vol de bodemdaling ingedoken. Als resultaat van die inspanning, staand op de schouders van reuzen uiteraard, is er nu een fysiek Kenniscentrum bodemdaling en funderingen met drie ministeries als partner. Maar daarmee zijn er we er nog lang niet. Als voorzitter wil ik een paar slagen gaan slaan de komende tijd.” Speerpunten worden de verbreding van het platform met meer deelnemers en focus op lobby en versterking van het netwerk om bodemdaling in alle overheidslagen de aandacht te geven die het verdient.
Klazien Hartog is al enige jaren namens de waterschappen zeer actief in de bestuurlijke kerngroep van het PSB. Vanuit deze ervaring neemt ze de taak van vicevoorzitter met verve op, zoals al bleek tijdens het Nationaal congres bodemdaling. Vanwege de fysieke afwezigheid van Michel Klijmij-van der Laan vertegenwoordigde zij het platform op het plenaire podium. Klazien maakt zich sterk voor de betrokkenheid van waterschappen en de kennis van watersystemen in het platform. Daarnaast zal zij als penningmeester de financiën van het platform bewaken.
De leden van bestuurlijke kerngroep zijn nu, naast de voorzitter en vicevoorzitter: Relus Breeuwsma (Alphen a/d Rijn), Wessel Breunesse (Zaanstad), Ad de Regt (Woerden), Jesse Luijendijk (Almere), Erik Wassink (Krimpenerwaard), Sjaak Langeslag (Hoogheemraadschap van Rijnland) en Meindert Stolk (provincie Zuid-Holland). Tot de aanstelling van Michel Klijmij-van der Laan, werd de rol van voorzitter tijdelijk ingevuld door Sjaak Langeslag.
Het Platform Slappe Bodem is in de afgelopen jaren uitgegroeid tot een nationale netwerksamenwerking van gemeenten, waterschappen en provincies. Door de inspanningen van het PSB is de aanpak van bodemdaling door slappe bodems politiek en maatschappelijk geagendeerd in Nederland, wordt er gewerkt aan kennisontwikkeling en -toepassing en worden gemeenten gedeeltelijk gecompenseerd voor de hoge kosten van beheer en onderhoud van de openbare ruimte.
Michel Klijmij-van der Laan en Klazien Hartog maken in de komende maanden graag nader kennis met het netwerk.
Congresprogramma bekend
Liefst tien subsessies én een kennismarkt. Meer dan genoeg inspiratie dus op het Nationaal congres bodemdaling op 6 oktober 2022. Te midden van de prachtig aangelegde Floriade kunt u leren over bijvoorbeeld waterinfiltratiesystemen, gebiedsprocessen, bodemdalingbestendig ontwerpen, het ontstaan van broeikasgassen en het voorkomen van droogteproblemen. Beschrijvingen van alle subsessies vindt u in de programmaflyer die nu te downloaden is.
Kennismarkt op het congres
Het Nationaal Congres Bodemdaling op donderdag 6 oktober 2022 biedt naast het plenaire programma en de subsessies óók nog een kennismarkt. Hieronder ziet u welke bedrijven bedrijven aan hun innovaties presenteren die bijdragen aan monitoring, beheersing en/of beperken van bodemdaling. De lijst zal steeds verder worden aangevuld.
H & B Grondstoffen opereert in de vele segmenten van de bouwgrondstoffenmarkt en vertegenwoordigt in Nederland de minerale bouwgrondstoffen (waaronder diverse primaire lichte ophoogmaterialen) van de producenten Holcim Ltd en Basalt AG (tevens de moederbedrijven).
Schuimglas is een lichtgewicht, belastbaar, secundair materiaal en vrij toepasbaar in de Nederlandse markt. Dankzij EcoBASE schuimglas is het bedrijf in staat om een weglichaam te optimaliseren in zijn functie en te minimaliseren in zijn constructiegewicht. Rotim ICP adviseert vanuit praktische kennis en expertise, waardoor we het product optimaal kunnen inzetten voor uw project.
De leden van Stybenex maken EPS-bouwproducten. Voor de grond-, weg- en waterbouw leveren zij speciaal ontwikkelde EPS-platen en -blokken. Circulair EPS is de ideale basis voor een zettingsarme constructie in slappe ondergronden.
Van Dijk Maasland is specialist in het bouwen op slappe bodem. Al 45 jaar ontwikkelen zij een breed scala aan zettingsarme technieken die optimaal worden afgestemd op elke situatie.
Het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen ontwikkelde zes concrete tools voor overheden die werken aan bodemdaling in bebouwd gebied. Tools op het gebied van procesaanpak, bekostiging, erfgoed, juridische aspecten en meer. Kom naar de kennismarkt en leer hoe deze tools jouw aanpak versterken.
Fugro is wereldwijd toonaangevend op het gebied van inwinning en analyse van geodata en -advisering. Geodata-experts en innovatieve technologieën helpen klanten inzicht te geven in de kansen en het beheersbaar maken en houden van risico's voor het duurzaam en klimaatbestendig ontwikkelen van gebieden. Fugro levert diverse geohydrologische en geotechnische diensten voor de realisatie van uw projecten.
Kenniscentrum bodemdaling en funderingen start 1 september 2022
Het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen kan nu echt uit de startblokken. Het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling gaat daarmee een nieuwe fase in onder de vlag van het Kenniscentrum.
De afgelopen periode hebben ook de ministeries BZK/VRO, LNV en I&W besloten om partner te worden in het Kenniscentrum en hieraan structureel bij te dragen. Samen met de toegezegde bijdragen van de bestaande financiers (6 veenprovincies, Platform Slappe Bodem, Rijkswaterstaat, STOWA, Regio Deal Bodemdaling Groene Hart) is de businesscase voldoende solide om van start te gaan en om ook de inhoudelijke voortzetting van het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling (NKB) te borgen. De gemeenteraad van Gouda heeft bovendien het Arti Legi gebouw aan de Markt in Gouda gekocht en met dit prachtige pand is de huisvesting van het Nationale Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen dik voor elkaar.
De Raad van Toezicht van het Kenniscentrum bestaat uit Gerard Doornbos, Merlien Welzijn en Hugo Gastkemper. Daarnaast is er ook een nieuwe directeur aangesteld. Corné Nijburg zal vanaf 1 september deze rol gaan invullen. De opening en lancering van de website staat gepland voor dit najaar, op 26 september a.s. vindt een eerste startbijeenkomst voor genodigden plaats.
Aanleiding Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen
De gevolgen van bodemdaling en funderingsproblemen voor de samenleving nemen steeds verder toe. Een miljoen woningeigenaren kan te maken krijgen met funderingsproblemen, overheden krijgen te maken met stijgende kosten voor onderhoud aan infrastructuur en bodemdaling in de veenweidegebieden zorgt voor een flinke bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen. Er wordt al hard gewerkt aan oplossingen voor deze uitdagingen, maar deze kennis bereikt nog onvoldoende mensen. Daarom richten we het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen op. We maken onze ambitie concreet met een toegankelijke website en de vestiging in Gouda.
Het Kenniscentrum is onmisbaar voor de realisatie en versnelling van diverse (rijks)programma’s zoals de opgaven rondom woningbouw, klimaatverandering en energietransitie.
Het Kenniscentrum is een ‘bottom-up’ initiatief en een bundeling van activiteiten van het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling en andere partners. De activiteiten van het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling worden onder de vlag van het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen voortgezet en uitgebreid. Het Platform Slappe Bodem is al sinds 2016 initiatiefnemer en financier van het nationaal kennisprogramma bodemdaling en nauw betrokken bij de oprichting van het Kenniscentrum.
Roadshow, tentoonstelling Bodemdaling en Funderingen najaar 2022
Het Kenniscentrum organiseert vanaf dit najaar een roadshow waarbij de beschikbare kennis, op locatie en online gekoppeld wordt aan lokale en regionale vraagstukken.
In de vestiging in Gouda wordt in de winter een tentoonstelling ingericht en is er ruimte voor bijeenkomsten en onderwijsactiviteiten.
Gemeenten aan de slag met bodemdaling!
Gemeenten die te maken hebben met bodemdaling werden voorafgaand aan en direct na de gemeenteraadsverkiezingen op verschillende momenten door het Platform Slappe Bodem actief geïnformeerd over de omvang, schade en impact van bodemdaling. Daarbij bieden we nieuwe en bestaande colleges en raadsleden concrete handelingsperspectieven om met dit dossier aan de slag te gaan. Door middel van een online mediacampagne, brochure en 2 inhoudelijke webinars informeerden we gemeenten binnen ons netwerk.
Media Campagne
De online mediacampagne was bedoeld om bewustwording van bodemdaling bij (toekomstige) raadsleden en colleges van gemeenten te vergroten. Daarbij boden we voorzetten voor mogelijke aanpak en oplossingen, die in de collegeprogramma’s en uiteindelijk in het beleid kunnen worden opgenomen. Uitingen van de mediacampagne waren te zien op de sociale mediakanalen Facebook, LinkedIn en Twitter. De gedachte achter de campagne is dat bodemdaling gemeenten, overheid, bedrijfsleven en inwoners heel veel geld kost én dat bodemdaling óók veel immateriële schade veroorzaakt. Dit alles met, waar mogelijk, een knipoog.
Er is gekozen voor een aantal verschillende advertenties en filmpjes. Op deze manier worden meerdere invalshoeken rond bodemdaling belicht. De enorme bedragen die nodig zijn voor het herstel van infrastructuur, schade aan erfgoed, relationele schade die bodemdaling aanricht bij mensen die onder druk staan, schade die bodemdaling toebrengt aan de toekomst van ondernemers, schade aan de natuur, verhoogde uitstoot van broeikasgassen, schade aan rioleringen en schade aan oude binnensteden. De campagne heeft een zeer goede respons gehad, is veel gedeeld en is bijna 3 miljoen keer bekeken op Facebook, LinkedIn en met name Twitter.
Aan de slag! #Zodus!
Mogelijke oplossingen en informatie specifiek gericht op gemeenten bieden wet op de website van Platform Slappe Bodem. De handreiking bodemdaling geeft aan wat de impact is voor gemeenten, maar ook voor inwoners, bedrijven en specifiek voor agrariërs én wat gemeenten kunnen doen.
Webinars
In mei en juni organiseerde Platform Slappe Bodem in samenwerking met KCAF en RVO online webinars voor nieuwe raadsleden om het onderwerp bodemdaling en de handelingsperspectieven voor gemeenten nader toe te lichten. Kijk hier het webinar terug.
Van nationale erkenning naar nationale aanpak
In drie recente brieven van de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is bodemdaling nu echt doorgedrongen in het nationale ruimtelijke beleid.
De minister voor VRO wil regie nemen in een aantal grote ruimtelijke vraagstukken en scherpt daarom de NOVI op een aantal punten aan. De minister van Infrastructuur en Waterstaat geeft aanscherpingen waar het gaat om ‘Water en bodem leidend in de ruimtelijke ordening’. Dat is een uitwerking van het regeerakkoord. Hun gezamenlijke brief, als reactie op het advies van de Deltacommissaris, bevat concrete voornemens van beide ministers om maatregelen te nemen om bodemdaling niet voor rekening van toekomstige generaties te laten komen. Zo wordt er een landelijke maatlat ontwikkeld voor klimaatadaptief bouwen en zullen medeoverheden en investeerders worden betrokken bij de financiering van klimaatadaptieve maatregelen.
De NOVI benoemt nu nog alleen bodemdaling in het landelijke gebied (door veenoxidatie), maar uit de Ruimtelijke ordeningsbrief blijkt dat ook bodemdaling in nieuwe en bestaande bebouwde gebieden op de lijst van nationale vraagstukken is gezet. Dat is een belangrijke erkenning voor het Platform Slappe Bodem en iedereen die met de gevolgen van bodemdaling te maken heeft.
De erkenning van deze nationale vraagstukken moet via diverse programma’s omgezet worden in een concrete aanpak. De provincies worden door het Rijk gevraagd om de ruimtelijke puzzel te gaan leggen. Wat het Rijk precies gaat doen aan bodemdaling en welke middelen daarvoor worden ingezet zal na de zomer duidelijker moeten worden.
Het Platform Slappe Bodem is van mening dat bodemdaling een nationale gecoördineerde aanpak nodig heeft en een coördinerende bewindspersoon: de aanpak blijft anders teveel versnipperd. Door provincies, waterschappen en gemeenten wordt al jaren veel geïnvesteerd in kennisontwikkeling, lokaal en regionaal beleid en bewustwording. Voorbeeld hiervan is het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling en de doorontwikkeling naar het Nationaal Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen dat in het najaar zijn deuren zal openen in Gouda. In het Kenniscentrum wordt alle kennis die in de afgelopen jaren is ontwikkeld over bodemdaling en funderingen gebundeld en beschikbaar gemaakt. De erkenning door ministers De Jonge en Harbers is hierbij een steun in de rug, die snel kan worden omgezet in een nationale programmatische aanpak onderbouwd met de kennis van het Kenniscentrum. Met een nationale coördinatie en beschikbaarheid van kennis voor iedereen kan de gewenste versnelling van de grote opgaven waar Nederland mee te maken heeft worden gerealiseerd.
In de links hieronder vindt u de Kamerbrieven:
Kamerbrief van minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over nationale regie in de ruimtelijke ordening
Kamerbrief van minister Infrastructuur en Waterstaat bij toezending Beleidsprogramma Infrastructuur en Waterstaat
Reactie minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en minister van Infrastructuur en Waterstaat op advies Deltacommissaris klimaatadaptatie en woningbouw.
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden lanceert hologram Heel Holland Zakt
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden lanceert samen met stoomgemaal Kamerik-Teylingens in het kader van 900 jaar waterbeheer het bijzondere hologram Heel Holland Zakt. Vanaf 14 mei is deze beleving over bodemdaling van vroeger en nu iedere zaterdagochtend te zien in het bezoekerscentrum van het stoomgemaal.
Bodemdaling in het veenweidegebied
De bodem in het veenweidegebied daalt maximaal 1 centimeter per jaar. Daarom wil het waterschap de huidige inzet om bodemdaling te remmen, verder versterken. De ambitie is om samen met partners in het veenweidegebied, de bodemdaling in 2030 met 50 procent te vertragen. Om dit te realiseren werkt het waterschap aan experimentele maatregelen, zoals (gestuurde) waterinfiltratie. Bodemdaling is niet iets van alleen nu. Het hologram Heel Holland Zakt neemt mensen mee in het verhaal van het bijzondere veenweidegebied.
Bijzondere samenwerking met Hogeschool van de Kunsten Utrecht
Tijdens het jubileumjaar 900 jaar waterbeheer van het waterschap draait het om waterbewustzijn. Hoe breng je waterbewustzijn bijvoorbeeld op een creatieve manier onder de aandacht bij jongeren? Hiervoor werkt De Stichtse Rijnlanden samen met studenten van de Hogeschool van de Kunsten Utrecht. Zij maakten samen met vrijwilligers van het stoomgemaal en medewerkers van het waterschap het bijzondere hologram over bodemdaling.
Foto: Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Lees meer op de website van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.
Campagne gemeenteraadsverkiezingen 2022
Half januari 2022 startte de nieuwe online mediacampagne van Platform Slappe Bodem. De campagne is bedoeld om de bewustwording van bodemdaling bij toekomstige raadsleden en bestuurders van gemeenten te vergroten. Daarbij bieden we voorzetten voor mogelijke aanpak en oplossingen, die in de collegeprogramma’s en uiteindelijk het beleid kunnen worden opgenomen. Uitingen van de mediacampagne zijn te zien op de sociale mediakanalen Facebook, LinkedIn en Twitter. De gedachte achter de campagne is dat bodemdaling gemeenten, overheid, bedrijfsleven en inwoners heel veel geld kost én dat bodemdaling óók veel immateriële schade veroorzaakt. Dit alles met, waar mogelijk, een knipoog.
Er is gekozen voor een aantal verschillende advertenties en filmpjes. Op deze manier worden meerdere invalshoeken rond bodemdaling belicht. De enorme bedragen die nodig zijn voor het herstel van infrastructuur, schade aan erfgoed, relationele schade die bodemdaling aanricht bij mensen die onder druk staan, schade die bodemdaling toebrengt aan de toekomst van ondernemers, schade aan de natuur, verhoogde uitstoot van broeikasgassen, schade aan rioleringen en schade aan oude binnensteden. Mogelijke oplossingen worden als handreiking geboden op de website van Platform Slappe Bodem. De campagne heeft een zeer goede respons gehad, is veel gedeeld en is bijna 3 miljoen keer bekeken op Facebook, LinkedIn en met name Twitter.
Op 13 juni organiseert Platform Slappe Bodem in samenwerking met KCAF en RVO een online webinar voor nieuwe raadsleden om het onderwerp bodemdaling en de handelingsperspectieven voor gemeenten nader toe te lichten. Lees hier meer over het programma en aanmelden.
Aanknopingspunten voor remmen bodemdaling in coalitieakkoord
Op 15 december is het coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ gepresenteerd. Het Platform Slappe Bodem is positief over het feit dat bodemdaling in het akkoord wordt genoemd, gerelateerd aan de funderingsproblematiek. Ook wil de coalitie inzetten op water en bodem als leidend principe in de ruimtelijke ordening, klimaatadaptatie en klimaatbestendige nieuwbouw. Over een nationale aanpak zoals door het platform bepleit, wordt (nog) niet gesproken. Ook is de aanpak van de veenweiden niet goed in het akkoord te herkennen, terwijl wel aandacht is voor innovatie en alternatieve verdienmodellen voor de landbouw.
Veel komt nu aan op de verdere uitwerking en financiering. Het platform geeft de coalitie graag het volgende mee:
- Bodemdaling is meer dan funderingsproblematiek en funderingsproblematiek is meer dan bodemdaling. Door een (te) strikte koppeling van deze thema’s zou een deel van de dorpen en steden en eigenaren van woningen in Nederland tussen wal en schip vallen. Het platform adviseert om deze thema’s waar logisch te combineren, maar ook te voorzien in een aanpak daar waar bodemdaling en funderingsproblemen niet samenvallen.
- De veenweidenaanpak komt op stoom, met de klimaatdoelstellingen als drijvende kracht. De regionale veenweidestrategieën verdienen een langetermijnvisie en -financiering. In de veenweidegebieden hebben de maatregelen om bodemdaling te remmen en broeikasgasemissies te verminderen grote gevolgen voor bewoners en ondernemers. Daarom is een nationale langetermijnstrategie noodzakelijk, waarbij de samenhang met bebouwing niet vergeten mag worden.
- Het klimaatadaptief maken van de dorpen en steden in West- en Noord-Nederland kan niet los gezien worden van het tegengaan van bodemdaling. Hiervoor zijn investeringen nodig in kennis, innovatie en duurzame bodemdalingsbestendige maatregelen, zoals onderhoudskosten voor infra, rioleringen, bruggen en viaducten. Ook de regionale en nationale wegen en spoorwegen verzakken. Met nationale doelstellingen en middelen kan dit krachtig(er) worden aangepakt.
- Water en bodem als basis voor klimaatbestendige ontwikkeling is belangrijk om de bodemdalingsproblemen van de toekomst te voorkomen. Ook hierbij zijn nationale doelen en investeringen nodig.
- Het Platform Slappe Bodem is ervan overtuigd dat we bodemdaling alleen samen kunnen remmen. Evenals VNG, Unie van Waterschappen en IPO benadrukt het platform het belang van een goede samenwerking tussen het rijk en de decentrale overheden om de grote maatschappelijke opgaven die in het coalitieakkoord centraal staan in samenhang aan te pakken. Om de enorme vraag naar woningen, de strijd tegen klimaatverandering en de transitie naar duurzame energie te realiseren, is het nodig deze slim te combineren met een gezamenlijke aanpak. Gemeenten, provincies en waterschappen bundelen graag de krachten met het rijk, maar stellen daarbij een aantal voorwaarden, zoals evenwichtige bestuurlijke verhoudingen. Het is belangrijk dat nieuw beleid en wetgeving eerst getoetst worden op uitvoerbaarheid. En dat er een evenwicht is tussen taken, bevoegdheden en financiële middelen voor alle bestuurslagen.
Het Platform Slappe Bodem werkt graag met het Rijk verder aan een Nationaal Programma Bodemdaling.
Standaard voor 'Actief grondwater peilbeheer'-systeem
Steeds meer locaties binnen bebouwd gebied ervaren overlast door te hoge en/of te lage grondwaterstanden. Klimaatverandering versterkt deze problematiek. Het goede nieuws is dat er handelingsperspectief is. Door een technisch eenvoudig systeem in de openbare ruimte aan te leggen kunnen de grondwaterstanden binnen bebouwd gebied beter worden beheerst. Het gaat om een ‘Actief grondwaterpeilbeheer’-systeem, waarmee overlast en schade nu en in de toekomst beperkt kunnen blijven.
Vanwege de potentie van deze systemen is er onder aanvoering van Ariane Tuinenburg van RWS Bodem+ in de Deelexpeditie Actief Grondwaterpeilbeheer van het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling, door Aveco de Bondt en Fugro een standaard opgesteld voor de aanleg en het onderhoud van deze systemen.
De standaard is inmiddels beschikbaar en te bekijken op de website van het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling.
Jaarverslag 2021 en Activiteitenplan 2022 uitgebracht
We gaan met kleine en soms wat grotere stappen voorwaarts, dat is in het jaarverslag 2021 te zien. De Tweede Kamerverkiezingen en de kabinetsformatie in 2021 zijn door het platform en partners benut om bodemdaling nog eens op de agenda te zetten. Met resultaat: het woord bodemdaling komt voor in het regeerakkoord en water en bodem worden door het nieuwe kabinet genoemd als sturend voor de ruimtelijke ordening. De veenweidenaanpak komt op stoom met het opstellen van veenweidestrategieën, met Friesland voorop.
De voortgang zet zich in 2022 voort. Het platform spoort na de gemeenteraadsverkiezingen de nieuwe raadsleden en gemeentebestuurders aan om het dossier bodemdaling en funderingen met verve aan te pakken. Het Activiteitenplan 2022 geeft aan wat de prioriteiten van dit jaar zijn. De energie zit er goed in en verschillende activiteiten zijn al gestart, zoals de voorbereidingen voor het jaarlijkse Nationaal Congres Bodemdaling op 6 oktober.
Het Jaarverslag en Activiteitenplan is hieronder te downloaden.
Start Funderingsloket Groene Hart
Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF) is per 1 januari 2022 van start gegaan met het Funderingsloket Groene Hart in nauwe samenwerking met de 4 gemeenten die het voortouw nemen, te weten: Alphen aan den Rijn, Gouda, Woerden en Oudewater. Na een periode van denken en praten een fundament onder een goed onderbouwde samenwerking is het nu tijd om te doen. In het Groene Hart wordt samen met huiseigenaren goede informatie en eerste hulp geboden bij mogelijke funderingsproblemen. Dit initiatief is financieel mogelijk gemaakt door de Regio Deal bodemdaling Groene Hart.
In het Groene Hart maken de gemeenten Alphen aan den Rijn, Woerden, Oudewater en Gouda gebruik van de applicatie FunderMaps en deskundige begeleiding daarbij. Door toevoeging van lokale data aan deze door KCAF ontwikkelde tool neemt de kwaliteit van de te verstrekken informatie verder toe. FunderMaps zorgt voor betere informatie en transparantie. Het Funderingsloket Groene Hart zorgt daarbij voor eerste hulp aan huiseigenaren en een handelingsperspectief. De afbeelding laat een kaart zien met funderingstypes die FunderMaps kan maken nadat lokale data zijn toegevoegd. De gemeente voert zelf de regie over de lokale toepassing van FunderMaps.
Inwoners van de vier gemeenten kunnen via het Funderingsloket Groene Hart meldingen maken van schade of informatie opvragen uit het FunderMaps systeem. Een funderingsspecialist beantwoordt de vragen van huiseigenaren.
Nieuwe campagne: Gemeenteraadsverkiezingen 2022
Half januari 2022 start de nieuwe online mediacampagne van Platform Slappe Bodem. De campagne is bedoeld om de bewustwording van bodemdaling bij toekomstige raadsleden en bestuurders van gemeenten te vergroten. Daarbij bieden we voorzetten voor mogelijke aanpak en oplossingen, die in de collegeprogramma’s en uiteindelijk het beleid kunnen worden opgenomen.
De campagne start in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in maart. Uitingen van de mediacampagne zullen te zien zijn op de sociale media Facebook, LinkedIn en Twitter. De gedachte achter de campagne is dat bodemdaling gemeenten, overheid, bedrijfsleven en inwoners heel veel geld kost én dat bodemdaling óók veel immateriële schade veroorzaakt. Dit alles met, waar mogelijk, een knipoog. Ook wil Platform Slappe Bodem duidelijk maken dat gemeenten iets kunnen doen om bodemdaling te remmen en de kosten in de hand te houden.
Er is gekozen voor een aantal verschillende advertenties en filmpjes. Op deze manier worden meerdere invalshoeken rond bodemdaling belicht. De enorme bedragen die nodig zijn voor het herstel van infrastructuur, schade aan erfgoed, relationele schade die bodemdaling aanricht bij mensen die onder druk staan, schade die bodemdaling toebrengt aan de toekomst van ondernemers, schade aan de natuur, verhoogde uitstoot van broeikasgassen, schade aan rioleringen en schade aan oude binnensteden. Mogelijke oplossingen worden als handreiking geboden op de website van Platform Slappe Bodem.
Afscheid van Hilde Niezen
Sinds eind 2014 was Hilde Niezen de voorzitter van het Platform Slappe Bodem. Die tijd is goed besteed: in deze periode is de aandacht voor bodemdaling in landelijke en bebouwde gebieden enorm gegroeid in de politiek, bij bestuurders, ambtenaren, kennisinstellingen en ook inwoners van gebieden met een slappe bodem. Ook het platform zelf is flink gegroeid: waterschappen en provincies hebben zich aangesloten en een flink aantal gemeenten. Daardoor staat het platform stevig gefundeerd en klaar om verder invulling te geven aan de nationale aanpak van bodemdaling.
Hilde heeft met niet aflatende energie het belang van de aanpak van bodemdaling bepleit en samenwerking gezocht met vele organisaties. Kennisontwikkeling en het delen van kennis heeft daarbij veel aandacht gekregen. De vorming van het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling en de Regio Deal bodemdaling Groene Hart zijn daarvan mede het resultaat.
Het Platform Slappe Bodem is Hilde dankbaar voor al haar inspanningen. Tijdens het Nationaal Congres Bodemdaling in Leeuwarden is ze daarom toegezongen met een speciaal gecomponeerd lied. In haar nieuwe functie als directeur van Stichting Rioned zal het thema bodemdaling zeker terugkeren. We wensen haar veel succes toe.
Jan Vente (wethouder gemeente Krimpenerwaard en oud-voorzitter van het platform) zal tot aan de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 optreden als voorzitter van het Platform Slappe Bodem.
Pleidooi Nationaal Programma Bodemdaling bij de informateurs
Begin dit jaar heeft het Platform Slappe Bodem in samenwerking met diverse partijen het pleidooi opgesteld voor het realiseren van een Nationaal Programma Bodemdaling in de nieuwe kabinetsperiode. Dit pleidooi is eerder al toegestuurd aan de toenmalige informateur. Met het aantreden van de informateurs Remkes en Koolmees is het pleidooi opnieuw aan hen toegestuurd. In het pleidooi staat beschreven hoe een nationaal programma er uit zou moeten zien. In het nationaal opgezet programma werken het Rijk, de provincies, waterschappen en gemeenten samen aan nationale doelen met een coördinerende minister.
Het betekent niet dat het Rijk alle verantwoordelijkheid (en kosten) op zich moet nemen: Rijk en decentrale overheden zijn samen verantwoordelijk en vullen elkaar aan in de aanpak. Een aantal politieke partijen (VVD, CDA, D66, GroenLinks en PvdA) heeft de nationale aanpak van bodemdaling onderkend in het verkiezingsprogramma. Ook bij het Rijk is al aandacht voor bodemdaling, maar de aandacht is nu versnipperd en ligt bij vijf verschillende ministeries. Het wordt mede daardoor onvoldoende als geheel en in zijn kern aangepakt en vertaald naar noodzakelijke acties. Een nationaal programma én een coördinerende minister moeten hierin verbetering brengen.
Met het pleidooi voor dit nationaal programma bodemdaling toont het Platform Slappe Bodem haar visie op de lange termijn aanpak van bodemdaling. Aan dit voorstel hebben veel partijen meegewerkt, zoals gemeenten, provincies, waterschappen en kennisinstellingen. Het kan dan ook op breed draagvlak rekenen. Deze partijen zijn al flink op dreef met een grondige en praktijkgerichte aanpak van bodemdaling. Samen met Rijksoverheid, kennisinstellingen en marktpartijen wil het platform blijven investeren in onderzoek, kennis en innovatieve maatregelen om bodemdaling onder controle te krijgen.
Bodemdaling in politiek Den Haag
In politiek Den Haag heeft de Tweede Kamer recentelijk uitgebreid gesproken over bodemdaling, veenweiden en funderingsproblematiek.
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft op 22 november 2021 overleg gevoerd met minister Visser van Infrastructuur en Waterstaat hierover. De ingediende motie daarin van Kamerlid Laura Bromet (GroenLinks) over vasthouden van CO2 in veenweiden is aangenomen.
Twee moties van Kamerlid Henk Nijboer (PvdA) over het schadeherstel in de Friese veenweiden vergemakkelijken en over een plan voor het versterken van funderingen in de grootste probleemgebieden zijn aangenomen.
Terugblik nationaal congres bodemdaling 2021
Op 18 november 2021 vond ons jaarlijkse Nationaal Congres Bodemdaling plaats in Leeuwarden. Het congres was zowel fysiek (uiteraard met in acht neming van alle coronamaatregelen) als online te volgen. Met ruim 100 aanwezigen en 110 online deelnemers namen we, onder leiding van klimaatdeskundige en dagvoorzitter Helga van Leur, de huidige stand van zaken onder de loep.
Het Platform Slappe Bodem pleit al jaren voor een nationaal programma bodemdaling en heeft hiervoor met veel partners uit het netwerk voor de zomer een pleidooi gestuurd naar de informateur. Veel partijen werken al jaren hard aan oplossingen. Eens per jaar komen we samen om elkaar te ontmoeten en de status van actief beleid en handelingsperspectieven op het gebied van bodemdaling te beschouwen.
Betrokkenen bij de Nationale veenweiden aanpak, Friese invalshoeken en het pleidooi voor de aanpak van bebouwd gebied vanuit Coalitie Stevige Steden kwamen in het plenaire programma onder de aandacht. De Leeuwarder Courant en het Friesch Dagblad namen dit als aanleiding om de volgende dag uitgebreid over te publiceren.
Wilt u het congres terugkijken? Klik hier voor de video van de plenaire bijeenkomst.
Wilt u de geselecteerde sessies terugkijken? Klik hier voor de verschillende video's.
Kijk hier voor een volledige sfeerimpressie en een selectie van de presentaties sessies.
Nieuwe gratis e-learning module voor gemeenten ‘Klimaatadaptatie en de bodem’
Vaak speelt de bodem een rol bij het nemen van klimaatadaptatiemaatregelen, bijvoorbeeld als je tegels vervangt voor groen of een wadi aanlegt. In de nieuwe leermodule ‘Klimaatadaptatie en de bodem’ leer je alles over de bodem, zodat je goed voorbereid aan de slag kan.
De bodem in Nederland biedt veel kansen voor klimaatadaptatie. Vergroening kan hittestress tegengaan en bevordert de leefbaarheid, goede waterberging beperkt wateroverlast en droogte. Maar wat zijn de gevolgen en risico’s van klimaatadaptatiemaatregelen voor de bodem? De leermodule ‘Klimaatadaptatie en de bodem’ bestaat uit een theoriedeel, waarin je leert hoe je omgaat met grondwateroverlast, vochtproblemen, verontreinigingen, grondwaterstanden en funderingen. Ook zie je hoe het nemen van maatregelen werkt in de praktijk, aan de hand van een aantal klimaatadaptatieprojecten in Leiden.
De gratis online leermodule is geproduceerd door de gemeente Leiden, de Omgevingsdienst West-Holland (ODWH), e-learning-specialist InBrain, mediaproducent Beelding, kenniscentrum STOWA, het bureau voor water- en omgevingsvraagstukken Sterk Consulting, Climate Adaptation Services (CAS), het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling en Samen Klimaatbestendig.
Bekijk hier de trailer.
Direct aan de slag? Ga dan naar het platform Bodembreed Academie. Als je daar een (gratis) account aanmaakt, vind je daar de leermodule.
Documentaire ‘Als je huis verzakt’
Net zoals veel huiseigenaren in Nederland overkwam het Jan Dogterom en Juul Böckling een paar jaar geleden: samen met zeven buren ontvingen ze het bericht dat hun pand ernstig aan het verzakken was. Dat was behoorlijk schrikken want de oplossing, funderingsherstel, is kostbaar. Jan, Juul en hun buren hadden ook nog eens geen idee hoe ze dit allemaal met elkaar moesten organiseren. Ze moesten opschieten, want bij wachten met aanpakken van herstel zou de schade alleen maar toenemen.
De weg naar funderingsherstel is bepaald niet gemakkelijk, zo ondervonden ook Jan en Juul. Het is confronterend en tijdrovend om met je buren tot een gezamenlijke aanpak te komen. Funderingsherstel is wel even iets anders is dan het realiseren van een aanbouwtje of een nieuwe badkamer. Goed weten waar je aan toe bent voorkomt verwarring en vertraging. Kennis over de oorzaken, de techniek, en het goed voeren van overleg met de buren horen er bij.
Jan en Juul besloten er een film over te maken. De film draagt bij aan bewustwording en kennis over de problematiek en geeft huiseigenaren een handreiking en inzicht in de aanpak van funderingsproblemen.
“Als je huis verzakt” is tot stand gekomen met ondersteuning van de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland en met inhoudelijke bijdragen van diverse deskundigen op dit gebied. Van harte aanbevolen voor iedereen die geïnteresseerd is in funderingsproblematiek en in het bijzonder voor eenieder die hiermee te maken krijgt.
Nationaal congres bodemdaling 2021: Een goed klimaat voor de aanpak van bodemdaling
Op 18 november 2021 aanstaande vindt ons jaarlijkse Nationaal Congres Bodemdaling plaats. Afgelopen vrijdag hebben we de persconferentie met de nieuwe maatregelen goed bekeken en besloten dat het congres doorgaat, zowel fysiek als online!
U kunt de locatie betreden met een geldige Corona QRcode of door een QR code te verkrijgen via testen voor toegang. Een aantal onderdelen komen te vervallen in het programma om het verplaatsen van de deelnemers te beperken; onder andere de kennismarkt en de busexcursie naar Aldeboarn gaan deze editie helaas niet door. U kunt het programma vinden als download onderaan deze pagina.
De Nederlandse bodem daalt op veel plaatsen, onder meer in grote delen van West- en Noord Nederland. Al honderden jaren strijden Nederlanders tegen het water, maar werken we ook samen met het water in onze polders. De impact van de keuzes die daarbij zijn gemaakt, in combinatie met klimaataspecten, vragen nu op landelijk en stedelijk gebied om een nieuwe aanpak.
Internationaal worden Nederlanders gezien als toonaangevend wanneer het om water- en bodemmanagement in Delta’s gaat. Deze tijd en onze eigen naam ‘Nederland’, (wat laagland betekent) dwingt ons tot actie, om deze sluipende ontwikkeling ook op en in eigen bodem het hoofd te bieden.
Het Platform Slappe Bodem pleit al jaren voor een nationaal programma bodemdaling en heeft hiervoor met veel partners uit het netwerk voor de zomer een pleidooi gestuurd naar de informateur. Veel partijen werken al jaren hard aan oplossingen. Eens per jaar komen we samen om elkaar te ontmoeten en de status van actief beleid en handelingsperspectieven op het gebied van bodemdaling te beschouwen.
Dit jaar treffen we elkaar op donderdag 18 november in het noorden van ons land; het Nationaal Congres Bodemdaling vindt in Leeuwarden plaats, bij Van der Valk Leeuwarden. Na een aantal jaren in het westen van Nederland vertoefd te hebben, strijken we op 18 november neer in het noorden van Nederland om onder leiding van Helga van Leur, klimaatdeskundige en dagvoorzitter, de huidige stand van zaken te beschouwen. Ook online kunt u weer actief met ons meedoen aan het programma.
Programma en excursies
U kunt het programma vinden als download onderaan deze pagina.
Na het plenaire gedeelte, waarin sprekers en deskundigen, vanuit klimaat, water- en bodemdalingsopgave reflecteren op onze Nationale opgave, bezoeken we regionaal in Friesland een meetlocatie van het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV), waar actief aan oplossingen gewerkt wordt,
In samenwerking met Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling zorgen we in de subsessies voor een update van de laatste feiten en ontwikkelingen op het gebied van bodemdaling; MKBA’s, onderwijsprogrammering en informatie over de laatste manieren van meten komen hier onder andere aan de orde.
Het Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen (i.o.) zal op deze dag laten zien hoe het gaat bijdragen aan het zichtbaar maken van de oorzaken en gevolgen van bodemdaling en de oplossingsrichtingen.
Voor meer informatie, kijk op onze congrespagina.
Aanmelden kan op onze website. U kunt daarbij aangeven of u online deelneemt of fysiek naar Leeuwarden komt. De huidige coronamaatregelen staan het congres in deze vorm nog steeds toe, mits door deelnemers en sprekers een geldige QR code voorgelegd wordt bij binnenkomst.
Expositie ‘Bodemdaling in het Groene Hart’ in tiny house geopend bij Tuincentrum de Bosrand in Woerden
Op dinsdag 7 september is de expositie ‘Bodemdaling in het Groene Hart’ door wethouder Ad de Regt (gemeente Woerden) en Meindert Stolk (gedeputeerde Provincie Zuid-Holland) officieel geopend bij Tuincentrum de Bosrand in Woerden.
Skyline van het Groene Hart
De expositie is van 6 t/m 26 september en van 4 t/m 26 oktober 2021 te zien op het terrein van Tuincentrum De Bosrand in Woerden. De reizende expositie is bedoeld om inwoners, ondernemers, agrariërs, overheden en iedereen die geïnteresseerd is op een laagdrempelige manier te informeren over het thema. De expositie ‘Bodemdaling in het Groene Hart’ laat via een ‘skyline’ van het Groene Hart alles over bodemdaling zien; wat het is, wat de gevolgen zijn voor de stad en op het land, wat er aan gedaan wordt en wat u er zelf aan kunt doen.
Bodemdaling door slappe bodem
Het tiny house is gemaakt van lisdodde en zwarte els. Dat zijn gewassen die goed groeien op natte veenbodem. Dat is de soort bodem die we in Het Groene Hart hebben; een slappe bodem met veel water erin. Als je een huis of weg op deze slappe bodem bouwt, zal deze zakken door zijn eigen gewicht. Als je het water er uitpompt, bijvoorbeeld om de grond bruikbaar te maken voor de landbouw, klinkt de bodem in. In steden en dorpen zorgt bodemdaling voor verzakkingen; schade aan wegen, kapotte waterleidingen en plassen op straat na een hoosbui. In 1000 jaar tijd is de veenbodem wel 5 meter gedaald. Dit huisje laat zien hoe we met natuurlijke materialen uit onze grond in de toekomst huizen kunnen bouwen (biobased bouwen). De natuurlijke materialen kunnen na eventuele sloop van het huisje opnieuw gebruikt worden voor andere bouwprojecten (circulair bouwen).
Regio Deal bodemdaling Groene Hart
De expositie ‘Bodemdaling in het Groene Hart’ is ontwikkeld door de provincie Zuid-Holland, provincie Utrecht, gemeente Alpen aan den Rijn en gemeente Woerden en is onderdeel van de Regio Deal bodemdaling Groene Hart. De Regio Deal bodemdaling Groene Hart is een samenwerkingsverband van 8 regionale overheden, de rijksoverheid, kennisinstellingen, agrarische sector, bewoners en bedrijfsleven. Samen werken zij aan een aanpak voor het omgaan met bodemdaling. Dit doen ze door het uitvoeren van meer dan 20 projecten. De kennis en oplossingen die in de regio worden verzameld, kunnen ook op andere plaatsen in Nederland en mogelijk internationaal worden toegepast.
Goed beeld van bodemdaling bij inwoners, agrariërs en ondernemers met nulmeting
Op woensdag 14 juli presenteerde wethouder Hilde Niezen (Gouda) het rapport ‘Beelden van Bodemdaling’ tijdens een feestelijke overhandiging. Samen met directeur-generaal Johan Osinga van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit sprak zij over de resultaten van het rapport en de urgentie van bodemdaling.
Met een nulmeting is voor het eerst inzicht verkregen over hoe inwoners, agrariërs, ondernemers, overheden en terrein beherende organisaties in het Groene Hart denken over en om kunnen gaan met bodemdaling.
Het rapport is het resultaat van een nulmeting: bovengenoemde doelgroepen beantwoordden vragen over de kennis op het gebied van bodemdaling, zoals ‘Ben ik bekend met bodemdaling? Wat kan ik doen aan de gevolgen van bodemdaling? Heb ik last van de gevolgen van bodemdaling? De belangrijkste resultaten:
- Veel mensen uit de verschillende doelgroepen zijn al bekend en bezig met bodemdaling. Meer dan 90% van alle ondervraagde doelgroepen zijn bekend met bodemdaling. Ongeveer een derde van de inwoners, agrariërs en ondernemers geeft aan dat bodemdaling invloed heeft op hun dagelijks leven. Maar liefst meer dan 50% van de inwoners geeft aan dat ze verzakkingen van de tuin ervaren.
- We kunnen meer aan bodemdaling doen wat we denken. We schatten onze eigen invloed op bodemdaling lager in dan daadwerkelijk het geval is. In de wetenschap wordt er vanuit gegaan dat we voor 90% wat aan bodemdaling kunnen doen en dat 10% zich buiten onze invloed bevindt. Vrijwel alle doelgroepen schatten dit (veel) te laag in.
- Uit de enquête blijkt dat bodemdaling wordt gezien als een probleem voor alle doelgroepen. Hierbij zoeken de respondenten naar samenwerking. 100% van de respondenten bij terrein beherende organisaties geeft aan dat samenwerking met de regio noodzakelijk is; 88% vindt dat samenwerking met het Rijk noodzakelijk is.
- Alle doelgroepen voelen zich verantwoordelijkheid voor de aanpak, maar in de eerste plaats wordt deze belegd bij álle overheidsorganisaties die betrokken zijn bij bodemdaling. Zo vindt meer dan 80% van alle ondervraagden dat waterschappen, gemeenten, provincies en het Rijk verantwoordelijk zijn.
Het rapport is tot stand gekomen binnen de Regio Deal bodemdaling Groene Hart, waarin overheden, kennisinstellingen, agrarische sector, bewoners en bedrijfsleven samenwerken aan een aanpak voor het omgaan met bodemdaling. Het rapport is te downloaden op bodemdalingdebaas.nl.
Magazine
De Regio Deal bodemdaling Groene Hart heeft ook een magazine uitgebracht waarin het rapport ‘Beelden van Bodemdaling’ aan bod komt. Ook is te lezen hoe gewerkt wordt aan de doelen om inzicht en oplossingen voor bodemdaling te krijgen en staat een aantal projecten in de spotlight. Het magazine is hieronder te downloaden.
Brief aan informateur: Pleidooi voor nationaal programma bodemdaling
Het Platform Slappe Bodem heeft eind mei een pleidooi gestuurd aan de informateur Hamer, waarin het platform pleit voor een nationaal programma bodemdaling in de komende kabinetsperiode. Het tegengaan van bodemdaling in de dorpen en steden en op het platteland van West- en Noord-Nederland is een van de grote opgaven voor het nieuwe kabinet.
Bodemdaling levert een bijdrage aan klimaatverandering door de uitstoot van broeikasgassen; het leidt tot hoge kosten voor aanleg, beheer en onderhoud van wegen, riolering en leidingen en tot funderingsproblemen. Dit heeft gevolgen voor zowel landbouw als natuur, maar ook voor dorpen en steden.
Schade bodemdaling loopt komende 30 jaar op tot in miljarden en waardeverlies
Als het huidige beleid niet aangepast wordt, zou de schade 22 miljard euro tot 2050 kunnen bedragen (PBL, 2016). Alle reden om in actie te komen om deze schade te vermijden. Er valt veel geld te besparen. Nu investeren in een nationaal programma bodemdaling leidt tot beperking van schade en kosten in de toekomst. De investering verdient zich dus terug.
Door bodemdaling worden we in dorpen en steden geconfronteerd met verzakkende wegen, kapotte kabels, leidingen en riolering, wateroverlast en verloedering. Gemeenten, huis- en pandeigenaren ondervinden grote schade en overlast door bodemdaling. Funderingen verliezen hun functie, panden zakken scheef en de schade aan panden heeft grote impact op de leefbaarheid. Ook tuinen, parken, terrassen en opritten verzakken.
Op het platteland zijn de uitstoot van broeikasgassen en waterpeil in combinatie met klimaatverandering grote uitdagingen voor agrariërs en waterbeheerders.
Bodemdalingsopgave behoeft nu nationaal programma en coördinerend minister
In het pleidooi staat beschreven hoe een nationaal programma er uit zou moeten zien. In het nationaal opgezet programma werken het Rijk, de provincies, waterschappen en gemeenten samen aan nationale doelen met een coördinerende minister.
Het betekent niet dat het Rijk alle verantwoordelijkheid (en kosten) op zich moet nemen: Rijk en decentrale overheden zijn samen verantwoordelijk en vullen elkaar aan in de aanpak. Een aantal politieke partijen (VVD, CDA, D66, GroenLinks en PvdA) heeft de nationale aanpak van bodemdaling onderkend in het verkiezingsprogramma. Ook bij het Rijk is al aandacht voor bodemdaling, maar de aandacht is nu versnipperd en ligt bij vijf verschillende ministeries. Het wordt mede daardoor onvoldoende als geheel en in zijn kern aangepakt en vertaald naar noodzakelijke acties. Een nationaal programma én een coördinerende minister moeten hierin verbetering brengen.
Met het pleidooi voor dit nationaal programma bodemdaling toont het Platform Slappe Bodem haar visie op de lange termijn aanpak van bodemdaling. Aan dit voorstel hebben veel partijen meegewerkt, zoals gemeenten, provincies, waterschappen en kennisinstellingen. Het kan dan ook op breed draagvlak rekenen. Deze partijen zijn al flink op dreef met een grondige en praktijkgerichte aanpak van bodemdaling. Samen met Rijksoverheid, kennisinstellingen en marktpartijen wil het platform blijven investeren in onderzoek, kennis en innovatieve maatregelen om bodemdaling onder controle te krijgen.
Bodemdaling op agenda gemeenteraadsverkiezingen 2022
Slappe bodem leidt tot bodemdaling en veel schade in bebouwde en landelijke gebieden. Gemeenten ondervinden zelf de financiële en maatschappelijke gevolgen van bodemdaling. Het Platform Slappe Bodem reikt daarom graag enkele suggesties aan om bodemdaling in de verkiezings- en coalitieprogramma’s van gemeenten op te nemen.
Onze handreiking bodemdaling, hieronder te downloaden, geeft aan wat de impact is voor gemeenten, maar ook voor inwoners, bedrijven en specifiek voor agrariërs én wat gemeenten hieraan kunnen doen. U kunt ook kijken op onze pagina 'Verkiezingen 2022'.
Funderingsschade
Een goede fundering is essentieel voor gebouwen op slappe bodem. Funderingsproblemen ontstaan wanneer oudere bebouwing met een ondiepe fundering (‘op staal’) mee zakken met de slappe bodem, of door het optreden van paalrot bij houten paalfunderingen. Dat laatste treedt op wanneer dit type fundering (langdurig) droog komt te staan. Funderingsproblemen zijn de verantwoordelijkheid van de gebouweigenaren, maar leiden tot financiële en maatschappelijke problemen. De gemeente kan de eigenaren helpen door maatregelen in de openbare ruimte, zoals de aanleg van een infiltratie- en drainagesysteem. Ook kan de gemeente een helpende hand bieden bij de aanpak van de funderingsproblemen door het verstrekken van informatie en aanreiken van financieringsmogelijkheden.
Bouwopgave
Nieuwbouw
Door bodemdalingsbestendig te bouwen en gebruik te maken van lichtgewicht ophoogtechnieken, is bouwen op slappe bodem goed mogelijk. Zo zorg je ervoor dat er op een duurzame manier gebouwd kan worden, zonder daarbij een probleem voor in de toekomst te creëren. Er is inmiddels veel kennis opgebouwd en er zijn nieuwe technieken ontwikkeld. Het is van belang deze kennis ook toe te passen en verder te gaan met het ontwikkelen van nieuwe innovatieve technieken.
Bestaande bebouwing
Het is belangrijk om aandacht te geven aan het bestaande bebouwde gebied. Hier speelt bodemdaling een ander rol dan bij nieuwbouw, en daarbij moet de koppeling gezocht worden met de energietransitie en klimaatadaptatie. Speciale aandacht is nodig voor verdroging (grondwater) en de gevolgen voor funderingen van oudere gebouwen. Eigenaren kunnen worden ondersteund bij funderingsherstel en preventie van funderingsschade. Gemeenten kunnen met drainage-infiltratiesystemen in de openbare ruimte iets betekenen; denk ook aan waterdoorlatende verharding, waterberging, wadi’s, etc.
Openbare ruimte
Door het gewicht van de stoepen, straten, riolering en alles dat daar op staat wordt de slappe bodem samengeperst. Dit leidt tot schade en hoge onderhoudskosten in de openbare ruimte. Om de kwaliteit van de openbare ruimte langduriger op niveau te houden kan de gemeente volledig overschakelen op levensduurverlengende technieken, zoals lichtgewicht ophoogmaterialen.
Veenweiden
Veenweidegebieden zullen, vanwege terugdringen van uitstoot van broeikasgassen, in de toekomst natter moeten worden en zijn daardoor minder geschikt voor agrarisch gebruik. Provincies, waterschappen en gemeenten zullen in gebiedsprocessen hieraan invulling moeten geven. Voor gemeenten en inwoners zal dit economische en maatschappelijke gevolgen hebben. Als eerste overheid hebben gemeenten een rol te vervullen om het perspectief voor veenweidegebieden en inwoners met lokale kennis en ambities onder de aandacht te houden.
Samenwerking
Het Platform Slappe Bodem is de netwerksamenwerking van 22 gemeenten, 6 waterschappen en 2 provincies. Het doel van deze samenwerking is om bodemdaling in bebouwde en landelijke gebieden duurzaam en betaalbaar onder controle te krijgen en waar mogelijk te stoppen. Om de schade te voorkomen is een integrale, nationale aanpak nodig waarin alle overheidslagen maar ook inwoners en bedrijven een rol hebben.
Bodemdaling is een nationale problematiek, die nationaal aangepakt moet worden. Geen enkele overheidslaag heeft de sleutel tot de oplossing; het vergt samenwerking om bodemdaling onder controle te krijgen. Het is voor de gemeente dan ook van belang om met alle partijen in gesprek te zijn en te blijven over deze gedeelde verantwoordelijkheid. Meer hierover is te zien in de infographic Bodemdaling remmen we samen.
Voor meer informatie over onderhoud van wegen download u de illustratie Wegen op slappe bodem.
Welkom gemeenten Oostzaan en Wormerland
Er zij twee nieuwe deelnemers aan het Platform Slappe Bodem: gemeenten Oostzaan en Wormerland. Hartelijk welkom!
Oostzaan leeft op water, de grondwaterstand staat tussen de 10 en de 50 cm onder maaiveld. De Zaanstreek is een veenachtig gebied, een slappe bodem, zetting van 1 tot 2 cm per jaar is geen uitzondering.
In 2020 heeft de organisatie een meerjaren plan gemaakt om structuur te krijgen in het onderhoud. Middels dit overzicht wordt duidelijk waar de focus op wordt gelegd in personeel inzet en benodigde financiën. In dit plan is integraal een planning gemaakt van de meest urgente wijken waar riool, wegen, ov en groen samen moeten optrekken om zo het meest efficiënt en effectief te zijn.
In gemeente Wormerland staat een ophogingsproject in Jisp in de planning. Het hoogteverschil met het maaiveld is aanzienlijk. De ophoging zal met licht materiaal moeten gebeuren, vanwege de zetting van 1 cm/jaar in dit veenweidegebied.
De projecten kun je hier bekijken:
Hulp bij bodemdaling in steden
Het project Toolbox Bodemdaling in Steden helpt professionals die werken aan oplossingen voor bodemdaling in steden. Het project start dit voorjaar en is een initiatief van de gemeente Gouda, het hoogheemraadschap van Rijnland in nauwe samenwerking met het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling en bekostigd uit de Regio Deal Bodemdaling Groene Hart. Zes jaar ervaring bij de aanpak van overlast door bodemdaling in de binnenstad van Gouda vormt het vertrekpunt voor de Toolbox.
De Toolbox
Het project Toolbox Bodemdaling in Steden kent zes thema’s: Rechten & Plichten, Kosten & Baten, Aanpak & Dialoog, Onderzoek & Modellering, Eigendom & Riolering, Bodemdaling & Erfgoed. De infographic bevat meer informatie over de inhoud van de thema’s. Medewerkers van gemeenten, waterschappen, provincies, maar ook adviseurs en onderzoekers kunnen tot de zomer van 2022 deel nemen aan bijeenkomsten, meedenken over onderzoek en gebruik maken van concrete tools.
Steeds duurder
Veel steden in Nederland hebben te maken met bodemdaling. Dat leidt tot uiteenlopende problemen voor de overheid, voor eigenaar bewoners en ondernemers; denk daarbij aan de funderingsschade en verzakkingen maar ook aan de noodzaak om tuinen en wegen steeds weer op te hogen. De gemoederen kunnen daarbij flink oplopen; jaar na jaar wordt leven met bodemdaling duurder.
Lessen uit Gouda
De ervaring in de binnenstad van Gouda laat zien dat er veel komt kijken bij de zoektocht naar de beste oplossing: bodemonderzoek, modellering van waterstromen, juridisch onderzoek, funderingsonderzoek, zorgvuldige communicatie en nog meer. Met de Toolbox wordt het geleerde toegankelijk en toepasbaar gemaakt en waar nodig met onderzoek aangevuld. Meer informatie over de aanpak in Gouda is te vinden op www.gouda.nl/stevigestad.
Campagne Tweede Kamer verkiezingen en coalitievorming
In januari is de online campagne van het platform van start gegaan, met name gericht op kandidaat- en huidige Kamerleden en hun adviseurs. Met 10 verschillende beelden werd via social media aandacht gevestigd op de gevolgen van bodemdaling. De campagne liep tot aan de verkiezingen op 17 maart en leverde veel reacties en volgers op onze sociale media.
Tegelijkertijd leveren we rond het thema bodemdaling en het gewenste nationale programma advies aan ten behoeve van de formatie van het nieuwe kabinet. Met de departementen worden daarover positieve gesprekken gevoerd. Hierbij werken we samen met de partners van het platform en de koepelorganisaties van gemeenten, waterschappen en provincies.
De nieuwe Tweede Kamer is op 1 april geïnstalleerd. Het platform slappe bodem zet zich in om snel met de (deels nieuwe) woordvoerders van thema’s die met bodemdaling te maken hebben in gesprek te gaan.
Ontwikkelingen rond herijking gemeentefonds
Nu veel gemeenten flink moeten bezuinigen vanwege de tekorten in het sociaal domein staan de budgetten voor beheer en onderhoud extra onder druk. De inzet van het platform is erop gericht om de uitkering vanuit het gemeentefonds te verbeteren. De uitkering moet gelden voor alle slappe bodems (ook slappe klei) en realistischer van omvang zijn, gezien de enorme kosten voor beheer en onderhoud van openbare ruimte en infrastructuur.
De lopende herijking van het gemeentefonds is op de lange baan geschoven, omdat het voorliggende herijkingsvoorstel tot veel vragen en discussie heeft geleid, met name voor de dekking van het sociaal domein (jeugdzorg). Het voorstel voor de herijking van het klassieke domein (waaronder bodemgesteldheid) is hier te vinden. Op pagina 51-52 staat meer over de positie van gemeenten met een slappe bodem.
Het onderzoek ‘Nadere verkenning kosten bodemdaling’ dat in opdracht van het platform slappe bodem is uitgevoerd, toont nog eens aan dat gemeenten met een slappe bodem hoge kosten hebben voor beheer en onderhoud van de openbare ruimte en dat deze hoge kosten in het huidige gemeentefonds slechts zeer ten dele worden gecompenseerd.
De minister van BZK heeft advies aangevraagd bij de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) en verwacht ook een advies van de VNG. Deze adviezen kunnen een rol spelen bij de formatie van het volgende kabinet. Mogelijk wordt door het nieuwe kabinet besloten om de herijking in te voeren per 1 januari 2023. De minister van BZK heeft op 12 februari 2021 een brief naar de Tweede Kamer gestuurd met de beantwoording van vragen die door Kamerleden schriftelijk zijn ingediend. De beantwoording is hier te vinden.
Het platform slappe bodem zal de ontwikkelingen blijven volgen en waar mogelijk de positie van gemeenten met een slappe bodem onder de aandacht blijven brengen.
Jaarverslag 2020 en Activiteitenplan 2021 uitgebracht
Het Platform Slappe Bodem is in 2020 erg flexibel gebleken. Zowel online als in activiteiten binnen het netwerk zijn stevige stappen gezet om de doelstellingen te bereiken. U leest er alles over in het Jaarverslag 2020.
Het Activiteitenplan 2021 geeft aan wat de prioriteiten van dit jaar zijn. We richten ons op de nieuwe Tweede Kamer en willen het kabinet mee te krijgen in ons pleidooi op basis van stevige argumenten, in samenwerking met onze partners. Ook blijven we de levenscycluskostenmethode onder de aandacht brengen, omdat die kansen biedt om op een duurzamere manier om te gaan met de openbare ruimte en uiteindelijk kosten te besparen. En we werken alweer toe naar de gemeenteraadsverkiezingen in 2022.
Het Jaarverslag en Activiteitenplan is hieronder te downloaden.
StraaDkrant: De toekomst van de ondergrond
Het Platform Slappe Bodem leverde redactionele bijdrage aan de nieuwste uitgave van de StraaDkrant; de toekomst van de ondergrond.
De ondergrond vormt de basis voor alles wat er bovengronds gebeurt. Maar door kabels, buizen en leidingen is er steeds minder ruimte. De vijfde editie van de StraaDkrant onderzoekt hoe de ondergrond wonen, werken en ontspannen mogelijk kan blijven maken. En hoe kunnen we de beschikbare ruimte optimaal benutten en bodemfuncties in balans houden?
De straaDkrant is hier te vinden.
In het project StraaD werken overheid, bedrijfsleven en bewoners samen om straten toekomstbestendig te maken. Landschapsarchitectenbureau Bosch Slabbers is in 2013 begonnen met StraaD. Diverse partners sloten zich aan: Buro Bergh, de gemeenten Den Haag en Rotterdam, de Hoogheemraadschappen van Delfland en van Schieland en de Krimpenerwaard, provincie Zuid-Holland, Deltares en Stichting Rondom GWW. Samen onderzoeken ze hoe onze straten er in de toekomst uit zouden kunnen zien. Die informatie brengen ze naar buiten in de vorm van (online) StraaDkranten.
TISOLS verzet naar 2022
Door de ontwikkelingen rondom het coronavirus (COVID-19) in binnen- en buitenland heeft de organisatie moeten besluiten het Tenth International Symposium on Land Subsidence (TISOLS) uitstellen naar 2022.
Op deze dag nodigen we nationale beleidsmakers, wetenschappers en experts uit om hun kennis, uitdagingen en oplossingen te delen op het gebied van bodemdaling.
Meer informatie kunt u vinden op de website van het Tenth International Symposium on Land Subsidence (TISOLS).
De mediacampagne start!
Op maandag 11 januari 2021 start de nieuwe mediacampagne van Platform Slappe Bodem. De campagne is bedoeld om zoveel mogelijk partijen een duidelijk beeld te geven van de problemen die bodemdaling veroorzaakt. Ook geeft de campagne voorzetten voor het oplossen van het probleem, zoals het opzetten van een nationaal programma bodemdaling, inclusief onderzoeksprogramma en informatievoorziening en een coördinerend minister voor bodemdaling.
De campagne is gestart in aanloop naar de verkiezingen in maart. In de afgelopen jaren heeft het Platform Slappe Bodem met vele partners al bewustwording, kennis en netwerk rondom bodemdaling opgebouwd. In nationaal beleid, zoals NOVI en het Deltaprogramma, wordt bodemdaling erkend als een nationale opgave, maar een nationaal programma om bodemdaling aan te pakken bestaat nog niet. De ambitie is dat dit na de verkiezingen door een nieuw kabinet wordt omarmd en opgenomen in het coalitieakkoord.
Uitingen van de mediacampagne zullen te zien zijn op de sociale media Facebook, LinkedIn en Twitter. De gedachte achter de campagne is dat bodemdaling gemeenten, overheid, bedrijfsleven en inwoners heel veel geld kost, maar dat bodemdaling óók veel immateriële schade veroorzaakt. Dit alles met, waar mogelijk, een knipoog.
Er is gekozen voor een flink aantal verschillende advertenties en filmpjes. Op deze manier kunnen meerdere invalshoeken rond het probleem van bodemdaling worden belicht: de enorme bedragen die nodig zijn voor het herstel van infrastructuur, de schade aan erfgoed, de relationele schade die bodemdaling aanricht bij mensen die letterlijk onder druk staan, de schade die bodemdaling toebrengt aan de toekomst van ondernemers, de schade aan de natuur, het verhogen van de uitstoot van broeikasgassen, de schade aan rioleringen, de enorme hoeveelheden tijd en energie die allerlei partijen in het oplossen van het probleem moeten steken en de schade aan oude binnensteden. Kijk hier voor meer info.
Terugblik op Nationaal Congres Bodemdaling
Bodemdaling in Beweging #ZODUS
“Rijk, zet bodemdaling bovenaan de agenda en wijs een verantwoordelijk of coördinerend bewindspersoon aan!”
Op 19 november 2020 vond het Nationaal Congres Bodemdaling plaats. Deze editie was online en werd uitgezonden vanuit Fort Wierickerschans. In het plenaire ochtendprogramma ging presentator Inge Diepman ging met Hilde Niezen (voorzitter Platform Slappe Bodem), Jan Jaap de Graeff, (voorzitter Rli), Adri Bom-Lemstra (gedeputeerde Provincie Zuid-Holland), Peter Glas (Deltacommissaris) en Erik Jan van Kempen, (DG Omgevingswet Ministerie BZK), Sjaak Langeslag (Hoogheemraadschap van Rijnland en Unie van Waterschappen) en Gilles Erkens (Deltares/ Universiteit Utrecht) in gesprek over de aanpak van bodemdaling in stad en land.
Zo kwam het advies van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur over bodemdaling in veengebieden aan de orde maar ook oplossingsrichtingen om investeringen in infrastructuur en onderhoudskosten voor gemeenten beheersbaarder te maken en de vraag waar de regie zou moeten liggen bij de bodemdalingsproblematiek. Ook werd er stilgestaan bij de complexe droogte- en water opgave van ons land en bij de vraag wat de ‘game changer’ voor de aanpak van bodemdaling in bebouwd gebied zou kunnen zijn. Klimaatadaptatie en funderingsproblematiek zouden wel eens de urgentste onderwerpen in bebouwd gebied kunnen zijn. Duidelijk werd dat het volgende kabinet er na de verkiezingen van 2021 een schepje bovenop mag doen: een nationaal programma, coördinatie, middelen en faciliteiten voor decentrale overheden om beleid te maken en maatregelen te nemen.
Aansluitend werden er drie nieuwe initiatieven gepitcht:
- Robert van Cleef lanceerde de Coalitie Stevige Steden;
- Arthur Bolderdijk ging in op de ervaring van Woerden met levenscyclusbenadering;
- Gilles Erkens hield een pleidooi voor een Nationale Informatievoorziening Bodembeweging.
Het ochtendprogramma kunt u hier terugkijken.
Na een korte pauze stonden er in samenwerking met het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling (NKB) verschillende verdiepende deelsessies op het programma:
- Verdiepingssessie Broeikasgassen Veenweiden (terugkijklink)
- Actief grondwaterpeilbeheer kan droogteschade voorkomen (terugkijklink)
- Levenscycluskosten-benadering en onderzoek Kosten in Beeld (terugkijklink)
- Nieuwbouw op slappe bodem (terugkijklink)
- Geo-Informatie (terugkijklink)
- Nationaal kennis- en belevingscentrum bodemdaling (terugkijklink)
Een overzicht van alle video's van de dag kunt u terugkijken via deze link.
In oprichting: Coalitie Stevige Steden - Doen en bereiken
Op 19 november 2020 is tijdens het Nationaal Congres Bodemdaling de Coalitie Stevige Steden gepresenteerd.
Verreweg de grootste schade als gevolg van bodemdaling wordt verwacht in het stedelijk gebied. Deze schade loopt alleen maar verder op. Tot 2050 wordt 5,2 miljard euro schade in de openbare ruimte verwacht en de schade aan gebouwen en funderingen beloopt 80 miljard euro.
Een breed netwerk dat zich richt op handelingsperspectief in het stedelijk gebied ontbreekt en er is dan ook een impuls en versnelling nodig! Om die reden wordt de Coalitie Stevige Steden opgericht.
De coalitie wordt een vliegwiel van aandacht, van het toepassen van innovaties en het vinden van een ‘game changer’ voor het bebouwde gebied. De Coalitie Stevige Steden richt zich op het verbinden en versterken van complexe en innovatieve projecten op het gebied van stedelijke bodemdaling in geheel Nederland. Deze Coalitie Stevige steden wordt opgericht als Special onder het Platform Slappe Bodem en opereert onder hun vlag. Initiatiefnemers zijn de Provincie Zuid-Holland, Platform Slappe Bodem, de gemeente Gouda en het Hoogheemraadschap van Rijnland.
Openbare ruimte
Gemeenten met slappe bodem maken twee keer zoveel kosten voor de openbare ruimte dan gemeenten op stevige bodem. In de openbare ruimte worden we geconfronteerd met verzakkende wegen, kapotte kabels, leidingen en riolering, wateroverlast en verloedering.
Gebouwen
Gebouwen en funderingen leiden tot grote schade door bodemdaling. Er vindt scheefzakking van panden plaats, funderingen verliezen hun functie, gevels en riolering beschadigen. Ook de tuinen en terrassen van gebouwen verzakken. Dit alles leidt tot vermindering van de leefbaarheid van deze gebouwen. De droogte van de afgelopen zomers heeft de ernst van deze situatie verder in beeld gebracht.
Doen in projecten!
De Coalitie Stevige Steden is niet alleen aan praatclub. Voor een vliegende start staan de toonaangevende projecten rondom bodemdaling in het stedelijk gebied op de agenda zoals het ‘Informatiecentrum bodemdaling’ en de ‘Toolbox bodemdaling steden’.
Vertellen en bereiken van partners!
Vanuit de project ervaring willen we vertellen en partijen bereiken met als doel bodemdaling in het stedelijk gebied te agenderen en een game changer te vinden. Het verbinden met andere maatschappelijk partijen en opgaven zoals energietransitie, klimaatadaptatie, funderingen, droogte, of stadsvernieuwing staat hoog op de agenda.
Follow UP festival
De samenwerkingspartners rond het Uitvoeringsprogramma Bodem en Ondergrond 2016-2020 organiseerden op 25 november 2020 het Festival Follow UP “Samenwerking geeft veerkracht aan de bodem”. De Coalitie Stevige Steden had een sessie op dit festival.
Samen met Hilde Niezen (Platform Slappe Bodem en gemeente Gouda), Frans van de Ven (Deltares) en Peter Boelhouwer (TU Delft) werd een online sessie gehouden. Hiermee is input opgehaald voor de agenda van de Coalitie Stevige Steden. U kunt de sessie hier terugkijken.
Als u meer wilt weten over de Coalitie Stevige Steden in oprichting, neem dan contact op met Robert van Cleef (06-43048381)
Nationale aanpak bodemdaling is niet compleet zonder onze dorpen en steden
De Rli pleit in haar advies over bodemdaling in veenweidegebieden voor een nationale, wettelijke aanpak. Het rijk moet zich actief inzetten voor het beperken van de bodemdaling door het stellen van doelen, het doen van investeringen en het faciliteren van gebiedsprocessen, onderzoek en kennisuitwisseling. Daar sluit het Platform Slappe Bodem, dat zich al zo’n twintig jaar inspant om bodemdaling te agenderen en onder controle te krijgen, zich volledig bij aan. Bodemdaling is in het al laag gelegen Nederland een ramp in slow motion, die bovendien leidt tot schade, hoge kosten en uitstoot van broeikasgassen. Een krachtige aanpak inclusief dorpen en steden is hoog nodig.
Bodemdaling in grote delen van West- en Noord-Nederland
De slappe veen- en kleibodem leidt in grote delen van West- en Noord-Nederland tot bodemdaling en snel verzakkende wegen, rioleringen en gebouwen. Dat komt doordat het gewicht van deze bebouwing de bodem samendrukt, vaak ongelijkmatig. Dit wordt zetting genoemd. Zetting heeft schade en hoge kosten voor beheer en onderhoud tot gevolg, want deze schade moet regelmatig gerepareerd worden en de bodem opgehoogd. De kwaliteit en veiligheid van de openbare ruimte lijden onder deze vorm van bodemdaling.
22 miljard euro vermijdbare kosten tot 2050
In november 2016 heeft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) al becijferd dat bij gelijkblijvend beleid we afstevenen op een vermijdbare schadepost van 22 miljard euro tot 2050. Van die kostenpost zou ruim 20 miljard bestaan uit schade in bebouwde gebieden: onze dorpen en steden op slappe bodem. Uit in opdracht van het platform slappe bodem uitgevoerd onderzoek blijkt nog eens dat gemeenten op een slappe bodem twee keer meer kosten hebben aan beheer en onderhoud van de openbare ruimte dan gemeenten op een stevige bodem. Die extra kosten worden slechts ten dele gecompenseerd uit het gemeentefonds, terwijl de tekorten en extra taken bij gemeenten zich blijven opstapelen. Dat betekent dat er alle reden is om het beleid en de praktijk van aanleg, beheer en onderhoud van infrastructuur en openbare ruimte te veranderen. De nodige middelen, kennis en beleid op nationaal niveau moeten daarvoor op orde zijn.
Omslag in denken en doen
Gemeenten, waterschappen en provincies werken samen aan het aanpassen van bestaande en nieuwe bebouwde gebieden aan het veranderende klimaat. Daarvoor is kennis nodig, beleid, geld en ook een lange adem. Het vergt namelijk een grote omslag in denken en doen: hoe we met ons bodem- en watersysteem omgaan, de inrichting van dorpen en steden en het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Daarmee is veel schade te voorkomen en kan de kwaliteit van de leefomgeving verbeterd worden. Dat is niet alleen gunstig voor de economische ontwikkeling, maar ook voor de dagelijkse wereld waarin we met zijn allen leven en werken.
Nationale aanpak bodemdaling ook voor dorpen en steden
De Rli geeft aan wat er nodig is om de dalende trend om te zetten. Deze nationale aanpak zou ook de aanpak van bodemdaling in dorpen en steden moeten omvatten. Het platform slappe bodem roept het kabinet op om hier samen met gemeenten, waterschappen en provincies werk van te maken.
Webinars ‘Kosten in beeld bij bodemdaling’
Uit onderzoek van Platform Slappe Bodem blijkt dat de kosten voor gemeenten op slappe bodem 2x zo hoog zijn als voor gemeenten op zand, maar ook dat deze kosten slechts zeer ten dele gedekt worden door het gemeentefonds. Gemeenten kunnen besparen op de kosten door het toepassen van de levenscycluskostenmethode. In samenwerking met Sweco zijn en worden webinars hierover georganiseerd.
Een van de doelstellingen van het Platform Slappe Bodem is om de kosten van beheer en onderhoud van de openbare ruimte ten gevolge van slappe bodem bij gemeenten onder controle te krijgen. Daarbij is het ook van belang dat de uitkering voor slappe bodem in het gemeentefonds in stand blijft. Het onderzoek ‘Kosten in Beeld’ uit 2019 is in 2020 verder uitgewerkt in de ‘Nadere verkenning kosten bodemdaling’. Uit beide onderzoeken blijkt dat de kosten voor gemeenten op slappe bodem 2x zo hoog zijn als voor gemeenten op zand, maar ook dat deze kosten slechts zeer ten dele gedekt worden door het gemeentefonds. Daarmee staat de kwaliteit van de openbare ruimte onder druk.
Gemeenten kunnen besparen op de kosten door het toepassen van de levenscycluskostenmethode (LCC). Dat vergt echter een omslag in denken, organisatie en in cultuur, naast de benodigde hogere investering in levensduurverlengende technieken.
In samenwerking met Sweco is hierover een webinar verzorgd op 23 juli. Uit de webinar bleek een grote behoefte aan kennis over de levenscycluskostenmethode en ervaringen over hoe deze toegepast kan worden. Daarom zijn er voor deelnemers van het Platform Slappe Bodem nieuwe webinars georganiseerd op 29 oktober en 3 november, in het bijzonder gericht op (ambtenaren) financiën, management en beleid / advies. Speciaal voor bestuurders zal tijdens het congres op 19 november een webinar plaatsvinden als onderdeel van het Nationaal Congres Bodemdaling.
Brandbrief schuimglas
In de zoektocht naar materialen die kunnen helpen om zettingen (verzakking) in de openbare ruimte te verminderen, kosten te besparen en onze dorpen en steden klimaatbestendig te maken wordt schuimglas als een veelbelovend ophoog- / funderingsmateriaal gezien.
In het buitenland wordt dit circulaire materiaal – geproduceerd uit gerecycled glas - al decennialang ingezet, maar in Nederland is dat tot op heden niet mogelijk vanwege andere milieuwetgeving. Met de huidige Nederlandse testmethode wordt een geringe uitspoeling van zware metalen geconstateerd, waardoor schuimglas niet wordt toegelaten voor toepassing in de praktijk. De fabrikanten en leveranciers hebben zich ingespannen om het product te verbeteren. Uit een pilot van de gemeente Alphen aan den Rijn blijkt dat er geen vervuiling uitspoelt. Het platform heeft de problematiek herhaaldelijk aangekaart bij leden van Tweede en Eerste Kamer, helaas nog zonder resultaat. Gemeente Schiedam heeft nu het initiatief genomen om een brandbrief op te stellen waarin de staatssecretaris van Milieu wordt gevraagd om de testmethode aan te passen, omdat de voordelen van schuimglas en eventueel andere circulaire materialen evident zijn. De brandbrief wordt door een groot aantal gemeenten en enkele provincies ondersteund.
Nationaal Congres Bodemdaling 2020 #ZODUS
Nationaal congres bodemdaling 2020: Bodemdaling in beweging, #zodus
De afgelopen jaren zijn er veel waardevolle initiatieven ontstaan om de effecten van veen- en kleibodemdaling inzichtelijk, meetbaar, toepasbaar en beheersbaar te maken. De opgave blijft groot: de economische impact is gigantisch en oplossingsrichtingen voor zowel landelijk als stedelijk gebied vragen om heldere toekomstbestendige lange-termijn visies. Platform Slappe Bodem maakt zich al jaren sterk voor een integrale aanpak. Het is tijd om de balans op te maken en diverse initiatieven structureel te ondersteunen om ons land klimaatrobuust, economisch sterk en bodemdalingsbestendig te maken.
Op 19 november brengen we de nationale opgaven, lopende initiatieven, praktijkervaringen en opinies uit diverse werkvelden voor het voetlicht op het Nationaal Congres Bodemdaling. De live opnames van het plenaire programma vinden plaats bij Fort Wierickerschans waarbij u via een livestream aanwezig kunt zijn en kunt deelnemen aan de discussies. ’s Middags (van 13.00 tot 16.30 uur) worden in deelsessies verschillende praktijkprojecten via video’s in beeld gebracht met aansluitend de mogelijkheid tot uitwisselen van ervaringen en het stellen van vragen. U kunt een keuze maken uit verschillende online deelsessies.
Wat kunt u verwachten?
In het plenaire programma zullen onder meer de volgende thema’s aan bod komen:
De complexe droogte- en water opgave van ons land;
Oplossingsrichtingen om investeringen in infrastructuur en onderhoudskosten voor gemeenten beheersbaarder te maken;
Het advies van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur over bodemdaling in veengebieden.
In oprichting: Coalitie Stevige Steden
In de deelsessies komen onder andere aan bod:
De laatste stand van zaken over het voorzien en juist interpreteren van geo informatie en data;
Onderzoek naar de uitstoot van broeikasgassen uit veen;
Actief grondwaterpeilbeheer.
Het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling levert hiervoor de laatste kennis en inzichten. Daarnaast mag u ook zelf in beweging komen tijdens dit interactieve webinar, zowel letterlijk als figuurlijk. Leg de sportkleren alvast maar klaar want we gaan met z’n allen bottom-up!
................................
PROGRAMMA
10:00 tot 12:00 uur - Plenaire beschouwing onder leiding van dagvoorzitter Inge Diepman
Hilde Niezen, voorzitter Platform Slappe Bodem
Jan Jaap de Graeff, voorzitter Rli
Adri Bom-Lemstra, gedeputeerde Provincie Zuid-Holland
Peter Glas, Deltacommissaris
Erik Jan van Kempen, DG Omgevingswet (ministerie BZK)
Gilles Erkens, Deltares / Universiteit Utrecht
Robert van Cleef, Coalitie Stevige Steden
Arthur Bolderdijk, wethouder Woerden
Sjaak Langeslag, Hoogheemraadschap van Rijnland
12:30 tot 13:00 uur lunch
13:00 tot 16:30 uur - Beweging in de Praktijk: Deelsessies
13:00 tot 14:00 uur keuze uit:
- Verdiepingssessie broeikasgassen Veenweiden
- Actief grondwaterpeilbeheer kan droogteschade voorkomen
14:15 tot 15:15 uur keuze uit:
- Levenscycluskosten-benadering en onderzoek Kosten in Beeld
- Nieuwbouw op slappe bodem
15:15 tot 15:30 uur Break-out sessie Beweging, link naar de sessie
15:30 tot 16:30 uur keuze uit:
- Geo-Informatie
- Nationaal kennis- en belevingscentrum bodemdaling
Het volledige programma, inclusief een beschrijving van de deelsessies in de middag, kunt u hieronder downloaden.
NKB deelexpedities onder de aandacht
Het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling werkt continu aan het toegankelijk maken van kennis over bodemdaling. Recentelijk is een aantal webinars georganiseerd.
Op 8 oktober vond het Webinar Levenscyclus kostenanalyse plaats voor projectleiders, beheerders en beleidsmedewerkers van gemeenten. Het webinar over het doen van levenscycluskostenanalyses (LCC) voor projecten waar de openbare ruimte moet worden opgehoogd.
Op 22 september 2020 vond de tweede bijeenkomst plaats van de deelexpeditie Nieuwbouw op slappe bodem. Centraal binnen deze deelexpeditie staat de eis voor bodemdaling zoals deze is opgenomen in het Convenant Klimaatadaptief Bouwen van de provincie Zuid-Holland.
Op 17 september 2020 verzorgde de deelexpeditie Geo-informatie een presentatie op het gebied van Geo-Data tijdens het Risk Congres Lokaal Bestuur. In deze presentatie werd geo-data in het bebouwd gebied benadrukt en werd inzichtelijk gemaakt hoe we met die data tot betrouwbare modellen komen voor het inschatten van funderingsproblematiek.
Kijk voor de laatste stand van zaken op de agenda op de website van het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling.
Webinar Levenscycluskosten 23 juli
Exclusief voor deelnemers aan het Platform Slappe Bodem organiseerden we op 23 juli een webinar levenscycluskosten.
Jaarlijks investeren gemeenten op slappe bodem ongeveer dubbel zoveel in beheer en onderhoud van wegen en openbare ruimten ten opzichte van gemeenten op een stabiele ondergrond. Sweco heeft in opdracht van het Platform Slappe Bodem (PSB) twee onderzoeken uitgevoerd naar de meerkosten die gemeenten op slappe bodem maken voor beheer en onderhoud van de openbare ruimte. In ‘Kosten in beeld’ (2018) zijn de levenscycluskosten (LCC) van traditionele en lichtgewicht ophoogtechnieken vergeleken, met als resultaat inzicht in de omvang van de vermijdbare levenscycluskosten door toepassing van lichtgewicht technieken. In ‘Nadere verkenning kosten bodemdaling’ (2020) is dit beeld voor drie voorbeeldgemeenten nader uitgewerkt en is berekend dat slechts een beperkt deel de extra uitgaven van deze gemeenten wordt gedekt uit het gemeentefonds.
Hoe uw gemeente hier in staat welke kansen er liggen om veel kosten te besparen, willen we in 2 actieve digitale bijeenkomsten verder met u verkennen.
Uit ervaring van het Platform Slappe Bodem blijkt dat beheerders en projectleiders enerzijds, en bestuurders anderzijds, de merites van een LCC-benadering herkennen en (willen) toepassen.
Toch zijn er hordes te nemen om dit te bereiken. Daarvoor is expertise nodig uit verschillende lagen van de ambtelijke organisatie.
De doelgroep voor deze webinars bestaat daarom uit (strategisch) beleidsmedewerkers en management van B&O / assetmanagement en financiële afdeling binnen gemeenten. Ook geïnteresseerden van de waterschappen en provincies met wegen in beheer zijn welkom.
Terugkijken webinar Bodemdaling in beeld!
Op 9 juni 2020 organiseerde het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling een online seminar over stedelijk gebied: Bodemdaling in beeld! Het webinar werd bezocht en gemaakt door het NKB netwerk en geïnteresseerde professionals op het gebied van veenbodemdaling in Nederland. Tijdens het seminar werd gesproken over de projecten die bij het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling draaien, er waren opnames vanuit het veld te zien, polls en live chatsessies.
Kon u er op 9 juni er niet live bij zijn, dan kunt u alles nog terugkijken via de terugkijklink.
Nationaal Congres Bodemdaling 19 november vanuit Fort Wierickerschans
De voorbereidingen voor het Nationaal Congres Bodemdaling 2020 zijn begonnen. In tegenstelling tot eerder bericht vindt het congres plaats op 19 november vanuit Fort Wierickerschans in Bodegraven in digitale vorm. Vanuit de nieuwe Hollandse waterlinie naar de oude Hollandse waterlinie; op veenweidegrond midden in bodemdalingsgebied.
Kijk hier om alvast een indruk te krijgen van de locatie.
Uiteraard blijven we de adviezen vanuit het RIVM aanhouden. Als dit gevolgen heeft voor ons congres leest u dat op onze website.
Bodemdalingspublicaties TISOLS online beschikbaar
Ondanks dat het Tiende Internationale Symposium over Bodemdaling (TISOLS) in Nederland is uitgesteld naar 17-21 mei 2021 vanwege het COVID-19 virus, zijn alle wetenschappelijke publicaties van de internationale bodemdalingsexperts gepubliceerd.
Alle publicaties zijn vrij toegankelijk en te downloaden via de TISOLS Proceedings op de Corpernicus-website. Niet alleen in Nederland maar in veel kustgebieden wereldwijd leidt bodemdaling tot problemen. De maatschappelijke kosten van bodemdaling zijn enorm. In gebieden in Nederland met een slappe grond lopen deze in de miljarden euro’s. Wereldwijd gaat het om een veelvoud hiervan. Een deel van deze kosten is vermijdbaar. "Het vrij toegankelijk maken van deze conference papers is één van onze manieren om ons onderzoek en onze expertise met andere partijen te delen om bodemdaling aan te pakken en te helpen bij het ontwerpen van tegenmaatregelen", aldus Gilles Erkens bodemdalingsexpert bij Deltares en waarnemer van het UNESCO Land Subsidence International Initiative . "Er is geen 'one-size-fits-all'-oplossing, het delen van voorbeelden, ervaringen en nieuwe aanpakken helpen om de beste strategie voor elk gebied te formuleren".
Bekijk alle publicaties via de TISOLS Proceedings online: Volume 382, 2020 | TISOLS: the Tenth International Symposium On Land Subsidence – living with subsidence
Nieuwe datum TISOLS mei 2021
De TISOLS conferentie is verplaats naar 17-21 mei 2021. De conferentie zal afgetrapt worden met de “Society & Subsidence day”. Op deze dag nodigen we nationale en internationale beleidsmakers, wetenschappers en experts uit om hun kennis, uitdagingen en oplossingen te delen op het gebied van bodemdaling. Later dit jaar zal via de TISOLS-website meer informatie worden gegeven.
TISOLS wordt georganiseerd onder auspiciën van het Unesco IHP Land Subsidence International Initiative. Deze werkgroep verbeterd en verspreid sinds de jaren zeventig de kennis over bodemdaling door middel van internationale symposia, samenwerkingsprojecten en publicaties.
Jaarverslag 2019 en Activiteitenplan 2020 uitgebracht
Het Platform Slappe Bodem is actief geweest in 2019 en er zijn stevige stappen gezet om de doelstellingen te bereiken. U leest er alles over in het Jaarverslag 2019. Met de nieuwe Strategische Agenda 2020-2024 is het Platform inmiddels alweer flink op dreef.
Het Activiteitenplan 2020 geeft aan wat de prioriteiten van dit jaar zijn. Vooral bodemdaling in bebouwd gebied zal flink aan bod komen en we werken alweer toe naar de volgende verkiezingen: die van de Tweede Kamer in 2021. Het Jaarverslag en Activiteitenplan zijn nu te downloaden.
Internationaal bodemdalingscongres TISOLS uitgesteld
Door de ontwikkelingen rondom het coronavirus (COVID-19) in binnen- en buitenland heeft de organisatie moeten besluiten het Tenth International Symposium on Land Subsidence (TISOLS) uitstellen naar 17-21 mei 2021. Hiermee wordt ook de “Society & Subsidence” dag van 20 april 2020 verzet naar 17 mei 2021. Op deze dag nodigen we nationale en internationale beleidsmakers, wetenschappers en experts uit om hun kennis, uitdagingen en oplossingen te delen op het gebied van bodemdaling.
Heeft u zich al aangemeld of een poster of paper ingediend? Maakt u zich geen zorgen.
- Alle registraties worden geannuleerd en alle reeds betaalde registratiekosten worden vergoed.
- De Proceedings of the International Association of Hydrological Sciences special issue gewijd aan TISOLS zal de komende weken volgens planning worden gepubliceerd.
- Vanaf september 2020 openen we registratie en abstract inzending voor TISOLS in mei 2021. Auteurs met een paper in de TISOLS-procedure krijgen de kans om hun (geactualiseerde) onderzoek in 2021 te presenteren. Nieuwe abstracts zijn ook welkom.
Heeft u nog vragen neem dan contact op via tisols2020@tudelft.nl. Updates over TISOLS en de “Society & Subsidence” dag zullen gecommuniceerd worden via de TISOLS-website en via onze nieuwsbrief en de nieuwsbrief van Nationaal Kennisprogramma.
Kamerleden bezoeken Rotterdam Overschie
Op vrijdag 21 februari zijn Kamerleden Laura Bromet en Paul Smeulders op werkbezoek geweest in de wijk Rotterdam Overschie. De bestuurlijke kerngroep van het platform slappe bodem heeft de Kamerleden ontvangen.
Het werkbezoek had als thema ‘Bodemdaling in bebouwd gebied’ en de Kamerleden zijn geïnformeerd over de uitdagingen die bodemdaling oplevert voor het beheer van de gemeentelijke openbare ruimte en voor particulieren. Wijken zoals Overschie komen voor in bijna alle gemeenten in West- en Noord-Nederland. De combinatie van bodemdaling met funderingsproblemen, klimaatadaptatie en energietransitie is in deze wijken een extra ingewikkelde opgave voor inwoners, pandeigenaren en gemeente.
Het Platform Slappe Bodem vindt dat bodemdaling in bebouwd gebied een nationaal probleem is dat te weinig aandacht krijgt in het rijksbeleid, zoals bijvoorbeeld de Nationale Omgevingsvisie (NOVI).
Risicoanalyse geeft inzicht in schadekosten aan funderingen
De droogte van de afgelopen zomers zorgde voor extra aandacht voor bodemdaling en schade aan funderingen. Voor sommige gemeenten was dit een bekend probleem, maar voor anderen een verrassing. Voor veel gemeenten geldt dat ze geen inzicht hebben in het risico op funderingsproblematiek. Deltares ontwikkelde een systematische methode voor risicoanalyse van paalrot en verschilzetting van panden op staal.
Deze methodiek, samen met beschikbare data over bodemdaling, opbouw van de ondergrond, grondwaterstanden, gebouwgegevens en expertschattingen, vormt de basis van een nieuwe quickscan ‘risico op funderingsproblematiek‘ voor gemeenten.
Lees meer op de website van Deltares
Foto Vincent Basler
Project belicht: Voorweg Nieuwkoop
De deelnemers van het Platform Slappe Bodem zoeken in de praktijk naar oplossingen voor bodemdalingsproblemen. Veel van deze projecten staan op de website. We lichten er graag een uit. Deze keer komt de reconstructie van de Voorweg in gemeente Nieuwkoop aan bod.
De Voorweg N463 is ca. 1.600 meter lang en deels in beheer en eigendom van de provincie Zuid-Holland en deels van de gemeente Nieuwkoop. Tot 2015 was de wegconstructie door ligging in slappe ondergrond aan extreme zakking onderhevig, met alle overlast van dien. Door alle ophogingen was een pakket asfalt van 1,5 meter ontstaan! In samenwerking met de provincie is gestreefd naar een zettingsvrije reconstructie, die is uitgevoerd als palenmatras door de bestaande asfaltconstructie heen.
Sinds de aanleg zijn er herstelwerkzaamheden uitgevoerd omdat er toch scheurvorming ontstond. Tevens zijn de trottoirs opgehoogd; de overgangen van zettingsvrije constructie naar zettingsgevoelige constructie vraagt om aandacht.
De volledige projectbeschrijving en contactgegevens zijn te vinden op de website.
Pubquiz Bodemdaling tijdens Nationaal Congres Bodemdaling
Tijdens het Nationaal Congres Bodemdaling is er nieuw programma onderdeel... de Pubquiz Bodemdaling.
Test uw kennis van bodemdaling in deze quiz georganiseerd door het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling en de Regiodeal Bodemdaling Groene Hart. Ga de competitie aan met vakgenoten en kijk of u feiten van fictie kunt onderscheiden. Na deze quiz heeft u een kennis-upgrade gekregen waarmee u tijdens de netwerkmomenten de andere bezoekers kunt imponeren. Per sessie is er ruimte voor slechts 30 deelnemers... zorg dus dat u op tijd bent!
Facilitators: Robert van Cleef en Pui Mee Chan (Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling) en Welmoed Visser (Regiodeal Bodemdaling Groene Hart)
Bodemdaling in de ontwerp-NOVI
Van 20 augustus tot en met 30 september heeft de ontwerp-Nationale Omgevingsvisie (NOVI) ter inzage gelegen. Het Platform Slappe Bodem heeft een zienswijze ingediend.
Het woord bodemdaling komt maar liefst 31 keer voor in de ontwerp-NOVI, een belangrijk en verschil met voorgaande ruimtelijke Rijksvisies. Hiermee is het Platform erg verheugd. Desondanks is er volgens het Platform nog extra inspanning nodig om echt tot een nationale en integrale aanpak te komen: een nationaal programma met een langetermijnvisie en sterke samenwerking tussen Rijk en decentrale overheden. In de ontwerp-NOVI ziet het Platform hiervan de contouren, maar bodemdaling wordt nog teveel benaderd als een waterbeheersopgave voor het landelijke gebied. Naar mening van het Platform is de problematiek breder en integraler en ontbreekt voldoende aandacht voor de bebouwde gebieden. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft immers al in 2016 laten zien dat in bebouwde gebieden de grootste schade te verwachten bij gelijkblijvend beleid.
Het Platform werkt graag met het Rijk samen aan visie om zo meer richting te geven aan de integrale aanpak van bodemdalingsproblematiek in bebouwd en landelijk gebied. De NOVI kan hiervoor de stevige basis bieden.
Strategische Agenda Platform Slappe Bodem 2020-2024
Het Platform Slappe Bodem is en blijft continu in ontwikkeling. De samenwerking van Midden-Hollandse gemeenten die rond 2000 is ontstaan, is in 2019 uitgegroeid tot een netwerksamenwerking van 20 gemeenten, 6 waterschappen en 1 provincie en strekt zich uit over een groot deel van West-Nederland.
Het Uitvoeringsprogramma 2015-2019 heeft zijn vruchten afgeworpen. Een groot deel van de destijds gestelde doelen is in de afgelopen jaren gerealiseerd. Daarmee heeft het platform kracht ontwikkeld om een rol van betekenis te spelen op nationaal niveau. Bodemdaling is dankzij de inzet van de deelnemende organisaties een thema dat een rol speelt in beleidsstukken (Deltaprogramma, Nationale Adaptatie Strategie, Nationale Omgevingsvisie), in onderzoek (samenwerkende kennisinstituten, Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling) en bij ondernemers en inwoners. De vroegere Slappebodemdagen zijn uitgegroeid tot het jaarlijkse Nationaal Congres Bodemdaling met ruim 350 deelnemers. Ook krijgt bodemdaling met grote regelmaat aandacht in landelijke en lokale media (krant, tv, radio en online) en vak- bladen.
De centrale doelstelling die geformuleerd is in 2013 luidt in 2019 als volgt: “We zijn pas klaar met het Platform Slappe Bodem als de omgang met slappe bodem integraal onderdeel uitmaakt van beleid en beheer en nadelige effecten binnen aanvaardbare grenzen van duurzaamheid en betaalbaarheid zijn gebracht”
Uit gesprekken met bestuurders en ambtenaren betrokken bij het platform is gebleken dat er draagvlak is voor een nieuwe periode. Het platform verzet de bakens enigszins: het agenderen van de problematiek is minder nodig maar zal niet verdwijnen, terwijl er meer behoefte is aan invulling van de aanpak van bodemdaling. De succesvolle agendering van de afgelopen jaren (het ‘wat dan?’) leidt steeds vaker tot de vraag ‘hoe dan?’ en het platform streeft ernaar deze vraag te beantwoorden. Dat de aanpak van bodemdaling van groot nationaal belang is om in West- en Noord-Nederland tegen aanvaardbare kosten te kunnen blijven wonen, werken en recreëren staat daarbij voorop. Het Platform Slappe Bodem is voor overheden de plek waar ervaringen, kennis en netwerk samenkomen. Het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling dat mede door het Platform is opgezet heeft hierbij een belangrijke en neutrale rol: de kennis die onafhankelijk wordt opgedaan wordt hier samengebracht, bediscussieerd en toegankelijk gemaakt. Het Platform Slappe Bodem blijft het Kennisprogramma ondersteunen met middelen en zal ook zelf (aanvullend) onderzoek laten uitvoeren ter ondersteuning van de eigen (lobby-)activiteiten.
Alle hoofddoelen en activiteiten voor de komende periode (2020-2024) zijn begin december bestuurlijk vastgesteld in de Strategische Agenda.
Bodemdaling de Baas in het Groene Hart
Tijdens het nationaal congres bodemdaling, dat werd georganiseerd door het Platform Slappe Bodem i.s.m. het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling, ging de Regio Deal bodemdaling Groene Hart officieel van start. Binnen deze Regio Deal werken 8 regionale overheden, de rijksoverheid*, kennisinstellingen, agrarische sector, bewoners en bedrijfsleven samen aan een aanpak voor het omgaan met bodemdaling. Dit gebeurt door meer dan 20 innovatieve experimenten uit te voeren. De partijen investeren gezamenlijk 20 miljoen euro in de Regio Deal bodemdaling. De kennis en oplossingen die in de regio worden verzameld, kunnen ook op andere plaatsen in Nederland en mogelijk internationaal worden toegepast. Zo worden we samen bodemdaling de baas!
De start bezegeld
Aan Hilde Niezen (bestuurlijk trekker van de Regio Deal namens de 8 regionale overheden) en Johan Osinga (directeur-generaal van het ministerie van LNV en verantwoordelijke namens het rijk) werden op het podium eerst enkele vragen gesteld. Aan het einde van dit gesprek werd de figuurlijke brug geslagen over het samen aan de slag gaan. Niet alleen in de projecten, maar ook door af te spreken om regelmatig op werkbezoek te gaan. Want tijdens dit soort bezoeken wordt duidelijk zichtbaar wat de problemen zijn en welke stappen ondernomen moeten worden om met deze problemen om te gaan. Letterlijk dus met de voeten in het veen! Om daarop goed voorbereid te zijn, stonden op het podium naast een tuinbankje twee paar Regio Deal bodemdaling laarzen klaar. Hilde Niezen en Johan Osinga trokken deze laarzen gelijk aan voor het zetten van de handtekening op de Regio Deal Bodemdaling Groene Hart, waarmee de start is bezegeld en de uitvoering kan beginnen.
- Meer informatie via www.bodemdalingdebaas.nl
- Filmpje: https://bodemdalingdebaas.nl/m...
- Beeldmateriaal bij artikel: ondertekening via https://www.slappebodem.nl/spe... Fotografie: Vincent Basler
Haalbaarheidsstudie Drijvend Bouwen in Woerden
Grote delen van de ondergrond in Nederland bestaan uit veen, waaronder die in de gemeente Woerden. Veen is niet draagkrachtig, waardoor wegen, riolering, groen en kabels en leidingen verzakken en schade oplopen. Voor de gemeente betekent dit hoge beheer- en onderhoudskosten van de openbare ruimte.
Daarnaast krijgen we door klimaatverandering steeds vaker te maken met langdurige droogte en hevige regenbuien. Dit vraagt om een flexibel watersysteem dat in staat is om piekbuien te bergen en water op te slaan, zodat er ook in droge tijden genoeg water is veiliggesteld. De huidige wijze van bouwen houdt nog onvoldoende rekening met deze gevraagde flexibiliteit.
Door de hoge druk op de woningmarkt en het beperkte aantal (goede) locaties om te bouwen, is het waarschijnlijk dat ook gebieden met een niet-draagkrachtige bodem bebouwd worden. Een drijvende wijk in het veenweidegebied kan hier een uitkomst bieden. Een drijvende wijk is flexibel, heeft geen last van een dalende bodem en kan goed water bufferen. Het is daarmee een bodemdaling- en klimaatbestendige wijk.
Bevindingen
Inleidende zin over het onderzoek: Gemeente Woerden heeft, met een aantal partners, onderzoek gedaan naar drijvend bouwen. Tijdens het onderzoek is gekeken naar ontwerpmogelijkheden, techniek, kosten, planeconomie en wetgeving. Dit heeft waardevolle inzichten opgeleverd in de vele kansen en risico’s voor drijvend bouwen in veenweidegebied. De haalbaarheid wordt kansrijk geschat en de maatschappelijke meerwaarde is aanzienlijk. Wel dient er een grondige locatieafweging uitgevoerd te worden en moeten er concrete randvoorwaarden worden meegegeven aan ontwikkelaar. In het kort heeft het onderzoek de volgende bevindingen opgeleverd:
- Ontwerp: drijvend bouwen vraagt om een heel andere ontwerpbenadering. Het is daarom aan te raden om stedenbouwkundigen in een vroeg stadium van het ontwerpproces te betrekken.
- Techniek: drijvend bouwen biedt aanzienlijke voordelen, maar er zijn ook belangrijke aandachtspunten zoals de flexibele aansluitingen tussen verschillende wijkonderdelen, aanpak kabels en leidingen, waterkwaliteit, aanvoer van drijvende woningen en vroegtijdige afstemming met betrokken partijen.
- Kosten: financieel lijkt een drijvende wijk haalbaar mits de ontwikkelende partij en de gemeente afspraken maken over hoe toekomstige besparingen in beheer en onderhoud verrekend worden in de ontwikkelingsfase.
- Planeconomisch: de omgevingswet biedt kansen om klimaat- en bodemdalingsbestendig te bouwen in veenweidegebied. Voor de provinciale en gemeentelijke omgevingsvisies, verordeningen, omgevingsplannen en programma’s zijn bouwstenen voor drijvend bouwen geïdentificeerd.
- Juridisch: vanuit bestaande juridische kaders resteren belangrijke discussiepunten. Zo kan de gemeente bijvoorbeeld kiezen of zij drijvende woningen als (on)roerende zaak aanmerkt.
Het project heeft plaatsgevonden in opdracht van gemeente Woerden, de provincie Utrecht en Waterschap HDSR en directe betrokkenen zijn de provincie Zuid-Holland, Balance D’eau, Zeinstra Veerbeek Architecten, ORG-ID, Witteveen+Bos en Sweco.
In het vervolgonderzoek gaat de gemeente samen met de partners van de Regio Deal Bodemdaling nog openstaande vraagstukken onderzoeken en proberen partners te prikkelen mee te denken met het concept van een drijvende wijk.
- Project ‘Veenetie’ Woerden https://www.slappebodem.nl/pro...
- Presentatie Drijvend Bouwen Woerden Nationaal Congres Bodemdaling 21/11/2019: https://www.slappebodem.nl/pic...
- Artikel AD: https://www.ad.nl/woerden/veen...
In de media
De afgelopen tijd is er weer veel aandacht in de media geweest voor problematiek rond bodemdaling.
In onderstaande PDF vindt u een overzicht van de berichten vanaf begin dit jaar. Ze zijn gecategoriseerd op onderwerp:
- Klimaat en bodemdaling
- Funderingen
- Inspiratie cases
- Alternatieve teelten op veenweidengrond
- Ontwikkelingen bodemdaling
In de media over bodemdaling
De afgelopen tijd is er weer veel aandacht in de media geweest voor problematiek rond bodemdaling. Onder andere onze interviews in Stadszaken en Analyse Nederland, dat is gedistribueerd bij het Financieele Dagblad. Of haal inspiratie uit de aanpak in Kanis (gemeente Woerden) in het artikel uit AD Woerden.
In onderstaande PDF vindt u een overzicht van de berichten sinds april. Ze zijn gecategoriseerd op onderwerp:
- Droogte/ Grondwaterstanden
- Funderingen
- Inspiratie cases
- Alternatieve teelten op veenweidengrond
- Ontwikkelingen bodemdaling
Feitelijke kennis over bodemdaling
Wilt u ook beschikken over de juiste feiten over bodemdaling? Deze kennis is te vinden bij de Q&A op de website van het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling. Daar is over diverse aspecten van bodemdaling informatie te vinden.
Programma Nationaal Congres Bodemdaling bekend
Het Nationaal Congres Bodemdaling op 21 november belooft weer een mooie dag te worden met de laatste nieuwtjes en ontwikkelingen op bodemdalingsgebied. Onder leiding van dagvoorzitter Inge Diepman zullen onder meer Erik Jan van Kempen (directeur-generaal Omgevingswet), Johan Osinga (directeur-generaal Natuur, Visserij en Landelijk gebied), Hanke Bruins Slot (Gedeputeerde Provincie Utrecht, voorzitter Veenweidetafel) en Maarten van Rossem (historicus) hun visie geven op de #hoedan? aanpak van bodemdaling in Nederland.
WANNEER: donderdag 21 november 2019
WAAR: Fort Voordorp, 3737 BK Groenekan
Het maximum aantal deelnemers aan het congres is bereikt. Als u een e-mail stuurt naar info@slappebodem.nl wordt u op de reservelijst geplaatst.
Dit jaar is er extra aandacht besteed aan de randprogrammering van het congres. Namens de Stichting Schuimbeton zal een kunstenares haar talenten tonen met lichte ophoogmaterialen. De subsessies in het tweede gedeelte van de dag worden gepresenteerd aan de hand van 5 thema’s: Bodemdalingsprogramma’s Bebouwd gebied Veenweide initiatieven Innovatie en Pilots Luchtige en drijvende inspiratie
De kennismarkt is goed gevuld met mooie bedrijfspresentaties. Daarnaast is er nieuw programma onderdeel... de Pubquiz Bodemdaling.
Het hele programma vindt u hieronder.
Gemeenten kunnen 119 miljoen per jaar besparen
Dat de kosten voor beheer en onderhoud van openbare ruimte en infrastructuur op slappe bodem hoog zijn, wisten de gemeenten die hiermee te maken hebben al. Welke meerkosten daadwerkelijk gemaakt worden en mogelijk te vermijden zijn was tot nu toe nooit berekend. Uit onderzoek van ingenieursadviesbureau Sweco, in opdracht van het Platform Slappe Bodem en met medewerking van Deltares, blijkt dat de kosten aanzienlijk zijn, maar ook dat er veel te besparen valt door toepassing van de levenscyclusbenadering en innovatieve, lichtgewicht technieken.
De uitkomsten van dit onderzoek ‘Kosten in Beeld’ op een rij:
- Onderhoud en beheer van openbare ruimte en infrastructuur op verzakkende veenbodem is 2x zo duur als op stevige bodem. Dat komt door ongelijkmatige zetting (bodemdaling). Daardoor moeten gemeenten 2 keer zo vaak opnieuw ophogen en aanleggen, met veel overlast voor de inwoners.
- 2 keer zoveel kosten betekent ook 2 keer zoveel projecten en 2 keer zoveel ambtenaren en wegwerkers om alle projecten uit te voeren.
- Met toepassing van innovatieve, lichte technieken kunnen gemeenten gezamenlijk 119 miljoen euro per jaar besparen. Dat is ongeveer 17 euro per inwoner per jaar. Het gaat om de gemeenten met zakkende, slappe bodems in West-Nederland. Snelwegen, spoorwegen en provinciale wegen zijn buiten beschouwing gelaten.
- Toepassing van de levenscyclusbenadering en kiezen voor duurzame, lichtgewicht funderingsmaterialen door gemeenten betekent hogere kosten bij aanleg, maar lagere kosten voor beheer en onderhoud, minder overlast en meer kwaliteit.
- Innovatie, beschikbaarheid van betrouwbare informatie en nader onderzoek naar de dieper liggende oorzaken van bodemdaling zijn noodzakelijk om de kosten verder te reduceren.
De kosten komen voor rekening van de burgers, maar worden vaak niet volledig doorberekend in de gemeentelijke belastingen. De gemeentelijke belastingen voor gemeenten met slappe bodems (veen/klei) in vergelijking met gemeenten op zand zouden dan immers ook 2 keer zo hoog moeten zijn en dat is voor inwoners niet acceptabel. Gevolg is dat concessies worden gedaan aan de kwaliteit van openbare ruimte, die in de onderzochte gemeenten dan ook lager is dan gewenst.
Voor het Platform Slappe Bodem zijn de uitkomsten en aanbevelingen van het onderzoek reden om verder in te zetten op het delen van kennis en ervaring, stimuleren van onderzoek en innovatie.
Bodemdaling belangrijk thema in coalitieprogramma’s
Rond de verkiezingen van Provinciale Staten en waterschapsbesturen heeft het Platform Slappe Bodem een online campagne gevoerd. Het thema was ‘Bodemdaling remmen we samen’, met als doel de aanstaande waterschaps- en provinciebestuurders te bewegen om bodemdaling op te nemen in de doelen voor de nieuwe bestuursperiode. Het Platform heeft een analyse laten uitvoeren van de coalitieprogramma’s die voor de zomer zijn verschenen. Hierin zijn alleen de provincies en waterschappen die met bodemdaling in hun beheersgebied te maken hebben meegenomen.
Uit de analyse blijkt dat in vrijwel alle 15 onderzochte coalitieprogramma’s bodemdaling is opgenomen als aandachtspunt. De aandacht is daarbij vooral gericht op het landelijke gebied en het verminderen van de CO2-uitstoot uit veen. Daarmee komt het bebouwde gebied minder uit de verf. De in de coalitieprogramma’s opgenomen ambities zullen in de nieuwe bestuursperiode worden omgezet in beleid en maatregelen. Het Platform Slappe Bodem werkt en denkt graag mee om hieraan invulling te geven. De aanknopingspunten om bodemdaling samen te remmen zijn in ieder geval in ruime mate aanwezig.
5 miljoen voor baanbrekend onderzoek naar bodemdaling in Nederland
Een breed nationaal consortium onder leiding van de Universiteit Utrecht krijgt 5 miljoen euro om de bodemdaling in Nederland te onderzoeken. Het blijven zakken van het maaiveld en de ondergrond heeft grote maatschappelijke gevolgen en economische impact. Uiteenlopende disciplines als fysische geografie, satellietgeodesie, biologie, bodemchemie, agro-economie, civiele techniek, milieubeleidswetenschappen en rechtsgeleerdheid slaan nu de handen ineen om Nederland toekomstbestendig te maken.
De omvang van het project is 5 miljoen euro. Ruim 4,3 miljoen euro daarvan is afkomstig uit fondsen van de Nationale Wetenschapsagenda. De niet-universitaire consortiumpartners tekenden voor het resterende bedrag. Het gehonoreerde onderzoek valt onder het universiteitsbrede thema Pathways to Sustainability, binnen de hub Water, Climate & Future Deltas.
Wereldwijd wonen ruim 500 miljoen mensen in rivierdelta’s. Deze gebieden met hun vaak slappe ondergrond worden steeds intensiever gebruikt en steeds dichter bevolkt. Door grondwaterwinning, zware bebouwing en waterpeilverlagingen voor landbouw en steden klinkt de bodem in, met schade aan gewassen, bebouwing en infrastructuur als gevolg. Lage grondwaterstanden door waterpeilverlagingen die leiden tot bodemdaling, kunnen ook bijdragen aan een warmer wordend klimaat door de omzetting van drooggevallen veen in broeikasgassen. Tenslotte is een wegzakkend land onder een stijgende zeespiegel steeds moeilijker droog te houden. Ook in de dichtbevolkte Nederlandse rivierdelta zijn de effecten van bodemdaling duidelijk zichtbaar. Willen we onze delta leefbaar houden, dan is dus een grondige aanpak nodig.
In de volle breedte
Een groot onderzoeksteam heeft nu 5 miljoen euro gekregen om in de volle breedte te onderzoeken hoe Nederland het beste met de bodemdaling kan omgaan. Bewoners, bedrijven, gemeenten en waterschappen krijgen daarmee handelingsperspectieven. Het overkoepelende doel van het programma is het integreren van het onderzoek naar fundamentele oorzaken met dat naar beleidsbeslissingen. Bodemdaling heeft namelijk meerdere oorzaken, die samen de totale daling verklaren. Het uiteindelijke effect van al die oorzaken is van plek tot plek verschillend, evenals de beste aanpak van bodemdaling. De grote vraag is hoe we onze huidige omgang met bodemdaling kunnen ombuigen als de schade te groot wordt. Voor een antwoord op die vraag moeten de oorzaken op onderbouwde wijze kunnen worden uitgesplitst.
Jaarverslag en activiteitenprogramma uitgebracht
Het jaarverslag 2018 en het activiteitenplan 2019 zijn gebundeld en uitgebracht op onze website.
In 2018 is het thema bodemdaling echt doorgedrongen tot de nationale en lokale agenda’s. Ook kon het platform slappe bodem het onderzoek ‘kosten in beeld’ presenteren en werden we door de droogte geconfronteerd met gevolgen van extra bodemdaling. In 2019 gaat het platform slappe bodem door op de ingeslagen weg. De samenwerking in het nationaal kennisprogramma bodemdaling wordt voortgezet en er volgt een nieuw Nationaal Congres Bodemdaling.
Bodemdaling belangrijk onderwerp verkiezingen waterschappen en provinciale staten
In de verkiezingen van waterschapsbestuur en provinciale staten op 20 maart heeft het thema bodemdaling een belangrijke rol gespeeld. Door het Platform Slappe Bodem is rondom de verkiezingen een online campagne gevoerd om bodemdaling op de agenda te houden.
Met name de noodzaak om samen te werken tussen overheden en met inwoners en ondernemers stond centraal. De door het platform verspreide ludieke filmpjes en infographic zijn vaak gedeeld via social media en hebben geleid tot flink meer bezoek aan de website van het platform.
Inmiddels zijn de meeste coalitieakkoorden gesloten. Het Platform Slappe Bodem gaat met de nieuwe bestuurders in gesprek over de (hernieuwde) samenwerking.
Bestuurders brengen werkbezoek aan Almere
Op uitnodiging van wethouder Hilde van Garderen heeft op 26 juni het jaarlijkse bestuurlijk overleg Platform Slappe Bodem plaatsgevonden in Almere. Aan het overleg was tevens een werkbezoek gekoppeld aan de Regenboogbuurt, waar de gemeente groot onderhoud van de openbare ruimte laat uitvoeren.
De Regenboogbuurt is een bijzondere buurt in Almere, gebouwd tussen 1994 en 1998 en gepresenteerd op de BouwRai 1994. Het is de enige woonwijk ter wereld waar kleur zo essentieel, grootschalig, geregisseerd en gedetailleerd is toegepast. Het is ook een woonwijk met een grote bodemdalingsproblematiek, ondanks het feit dat Almere niet gebouwd is op veen, maar op klei.
Door de bodemdaling doet Almere 10 jaar eerder dan gewoon is groot onderhoud in de Regenboogbuurt. Tijdens het werkbezoek werd duidelijk wat de effecten van bodemdaling in Almere zijn, de specifieke bodemopbouw in Almere en welke innovatieve maatregelen er worden genomen om de bodemdaling in de toekomst te beperken. Almere heeft daarnaast laten zien hoe het groot onderhoud in de Regenboogbuurt samen met bewoners is opgepakt en hoe er een koppeling is gemaakt met klimaatadaptatie.
Kennisexpeditie bodemdaling in Gouda
Op 28 juni 2019 vond de tweede kennisexpeditie bodemdaling plaats. Deelnemers werden verwelkomd in het Huis van de Stad in Gouda. De dag werd geopend met een plenaire bijeenkomst onder leiding van Geert Roovers (Saxion/ Antea Group). Geert benadrukte het belang van het delen van kennis en gezamenlijk optreden om tot een effectieve aanpak van bodemdaling te komen.
Hilde Niezen, voorzitter van het Platform Slappe Bodem en als wethouder bij gemeente Gouda gastvrouw van de dag, vertelde in gesprek met Geert dat er de laatste jaren steeds meer aandacht is gekomen voor bodemdaling. Er zijn vele onderzoeken en pilots rondom bodemdaling gestart. Wel is het nog de vraag hoe de uitkomsten op lange termijn structureel geïmplementeerd worden. Het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling speelt hierin steeds meer een centrale en verbindende rol.
Ook vanuit het Rijk komt er steeds meer aandacht voor bodemdaling. Het Rijk erkent dat de bodemdalingsaanpak ook een rijksopgave is en er wordt geïnvesteerd door het Rijk in verschillende programma’s. Ook in het klimaatakkoord is geld uitgetrokken voor de aanpak van bodemdaling.
Alle verslagen van projecten, deelexpedities en een fotoverslag van deze middag zijn hier terug te zien.
Rijk en regio investeren 20 miljoen euro in bodemdaling Groene Hart
Bodemdaling in het Groene Hart is een probleem voor zowel stad als platteland. Om deze regio toekomstbestendig te maken investeren Rijk en regio gezamenlijk 20 miljoen euro in de Regio Deal bodemdaling Groene Hart. Dat schrijft minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mede namens minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en andere betrokken bewindspersonen in een brief aan de Tweede Kamer. Acht lokale overheden en het Rijk werken samen aan manieren om beter om te gaan met de gevolgen van bodemdaling. Nu er overeenstemming is over de specifieke invulling en financiering van de deal, kan de regio starten met de uitvoering.
Hilde Niezen (bestuurlijk trekker Regio Deal bodemdaling Groene Hart): “Ik spreek namens de bestuurders van de 8 betrokken partijen dat we verheugd zijn met deze mijlpaal. Dit is zeer belangrijk, want we staan de komende decennia met de bodemdalingsproblematiek voor een grote en kostbare maatschappelijke opgave. Om de kennisontwikkeling in Nederland goed met elkaar af te stemmen en te verspreiden, werken we daarnaast samen met andere gemeenten uit het gebied, het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling, het Platform Slappe Bodem en veenprogramma’s elders in het land. Na de zomer wordt de regiodeal officieel ondertekend. Dan gaan we keihard aan de slag met elkaar om oplossingen te vinden om de bodemdaling op het platteland en in de stad de baas te worden!“
De 8 betrokken partijen zijn: gemeente Alphen aan den Rijn, gemeente Gouda, gemeente Woerden, provincie Zuid-Holland, provincie Utrecht, Hoogheemraadschap van Rijnland, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard.
Eind 2018 selecteerde het kabinet het voorstel van de regio Groene Hart uit 88 inzendingen voor een Regio Deal. De bodemdaling heeft gevolgen voor veel verschillende gebieden. Het raakt onder andere woningbouw, infrastructuur en landbouw. De projecten binnen deze Regio Deal zijn gericht op het bieden van handelingsperspectief voor bewoners, bedrijven en overheden hoe om te gaan met de effecten van bodemdaling. Het gaat hierbij om kennisontwikkeling en verspreiding van oplossingen die betrekking hebben op onder andere woningbouw, agrarisch ondernemerschap en CO2 reductie. Ook voorlichting en advies krijgen een belangrijke rol.
De Regio Deal is een partnerschap tussen Rijk en regio. Voor de totstandkoming van deze Regio Deal stelt het Rijk 10 miljoen euro beschikbaar vanuit de Regio Envelop. De regio legt ook 10 miljoen euro in. Daarmee is de begroting voor de deal rond.
Partners
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat zijn samen met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mede ondertekenaar van deze Regio Deal. Samen met de gemeente Alphen aan den Rijn, gemeente Gouda, gemeente Woerden, provincie Zuid-Holland, provincie Utrecht, Hoogheemraadschap van Rijnland, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard is deze deal tot stand gekomen. In de uitvoering van de Regio Deal wordt nauw samengewerkt met kennisinstellingen, inwoners en ondernemers.
Regio Deals
Om de brede welvaart in Nederland te versterken zet het kabinet in op nauwe samenwerking met de regio’s. Met het sluiten van Regio Deals worden deze regio’s versterkt op een manier passend bij de mensen die daar werken en wonen. Rijk en regio hebben het afgelopen half jaar plannen gemaakt om over de hele linie de leefbaarheid in deze gebieden te vergroten, de veerkracht te versterken en het perspectief van de inwoners te verbeteren.
Ministeries zetten goede stappen, integrale aanpak ontbreekt nog
De ministers van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) en Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid (LNV) hebben mede namens hun collega-bewindspersonen van BZK, OCW en EZK een aantal brieven naar de Tweede Kamer gestuurd over de belangen, betrokkenheid en activiteiten van het Rijk rond het thema slappe bodem oftewel bodemdaling van veen- en kleigebieden. Hiermee geeft het kabinet invulling aan het verzoek van het Kamerlid Van der Lee (GL) en de aangenomen motie-Geurts (CDA) en reageert zij op de initiatiefnota’s ‘Veen red je niet alleen’ en ‘Droge voeten: naar een klimaatbestendig Nederland’ van Kamerleden Bromet (GL) en De Groot (D66).
Het Platform Slappe Bodem heeft waardering voor de heldere probleemanalyse van de minister van I&W en de erkenning dat bodemdaling een Rijksbelang is waarin het Rijk bovendien een systeemverantwoordelijkheid draagt voor Ruimtelijke Ordening, maar ook voor cultureel erfgoed. Daarnaast zet het Platform ook enkele kanttekeningen.
De minister meldt dat ‘het Rijk via thematische invalshoeken werkt aan een Rijksbrede aanpak van bodemdaling als cross-sectoraal thema door een reeks aan maatschappelijke opgaven.’ Bodemdaling is een breed probleem dat invloed heeft op veel beleidsterreinen en verschillende effecten heeft op stedelijke gebieden en landelijke gebieden die op termijn tot miljardenschades leiden aan economie, natuur en bebouwing.
Op nationaal niveau is de laatste jaren vooruitgang geboekt. Het is goed te zien dat de ministeries hun verantwoordelijkheden invullen, met name op het gebied van kennisontwikkeling. Daar ziet het Platform dat er grote stappen gezet (gaan) worden mede dankzij investeringen van het Rijk, waarmee het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling een impuls krijgt. De aangekondigde investeringen in de Regio Deal Bodemdaling Groene Hart, het onderzoeksprogramma Living on soft soils (LOSS) en veenweideprojecten in het kader van de Klimaatenveloppe zijn noodzakelijk om goede keuzes en oplossingsrichtingen te ontwikkelen om bodemdaling af te remmen of zelfs te stoppen. In een laaggelegen land als Nederland is het cruciaal om adaptief met de gevolgen van klimaatverandering om te gaan en bodemdaling is voor een groot deel van Nederland hierin een belangrijke en complicerende factor.
Het is echter teleurstellend dat de minister van I&W (mede namens eerder genoemde ministeries) niet meer ambitie toont in dit voor Nederland toch zo elementaire probleem. Door nu in te zetten op een samenhangend nationaal programma met integrale aansturing zou veel schade voorkomen kunnen worden, nu en in de toekomst. De verantwoordelijkheid van de minister van BZK voor een ‘goede leefomgeving’ gaat niet ver genoeg als garantie en aansporing om werk te maken van het tegengaan van bodemdaling. In haar analyse reikt de minister oplossingen aan, maar ze zet niet door om deze oplossingen ook breder en samenhangend toegepast te krijgen. Daarmee zijn de decentrale overheden, inwoners en ondernemers nog onvoldoende geholpen.
De minister geeft bijvoorbeeld aan dat de wet- en regelgeving om nieuwbouw klimaatbestendig uit te voeren beschikbaar is en dat gemeenten daarvan gebruik moeten maken. In praktijk zijn er echter meer doelen en regels op andere terreinen die het moeilijk maken voor gemeenten om eisen voor klimaatbestendigheid op te leggen aan (project)ontwikkelaars en aannemers. Bovendien is niet altijd
de benodigde capaciteit en kennis aanwezig. Het nationaal stellen van eisen aan klimaat- en bodemdalingsbestendigheid van nieuwbouw zou wenselijker en effectiever zijn.
Op lokaal en regionaal niveau komen veel concrete problemen ten gevolge van bodemdaling samen. De integrale aanpak hiervan is een van de grootste opgaven van decentrale overheden. Het Rijk wilde integrale aanpak van ruimtelijke thema’s oppakken via de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Het Platform Slappe Bodem blijft met het Rijk in gesprek om de integrale aanpak van bodemdaling op alle niveaus te versterken.